dinsdag 23 februari 2016

De bedoeling van de (EU-) aanbestedingsregels


Voor mij geen discussie, dat het aanbestedingsrecht steeds meer ‘uitdijt’. En dat het allemaal - minst genomen - niet makkelijker wordt voor alle betrokken ‘inkoop-functionarissen’.

Echter, toch iets naar aanleiding van Pieter Kuypers op:


“We moeten ervoor uitkijken dat we de Aanbestedingswet niet gaan gebruiken voor het sponsoren van het mkb, voor het verder helpen van de natuur, het aan de slag helpen van laaggeschoolde werknemers en het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling. Dit zijn allemaal sympathieke doeleinden, maar we moeten het aanbestedingsrecht inzetten waarvoor het bedoeld is. Namelijk voor het inkopen van het product of de dienst met de beste prijs-kwaliteitverhouding.”

               […]

“Mijn uitgangspunt wordt door veel mensen uit de aanbestedingswereld gedragen. De Aanbestedingswet is geen nieuw sturingsmiddel voor politici en we moeten ervoor waken dat het niet te veel wordt vermengd met secundaire doelstellingen. We moeten terug naar de kern”

Daar valt immers ook anders over te denken. Zie bijvoorbeeld r.o. 22 van HvJEU 8 mei 2014 in zaak C-15/13 (Datenlotsen Informationssysteme GmbH):

Overeenkomstig de rechtspraak van het Hof is het hoofddoel van de Unierechtelijke regels inzake overheidsopdrachten de openstelling voor onvervalste mededinging in alle lidstaten op het gebied van de uitvoering van werken, de levering van producten en de verrichting van diensten, hetgeen impliceert dat elke aanbestedende dienst de relevante Unierechtelijke regels moet toepassen wanneer is voldaan aan de daarin gestelde voorwaarden (zie in die zin arrest Stadt Halle en RPL Lochau, C-26/03, EU:C:2005:5, punt 44).

En bijvoorbeeld Richtlijn 71/305/EEG van de Raad van 26 juli 1971 betreffende de coördinatie van de procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken:

Overwegende dat bij de gelijktijdige verwezenlijking van de vrijheid van vestiging en van het vrij verrichten van diensten op het gebied van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken in de Lid-Staten voor rekening van de Staat, van de territoriale en van de andere publiekrechtelijke lichamen, niet alleen de beperkingen moeten worden opgeheven, maar dat tevens de nationale procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken gecoördineerd moeten worden

Overwegende dat de Raad in zijn verklaring betreffende de bovengenoemde Algemene Programma's heeft aangegeven dat de coördinatie dient te geschieden op grond van de volgende beginselen; verbod van technische specificaties met een discriminerende werking, een voldoende bekendmaking van de opdrachten, het opstellen van objectieve deelnemingscriteria, en het instellen van een procedure waardoor op de inachtneming van deze beginselen gemeenschappelijk toezicht kan worden uitgeoefend;

Overwegende dat het, voor de ontwikkeling van een daadwerkelijke mededinging op het gebied van overheidsopdrachten , noodzakelijk is dat de door de aanbestedende diensten van de Lid-Staten opgestelde aankondigingen van opdrachten op communautair niveau bekend worden gemaakt; dat het doel van de in deze aankondigingen voorkomende inlichtingen is, de aannemers van de Gemeenschap in staat te stellen uit te maken of de voorgenomen opdrachten voor hen van belang zijn; dat zij te dien einde voldoende ingelicht dienen te worden over de te leveren prestaties en de bijbehorende voorwaarden; dat in het bijzonder in de niet-openbare procedures de bekendmaking ten doel heeft aan de ondernemers van de Lid-Staten de mogelijkheid te verschaffen hun belangstelling te tonen voor deze opdrachten, door de aanbestedende diensten te verzoeken hen uit te nodigen voor een inschrijving onder de vereiste voorwaarden

Het aanbestedingsrecht en de aanbestedingsregels zijn (dus) feitelijk van meet af aan een ‘sturingsmiddel voor politici’ geweest. Dit in verband met de totstandkoming van de interne (EEG) markt. En ‘de bedoeling’ van de Europese aanbestedingsregels is (daarmee) ook duidelijk. En dat is dus niet: “Namelijk voor het inkopen van het product of de dienst met de beste prijs-kwaliteitverhouding.

De Europese aanbestedingsregels zijn (dus) ook niet geschreven voor ‘de inkoper van Pieter Kuypers’ die (ook nog) meent, dat het bij ‘inkoop’ (slechts) gaat om het inkopen van het product of de dienst met de beste prijs-kwaliteitverhouding.

En mogelijk heeft ‘de inkoper van Pieter Kuypers’ de ‘complexiteit van de wet’ wel aan zichzelf te ‘danken’. Wie heeft bijvoorbeeld ooit gemeend om het principe van de Europese aanbestedingsregels en de (daaruit voortvloeiende) aanbestedingsprocedure ook onder de Europese drempels toepassing te laten vinden? De ‘rechtmatigheid’ en/of ‘het gelijkheidsbeginsel’ noopten bijvoorbeeld (zeker) niet tot een en ander. De (openbare) aanbestedingsprocedure als hèt inkoop-middel?

Of bijvoorbeeld vanwege dit:


Gelet op de praktijk (tot nu toe), lijkt het (slechts) een kwestie van tijd dat er juist nog (veel) meer regels (zullen) komen. Denk bijvoorbeeld aan ‘economie’ (‘gedrag’): ‘Actie - (lobby-) reactie’ e.d.

En waarom zou ‘inkoop’ (en aanbesteden) eigenlijk geen ‘sturingsmiddel voor politici’ kunnen/mogen zijn? Juist in een politiek-bestuurlijke omgeving (bijvoorbeeld een gemeente)?

Omdat ‘de inkoper van Pieter Kuypers’, vanwege bijvoorbeeld in de private praktijk bedachte modellen en theorieën, bepaalde (eigen) ideeën en opvattingen omtrent ‘inkoop’, ‘inkopen’, het ‘inkoopproces’, de ‘inkoopfunctie’ e.d. heeft?

Zou ‘de inkoper van Pieter Kuypers’ wellicht dan zelf (eens) naar de ‘kern’ toe moeten? Wat is of betekent (dan) ‘inkoop’ bij overheden? Een voorzet voor gemeenten:


Geen opmerkingen:

Een reactie posten