Om de zoveel tijd laait de discussie (weer) op, of ‘Hulp bij het huishouden’ of ‘huishoudelijke verzorging’ een bijlage
II A dienst of een bijlage II B dienst in de zin van het aanbestedingsrecht is.
Ik denk dat die discussie in beginsel onnodig en/of overbodig is. Daar hoeft namelijk
geen discussie over te bestaan. Maar ik denk ook, dat gemeenten het zich zelf
in het voorkomend geval onnodig moeilijk maken en/of zelf aanleiding tot
discussie veroorzaken.
In verband met de komende ontwikkelingen en veranderingen en de
beschikbare financiële middelen als gevolg van de transitie (s) is het nu de
tijd om principieel anders te (gaan) denken over de benadering, aanpak en
invulling van zorg en welzijn respectievelijk maatschappelijke ondersteuning.
In dat verband is het voor gemeenten thans ook aangewezen, om eveneens het
reeds jaren bestaande ‘systeem’ inzake de uitvraag en contractering van (de
uitvoering van) huishoudelijke verzorging als bedoeld in de Wmo te heroverwegen.
Men denkt bij dat ‘systeem’ bijvoorbeeld aan de uitvoering van ‘HH1’ en ‘HH2’
en/of aan een contractuele doelstelling als een ‘schoon en leefbaar huis’. Zo’n
heroverweging kan gemeenten ook aanbestedingsrechtelijk van nut zijn en hen
op dat vlak meer ‘bewegingsvrijheid’ geven. En kan onnodige discussies in de
toekomst voorkomen.
Zie onderstaand artikel:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten