De voorzieningenrechter in Rechtbank Midden-Nederland 18 juni 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:2919
heeft, terecht, niets met het arrest Hoge Raad 4 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF2830 (RZG/ComforMed):
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2025:2919
3.9.1. Er
is, zoals partijen hebben bevestigd, geen sprake van een aanbestedingsplichtige
overheidsopdracht voor werken. Gemeente Nieuwegein heeft toegelicht dat in de
te sluiten overeenkomst geen verplichting is opgenomen om de gewenste 102
appartementen op de bouwgrond te realiseren/bouwen. Het gaat dus alleen om de
overeenkomst tot verkoop van de grond en die overeenkomst valt niet onder de
reikwijdte van de Aanbestedingswet 2012 (Aw 2012).
3.9.2. Er is
ook geen reden om de in Deel 1 van de Aw 2012 opgenomen
aanbestedings-rechtelijke beginselen toch toe te passen. Dat volgt niet zoals
[eiser] meent uit het arrest van de Hoge Raad van 4 april 2003, RZG/ComforMed
[…]. In dat arrest ging het om een vrijwillige aanbestedingsprocedure en dat is
hier niet het geval.
[eiser] heeft verder geen argumenten aangevoerd
waaruit zou kunnen volgen dat de aanbestedingsrechtelijke beginselen (analoog)
op deze verkoopprocedure moeten worden toegepast. Er zijn bijvoorbeeld geen
omstandigheden aangevoerd op grond waarvan [eiser] gerechtvaardigd erop mocht
vertrouwen dat Gemeente Nieuwegein deze beginselen zou toepassen […]. Integendeel,
in 2.1. van de Aanmeldingsleidraad is uitdrukkelijk vermeld dat de Aw 2012 of
het Aanbestedingsreglement voor Werken 2016 (ARW 2016) niet van toepassing
zijn.
Het is wel interessant, dat het arrest RZG/ComforMed een inspiratiebron lijkt te zijn geweest voor het leerstuk van de verdeling van schaarse vergunningen. Zie bijvoorbeeld Van Ommeren in zijn aanvaardingsrede (van Ommeren, F. J. (2004). Schaarse vergunningen. De verdeling van de schaarse vergunningen als onderdeel van het algemene bestuursrecht. Kluwer). En Widdershoven in zijn Conclusie (ECLI:NL:RVS:2016:1421) bij Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 2 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2927.
En Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 2 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2927 lijkt (vervolgens) een inspiratiebron voor het arrest Didam-I te zijn geweest. Zie daartoe r.o. 3.1.4, voetnoot 5, van Hoge Raad 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778.
RZG/ComforMed gaat echter niet om ‘het gelijkheidsbeginsel dat in deze context strekt tot het bieden van gelijke kansen’:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2003:AF2830
3.5.2 Het
onderdeel faalt. Anders dan het onderdeel tot uitgangspunt neemt, heeft het Hof
niet geoordeeld dat sprake is geweest van ongelijke behandeling omdat niet alle
aanbieders door RZG op dezelfde wijze zouden zijn behandeld. Volgens het Hof
heeft RZG het gelijkheidsbeginsel geschonden door niet vooraf helderheid te
verschaffen over de criteria die RZG bij de gunning zou toepassen en over een
aantal voor het uitbrengen van de offerte van belang zijnde feitelijke gegevens
met betrekking tot de omvang van de opdracht. Het oordeel van het Hof dat het
beginsel van gelijke behandeling in het kader van deze aanbestedingsprocedure
meebracht dat aan de (geselecteerde) potentiƫle aanbieders vooraf duidelijkheid
diende te worden verschaft over de gunningscriteria en over de omvang van de
opdracht geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is evenmin onbegrijpelijk
of ontoereikend gemotiveerd. Het waarborgen van gelijke kansen voor de
verschillende aanbieders omvat immers ook het aan hen verschaffen van gegevens
die zij nodig hebben om de naleving van het gelijkheidsbeginsel te kunnen
controleren en een deugdelijke (concurrerende) aanbieding te kunnen doen.
Maar (dus) om het ‘beginsel van gelijke behandeling van inschrijvers’.
En in het arrest was sprake van een onderhandse aanbestedingsprocedure. De ‘verschillende aanbieders’ waren derhalve concreet uitgenodigde (‘geselecteerde’) ondernemers en ‘inschrijvers’.
Het ging dus niet om alle mogelijke aanbieders/ondernemers op de markt die ‘gelijke kansen’ (zouden) moeten krijgen door aan hen, middels een passende mate van openbaarheid, mededingingsruimte te (moeten) bieden.
Lees ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2018/07/dezelfde-kansen-voor-inschrijvers.html
en
https://keesvandewater.blogspot.com/2024/12/het-aanbestedingsrechtelijke.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten