Ter zake Rechtbank Midden-Nederland 11 januari 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:280:
4.9. […] De
(juridische) voorwaarden waaronder een aanbesteding mag worden ingetrokken
verschillen van de voorwaarden waaronder een ingetrokken aanbesteding mag
worden heraanbesteed. Intrekking is als regel eerder geoorloofd dan
heraanbesteding. Dit onderscheid heeft met name nut indien een aanbestedende
dienst er voor kiest om een ingetrokken aanbesteding niet opnieuw aan te
besteden. In de onderhavige zaak ligt dit echter anders. De gemeente Utrecht is
wél van plan de opdracht opnieuw aan te besteden. Het gaat hier ook niet om een
opdracht die achterwege kan of zal blijven. De voorzieningenrechter is van
oordeel dat het oordeel waarom niet tot heraanbesteding mag worden overgegaan
in dit geval eveneens de conclusie rechtvaardigt dat intrekking van de aanbesteding
niet gerechtvaardigd is. Tussen intrekking en heraanbesteding is in dit geval
sprake van een nauwe samenhang. Uit de stellingen van de gemeente Utrecht is
onvoldoende gebleken dat wordt voldaan aan de door het Hof van Justitie (HvJ EU
18 juni 2002 C-92/00, EU:C:2002:379) geformuleerde criteria dat “de economische
context of feitelijke omstandigheden” dan wel de “behoefte van de betrokken
aanbestedende dienst” zijn gewijzigd en evenmin dat “het concurrentieniveau te
laag was”. (ECLI:NL:RBROT:2016:8025)
Kan (moet) gewezen worden op:
Ter zake:
2.7. Na
een eerste, “inofficiële”, bijeenkomst -door de gemeente Utrecht aangeduid als
de influistersessie- op 7 juni 2016 heeft de gemeente Utrecht op 15 juni 2016
een uitgebreide (80 punten) risico-en zorgenlijst aan [eiseres] gestuurd waarin
zij [eiseres] vooral verzocht om onderdelen van haar bieding te onderbouwen of
te verduidelijken. […]
4.10. […] Daarbij
is van belang dat partijen feitelijk slechts vijf keer overleg hebben gevoerd,
dat de gemeente nooit heeft gereageerd op het concept Plan van Aanpak en dat
hier sprake is van een aanbesteding volgens de Best Value-methode. Dat laatste
brengt met zich dat na de voorlopige gunning een uitwerkingsfase start waarin
de inschrijver aangeeft hoe hij de projectdoelstellingen optimaal gaat
realiseren en waarin de inschrijver zijn beweringen verifieerbaar onderbouwd.
De aanbestedende dienst vervolgens, zo blijkt uit de door de gemeente Utrecht
in deze aanbesteding gegeven presentatie heeft dan als rol: “in plaats van
sturen en controleren deelt opdrachtgever zijn zorgen stelt vragen”. Naar
voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is de gemeente Utrecht deze fase
van het proces niet te goeder trouw ingegaan en is zij te snel tot de conclusie
gekomen dat de aanbesteding moet worden ingetrokken. De gemeente had eerst
serieus het gesprek moeten aangaan over het concept Plan van Aanpak en over de
financiële onderbouwing.
Vraag ik me af, wat (dan) de insteek van de uitvraag in de
aanbestedingsprocedure is geweest? Ik realiseer me, dat in de casus een (divers)
aantal voor mij onbekende (f) actoren een rol spelen (zie bijv. r.o. 4.8). Maar
(toch):
Had men met de ‘uitgebreide (80
punten) risico-en zorgenlijst’ vorengenoemd, (dan) wel een voornemen tot
gunning moeten uitdoen?
En, was de insteek van de uitvraag dan (?) gericht op bijvoorbeeld (1):
Prestatieonderbouwing:
Bewering 1:
Inschrijver zal de onderhoudskosten verlagen (27,5% voor kolken/lijnafwatering
en 5% voor perceelaansluitleidingen) en tevens haar prestaties verbeteren.
Onderbouwing bewering
1: Inschrijver heeft (eerder) in de gemeenten X, Y en Z de onderhoudskosten verlaagd
(27,5% voor kolken/lijnafwatering en 5% voor perceelaansluitleidingen) en
tevens haar prestaties verbeterd. Daartoe gelden de navolgende (‘dominante’) kengetallen:
< ingevuld door inschrijver >.
En worden als (te benaderen) referenties opgevoerd: heer A van gemeente X,
mevrouw B van gemeente Y en heer C van gemeente Z.
En (dus) bijvoorbeeld (2) niet op:
Prestatieonderbouwing:
Vanwege de
navolgende onderbouwde aanpak is inschrijver bij onderhavige opdracht in staat
om de onderhoudskosten te verlagen (meer concreet: 27,5% voor
kolken/lijnafwatering en 5% voor perceelaansluitleidingen) en tevens zijn
prestaties te verbeteren:
1 Aanpak: < ingevuld
door inschrijver >.
1.1 Onderbouwing Aanpak: < ingevuld door inschrijver >.
In welk verband ik opmerk, dat ik in het kader van ‘mijn concrete
opdracht’ niet zo veel kan met voorbeeld (1). En dat ik (dus) liever gericht vraag
naar een concreet aanbod à la voorbeeld (2). Ik wil (immers) weten, waar ik aan
toe ben. En geen onduidelijkheden en zorgen (delen). En vraag (zo nodig) vóór
het voornemen tot gunning om verduidelijking / opheldering (waar overigens voorbeeld
(2) doorgaans weinig aanleiding toe geeft).
Voor een, wat mij betreft, ‘nauwe samenhang’ met een en ander, lees ook:
En wellicht (mogelijk wel wat verder verwijderd) ook: