vrijdag 14 juni 2019

SMART


Rechtbank Amsterdam 9 mei 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:4206 (zie hier) spreekt mij aan:

4.8.        Hierbij komt dat het oordeel, en het daarin besloten verwijt - dat herhaaldelijk terugkeert - inhoudend dat bepaalde antwoorden of beschrijvingen door Ricoh niet SMART zijn onderbouwd, zo vaag en algemeen is dat hiermee voorshands niet aan de (primair aan het beoordelingsteam en vervolgens) aan de Gemeente te stellen motiveringseisen is voldaan.
In dit verband is mede van belang dat de specifieke criteria die liggen besloten in de lettercombinatie SMART dermate algemeen en voor de hand liggend zijn dat die criteria - als beschrijving van wat in de context van een inschrijving een behoorlijke beantwoording van de vragen in het algemeen dient in te houden - niet of nauwelijks meerwaarde hebben boven hetgeen in dit opzicht toch al zou gelden als de eis van een SMART motivering niet zou worden gesteld. Daarom kan de constatering/het verwijt dat Ricoh bepaalde beweringen onvoldoende SMART heeft toegelicht, niet of nauwelijks dienen als behoorlijke motivering waarom de inschrijving op deze punten zou tekortschieten. Anders gezegd: deze constatering/dit verwijt ís geen motivering, maar veronderstélt een motivering, die niet of onvoldoende is gegeven.

Lees namelijk over ‘SMART’ ook:


en


Het ‘resultaat’:

De voorzieningenrechter

5.1.        gebiedt de Gemeente om de in het kader van de aanbestedingsprocedure voor Scannen en Printen gedane inschrijvingen te laten beoordelen door een nieuw door de Gemeente samen te stellen en onbevooroordeeld beoordelingsteam, met inachtneming van de aanbestedingsstukken en dit vonnis,
               […]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten