Ik blijf me verbazen. Het concept voor de nieuwe Wmo (versie 16
augustus 2013):
Art. 2.6.3 lid 3 Wmo nieuw:
“3. In afwijking van artikel 2.114, tweede lid, van de Aanbestedingswet
2012 kan het college een overheidsopdracht niet enkel op grond van het
criterium de laagste prijs gunnen.”
MvT artikelsgewijs (concept):
“(-) Het komt er daarom kort gezegd op neer dat de Aanbestedingswet
2012 het gunningscriterium 'economisch meest voordelige inschrijving'
voorschrijft en dat, wanneer de aanbestedende dienst toch kiest voor het
gunningscriterium 'laagste prijs', dit gemotiveerd moet worden.
Artikel 2.6.3, eerste lid, benadrukt dat wanneer de verlening van een
voorziening wordt aanbesteed, het college de overheidsopdracht op grond van de
naar zijn oordeel economisch meest voordelige inschrijving dient te gunnen en
bepaalt vervolgens dat bij het stellen van nadere criteria ter invulling van
het criterium ‘economisch meest voordeling inschrijving’ in ieder geval het
nadere criterium ‘kwaliteit’ wordt opgenomen. Het tweede lid van artikel 2.6.3
bepaalt vervolgens dat het college het criterium ‘laagste prijs’ niet mag
gebruiken bij de aanbesteding van de verlening van een voorziening.
Dientengevolge is er in dit wetsvoorstel geen gelegenheid gebruik te maken van
de mogelijkheid die artikel 2.114, tweede lid, van de Aanbestedingswet 2012
biedt om gemotiveerd te kiezen voor het criterium ‘laagste prijs’. Deze opzet
waarbij sterk wordt ingezet op het waarborgen van de kwaliteit van de verlening
van een voorziening, doet recht aan hetgeen was geregeld in artikel 10, derde
lid, van de Wmo.”
De MvT (concept) sluit (nog) niet aan op artikel 2.6.3, dat thans
blijkbaar (in concept) 3 leden kent. Maar dat terzijde.
Veel verontrustender is, dat ‘Den Haag’- wederom, zie bijv. http://www.kwlegal.nl/download/Opinie%20Amendementen%20Aanbestedingswet%2020-%20(12-02-12).pdf
(pag. 2) - echt niet door lijkt te hebben, dat (waarborging van) ‘kwaliteit’
(minst genomen) begint met een goed bestek/PvE/vraagspecificatie. En dat een
waardeloos bestek/PvE/vraagspecificatie bijvoorbeeld (echt) niet goed gemaakt
kan worden door een EMVI-gunning. Alsof ‘kwaliteit’ (slechts) door middel van
EMVI wordt bereikt. En er zijn (ook) EMVI-gunningen denkbaar, waar de ‘prijs’
wel degelijk, en terecht, een belangrijke rol speelt. Dus wat wil men nu
concreet bereiken met een en ander? Meer (van elkaar afwijkende) regels,
onduidelijkheid, suggestieve ‘waarheden’?
En, tenslotte, de verwijzing naar het huidige art. 10 lid 3 Wmo is minst
genomen misleidend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten