dinsdag 15 augustus 2023

Volgordelijkheid

Een ongeldige inschrijving, een inschrijving van een (in het kader van de ‘uitsluitingsgronden’) uitgesloten inschrijver, en een inschrijving van een (in het kader van de ‘geschiktheidseisen’) niet-geschikte inschrijver worden niet beoordeeld in het kader van de gunningscriteria.

Mede ter voorkoming van onnodige discussie omtrent de kwalitatieve beoordeling moet je zuiver in de leer zijn.

De ‘relevante reden’ waarom de inschrijver (en zijn inschrijving) niet voor gunning in aanmerking komt, is alsdan ook niet (het resultaat van) de kwalitatieve beoordeling.

Verder kan zo’n kwalitatieve beoordeling tot nadelige gevolgen en ongewenste effecten leiden, wanneer sprake is van een ‘relatieve beoordelingsmethode’ waarbij de score van een inschrijving wordt bepaald op basis van een vergelijking met de andere inschrijvingen en dus afhankelijk is van de score van de andere inschrijvingen.

Zie bijvoorbeeld ook artikel 2.26 Aanbestedingswet 2012 (gedeeltelijk):

De aanbestedende dienst die de openbare procedure toepast doorloopt de volgende stappen. De aanbestedende dienst:

a.             maakt een aankondiging van de overheidsopdracht bekend;

b.            toetst of een inschrijver valt onder een door de aanbestedende dienst gestelde uitsluitingsgrond;

c.             toetst of een niet-uitgesloten inschrijver voldoet aan de door de aanbestedende dienst gestelde geschiktheidseisen;

d.            toetst of de inschrijvingen voldoen aan de door de aanbestedende dienst gestelde technische specificaties, eisen en normen;

e.            beoordeelt de geldige inschrijvingen aan de hand van het door de aanbestedende dienst gestelde gunningscriterium, bedoeld in artikel 2.114 en de nadere criteria, bedoeld in artikel 2.115;

[…]

De aanleiding van deze Blog is Rechtbank Den Haag 25 juli 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:11770:

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:11770

1.14.       Wat betreft de volgordelijkheid van de door de Staat bij de beoordeling van de inschrijvingen gezette stappen overweegt de voorzieningenrechter het volgende. De Staat erkent - in ieder geval op een onderdeel - dat hij bij de beoordeling een andere volgorde heeft gehanteerd dan in het Beschrijvend Document staat vermeld. Ook inschrijvingen die terzijde zijn gelegd, zijn nog beoordeeld op het gunningscriterium. De voorzieningenrechter overweegt dat, indien dit wel volgens de beschrijving zou zijn gedaan, het enige verschil is dat Progress mogelijk eerder zou hebben gehoord dat haar inschrijving als ongeldig terzijde zou worden gelegd. Geen enkele inschrijver is er op het gebied van de beoordeling van de inschrijvingen door benadeeld dat dit niet is gebeurd. Het enige nadelige gevolg hiervan zou kunnen zijn dat Progress kosten heeft gemaakt die zij anders niet zou hebben gemaakt. Dat zou hoogstens aanleiding kunnen zijn om aan haar een schadevergoeding toe te kennen, maar dat is in dit geding niet aan de orde. Het eventuele tekortschieten van de Staat op dit punt rechtvaardigt niet dat aan de Staat een intrekkings-/stakingsgebod of een van de andere gevorderde geboden of verboden wordt opgelegd.

Daar kan dus geen algemene rechtsregel uit worden afgeleid.