Als gevolg van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn
gemeenten onder andere verplicht om voor burgers, ter compensatie van de
beperkingen die zij ondervinden in hun zelfredzaamheid en hun maatschappelijke
participatie, een voorziening te treffen die hen in staat stelt om een
huishouden te voeren. Gemeenten kopen de daarmee verband houdende
dienstverlening doorgaans in bij zorginstellingen en andere ondernemingen.
De betreffende dienstverlening moet gespecificeerd worden, zodat
voorafgaande aan de inkoop en tijdens de uitvoering van de opdracht duidelijk
is, wat een en ander omvat. In een poging om volledig te zijn, wordt de
dienstverlening vaak tot in detail door de gemeente beschreven. Het gevolg van
deze detaillering is echter ook vaak onvolledigheid, in-efficiency en (daarmee)
kostenverhogingen.
Bijgevoegd artikel (zie onderstaande link) beoogt inzicht te bieden in mogelijkheden tot
verandering en verbetering en gaat daarom nader in op een door gemeenten
gebruikt ‘p x q model’ en op een functionele (re) specificatie van
huishoudelijke verzorging.
Uit het artikel volgt, dat principieel anders over de tot op heden
bestaande indicatie-, uitvoerings- en inkoopmethodieken met betrekking tot
huishoudelijke verzorging moet worden nagedacht. Te behalen efficiency en
innovatieve oplossingen en werkwijzen moeten daarbij als uitgangspunten leidend
zijn.
Het is (dan) zeer wel denkbaar, dat door middel van een functionele
indicatie richting de cliënt èn een functionele uitvraag richting de
zorgdienstverlener, in de toekomst met minder beschikbare financiële middelen
tenminste (toch) hetzelfde eindresultaat (adequate compensatie in welke vorm
dan ook) behaald kan worden. Of misschien zelfs (wel) meer.