Artikel 10 van 2004/17/EG (‘Nutssectoren’) luidde eerder als volgt:
Aanbestedende diensten behandelen ondernemers op
gelijke en niet-discriminerende wijze en handelen op doorzichtige wijze.
Zo ook artikel 2 van de ‘klassieke’ Richtlijn 2004/18/EG:
Aanbestedende diensten behandelen ondernemers op
gelijke en niet-discriminerende wijze en betrachten transparantie in hun
handelen.
Het arrest HvJEU 5 juni 2025 in zaak C-82/24 (Veolia Water Technologies e.a.), dat in basis over (een) garantie (s) met betrekking tot diverse defecten, na oplevering, aan de recuperatoren van een installatie voor de thermische behandeling van zuiveringsslib gaat:
Geeft een uitleg aan beide oude (vervallen) artikelen die echter ook in verband met het bepaalde in het huidige artikel 18 lid 1 Richtlijn 2014/24/EU:
Aanbestedende diensten behandelen ondernemers op
gelijke en niet-discriminerende wijze en handelen op een transparante en
proportionele wijze.
Thans (nog) uiterst relevant is:
30 Meteen
zij eraan herinnerd dat het beginsel van gelijke behandeling, als algemeen
beginsel van Unierecht, vereist dat vergelijkbare situaties niet verschillend
en verschillende situaties niet gelijk worden behandeld, tenzij dat objectief
gerechtvaardigd is (arrest van 6 oktober 2021, Conacee, C‑598/19,
EU:C:2021:810, punt 36 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
31 Voor
het Unierecht inzake overheidsopdrachten houdt het beginsel van gelijke
behandeling, dat de grondslag vormt van de regels van de Unie op het gebied van
procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten, met name in dat de
inschrijvers zich in een gelijke positie moeten bevinden wanneer zij hun
offerten voorbereiden en beoogt het de ontwikkeling van een gezonde en
daadwerkelijke mededinging tussen de aan een overheidsopdracht deelnemende
ondernemingen te bevorderen (arrest van 6 oktober 2021, Conacee, C‑598/19,
EU:C:2021:810, punt 37 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
32 Dit
beginsel vereist dus dat alle inschrijvers bij het opstellen van hun
inschrijving dezelfde kansen krijgen. Het betekent derhalve dat bij deze
inschrijvingen voor alle inschrijvers dezelfde voorwaarden moeten gelden
(arresten van 29 april 2004, Commissie/CAS Succhi di Frutta, C‑496/99 P,
EU:C:2004:236, punt 110, en 2 juni 2016, Pizzo, C‑27/15, EU:C:2016:404, punt 36
en aldaar aangehaalde rechtspraak).
33 Volgens
vaste rechtspraak vloeit uit dit beginsel de transparantieplicht voort, die tot
doel heeft te waarborgen dat er geen enkel risico van favoritisme en willekeur
door de aanbestedende dienst bestaat. Die plicht impliceert dat alle
voorwaarden en modaliteiten van de gunningsprocedure duidelijk, precies en
ondubbelzinnig in de aankondiging van de opdracht of in het bestek worden
geformuleerd, opdat, ten eerste, alle behoorlijk geïnformeerde en normaal
oplettende inschrijvers de juiste draagwijdte ervan kunnen meten en zij deze op
dezelfde manier kunnen begrijpen, en, ten tweede, de aanbestedende dienst in
staat is om metterdaad na te gaan of de offertes van de inschrijvers
beantwoorden aan de criteria die op de betrokken opdracht van toepassing zijn
(zie in die zin arresten van 29 april 2004, Commissie/CAS Succhi di Frutta, C‑496/99
P, EU:C:2004:236, punt 111; 2 juni 2016, Pizzo, C‑27/15, EU:C:2016:404, punt
36, en 4 april 2019, Allianz Vorsorgekasse, C‑699/17, EU:C:2019:290, punt 62 en
aldaar aangehaalde rechtspraak).
34 In dit
verband moet worden benadrukt dat het Hof ook heeft geoordeeld dat het beginsel
van gelijke behandeling en de transparantieplicht, die gelden voor alle
procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten, vereisen dat de materiële
en formele voorwaarden inzake de deelneming aan een opdracht tevoren duidelijk
moeten zijn omschreven en bekend moeten zijn gemaakt, in het bijzonder de
verplichtingen van de inschrijvers, zodat de betrokkenen exact de procedurele
verplichtingen kunnen begrijpen en er zeker van kunnen zijn dat deze
verplichtingen voor alle concurrenten gelden (arrest van 2 juni 2016, Pizzo, C‑27/15,
EU:C:2016:404, punt 37 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
35 Artikel
10 van richtlijn 2004/17 formuleert deze vereisten door uitdrukkelijk te
bepalen dat de aanbestedende diensten ondernemers op gelijke en
niet-discriminerende wijze moeten behandelen en op doorzichtige wijze moeten
handelen.
Het ‘beginsel van gelijke behandeling’ en de ‘transparantieplicht’ moeten ook tijdens de uitvoering van de (aannemings-) overeenkomst door de aanbestedende dienst worden geëerbiedigd en gewaarborgd:
36 Hoewel,
zoals blijkt uit de bewoordingen van dit artikel, het beginsel van gelijke
behandeling en de transparantieplicht van toepassing zijn op de procedure voor
het plaatsen van overheidsopdrachten, teneinde de nuttige werking ervan en de
verwezenlijking van de daarmee nagestreefde doelstellingen te verzekeren, moeten dit beginsel en deze plicht ook door de
aanbestedende dienst in de uitvoeringsfase van de betrokken overeenkomst worden
geëerbiedigd.
37 Zo
heeft het Hof reeds geoordeeld dat de aanbestedende dienst de door hemzelf
vastgestelde criteria nauwgezet in acht dient te nemen, niet alleen tijdens de
inschrijvingsprocedure als zodanig, maar meer in het algemeen tot aan het einde
van de fase van uitvoering van de betrokken aanbesteding. Derhalve is het hem
niet toegestaan om de algemene opzet van een inschrijving te veranderen door na
die inschrijving eenzijdig één van de essentiële voorwaarden van deze
inschrijving te wijzigen, in het bijzonder een bepaling die - indien zij in de
aankondiging van de opdracht had gestaan - de betrokken inschrijvers ertoe zou
hebben gebracht een inhoudelijk andere offerte in te dienen (zie in die zin
arrest van 29 april 2004, Commissie/CAS Succhi di Frutta, C‑496/99 P,
EU:C:2004:236, punten 115 en 116).
38 Als de
aanbestedende dienst naar eigen goeddunken tijdens de fase van de uitvoering
van een opdracht de aanbestedingsvoorwaarden zelf zou kunnen wijzigen, zonder
hiertoe uitdrukkelijk te zijn gemachtigd, zouden immers de aanvankelijk
overeengekomen voorschriften die de toewijzing van die opdracht regelen, worden
omzeild (zie in die zin arrest van 29 april 2004, Commissie/CAS Succhi di
Frutta, C‑496/99 P, EU:C:2004:236, punt 120).
39 Een
dergelijke praktijk zou de transparantieplicht en het beginsel van gelijke behandeling
van de inschrijvers schenden, aangezien de uniforme toepassing van de
inschrijvingsvoorwaarden en de objectiviteit van de procedure niet langer
zouden zijn gewaarborgd (zie in die zin arrest van 29 april 2004, Commissie/CAS
Succhi di Frutta, C‑496/99 P, EU:C:2004:236, punt 121).
En verder blijkt, dat uit het ‘beginsel van gelijke behandeling’ en de ‘transparantieplicht’ volgt, dat een garantie, zowel in verband met de daarmee gepaard gaande financiële risico’s en verplichtingen, als in verband met inschrijvers uit andere lidstaten, duidelijk, precies, ondubbelzinnig en voorzienbaar in de aanbestedingsstukken moet zijn geformuleerd:
40 Wat
in het bijzonder de looptijd van de garantie en de essentiële voorwaarden voor
de uitvoering ervan betreft, volgt uit de punten 32 tot en met 39 van het
onderhavige arrest dat, gelet op het belang ervan voor de vaststelling van de
financiële voorwaarden van de door de betrokken inschrijvers ingediende
offertes, deze elementen deel uitmaken van de elementen die vooraf duidelijk
moeten zijn omschreven en bekend moeten zijn gemaakt, teneinde deze
inschrijvers in staat te stellen de juridische en economische voorwaarden
waarvan de gunning van de betrokken opdracht en de wijze van uitvoering ervan
afhankelijk zijn gesteld, goed te begrijpen en hen ervan te verzekeren dat
dezelfde eisen voor alle concurrenten gelden. Dit geldt met name voor
opdrachten voor werken, waarbij het gebruik van de garantie, zoals blijkt uit
de feiten van het hoofdgeding, een aanzienlijk financieel risico kan inhouden
voor de ondernemer aan wie een opdracht is gegund.
41 Een
behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver moet dus reeds in de
gunningsfase kunnen vaststellen welke gebeurtenissen in voorkomend geval de
garantieperiode kunnen verlengen, alsook wat de omvang is van de verplichtingen
die op hem kunnen rusten in het kader van de uitvoering van de betrokken
overeenkomst.
42 Voorts
moet worden opgemerkt dat de toepassing van een termijn of wezenlijke
modaliteiten voor het gebruik van een garantie die niet uitdrukkelijk blijken
uit de documenten betreffende de procedure voor het plaatsen van de betrokken
opdracht of de betrokken overeenkomst voor werken, maar voortvloeien uit
bepalingen die niet rechtstreeks van toepassing zijn op die overeenkomst en
waarvan de inhoud slechts naar analogie van toepassing is, op grond van een
uitlegging van het nationale recht of een praktijk van de nationale
autoriteiten, bijzonder nadelig zou zijn voor in een andere lidstaat gevestigde
inschrijvers. De kennis die deze inschrijvers hebben van het nationale recht en
van de uitlegging daarvan, alsook van de praktijk van de nationale
autoriteiten, kan immers niet worden vergeleken met die van binnenlandse
inschrijvers (zie in die zin arrest van 2 juni 2016, Pizzo, C‑27/15,
EU:C:2016:404, punt 46).
In kwestie werd (uiteindelijk) overwogen:
50 Gelet
op een en ander moet op de gestelde vraag worden geantwoord dat het beginsel
van gelijke behandeling en de transparantieplicht als bedoeld in artikel 10 van
richtlijn 2004/17 aldus moeten worden uitgelegd dat zij eraan in de weg staan
dat, op een overeenkomst voor werken bepalingen van nationaal recht die de
garantie regelen bij verkoopovereenkomsten en waarvan de inhoud noch in de
aanbestedingsdocumenten noch in die overeenkomst voor werken uitdrukkelijk is
gepreciseerd, naar analogie worden toegepast, op grond van een uitlegging in de
rechtspraak, wanneer de toepasselijkheid van dergelijke bepalingen voor een
behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver onvoldoende
duidelijk en voorzienbaar is.
Lees ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2024/12/het-aanbestedingsrechtelijke.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten