maandag 10 maart 2014

Clusterverbod, splitsingsgebod en percelengedoe


Dat artikel 1.5 Aanbestedingswet 2012 (‘clusterverbod’, ‘splitsingsgebod’ etc.) geen ‘wetgevende parel’ is, een volstrekt vage norm blijkt, als ook tot verschil (-len) in uitgangspunten en interpretatie (s) aanleiding kan geven, volgt inmiddels uit Rechtbank Midden-Nederland 22 november 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:5763, Advies 43 (23 januari 2014) en Advies 53 (24 januari 2014) van de Commissie van Aanbestedingsexperts.

Zie volledig:




En we zijn er waarschijnlijk nog (lang) niet vanaf. Ook ‘Europa’ kan er namelijk wat van. Zie (Nieuwe Richtlijn, versie 30 januari 2014):

Overweging 79:

“Indien de aanbestedende diensten echter verplicht worden de opdracht in percelen te gunnen, zelfs indien dat aanmerkelijk minder voordelige oplossingen zou opleveren dan bij gezamenlijke gunning van alle of meerdere percelen, kan dit ertoe leiden dat het doel van betere toegang van het mkb tot overheidsopdrachten moeilijker haalbaar wordt. Wanneer vooraf duidelijk is aangegeven dat deze mogelijkheid bestaat, moeten de aanbestedende diensten een vergelijkende beoordeling van de inschrijvingen kunnen uitvoeren om uit te maken of de inschrijvingen die door een bepaalde inschrijver voor een specifieke combinatie van percelen wordt ingediend, als geheel genomen, beter aan de gunningscriteria voor deze percelen, vastgesteld overeenkomstig deze richtlijn, voldoen dan inschrijvingen voor ieder perceel afzonderlijk. Is dat het geval, moet het de aanbestedende dienst toegestaan zijn een opdracht aan de betrokken inschrijver te gunnen voor alle percelen gezamenlijk. Duidelijk moet zijn dat de aanbestedende diensten bij het uitvoeren van de vergelijkende beoordeling eerst moeten uitmaken welke inschrijvingen het beste aan de vastgestelde gunningscriteria voldoen voor ieder perceel, en die vervolgens dienen te vergelijken met de inschrijvingen die door een bepaalde inschrijver zijn gedaan voor een specifieke combinatie van percelen, als geheel genomen.”

En artikel 46 lid 3 Nieuwe Richtlijn:

“De lidstaten kunnen bepalen dat, indien meer dan één perceel aan dezelfde inschrijver kan worden gegund, de aanbestedende diensten opdrachten kunnen gunnen voor een combinatie van percelen of voor alle percelen wanneer zij in de aankondiging van de opdracht of in de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling hebben gespecificeerd dat zij zich daartoe de mogelijkheid voorbehouden en aangeven welke percelen of groepen van percelen kunnen worden gecombineerd.”

Ter zake ‘Europa’:

Los van de vraag of een gunningsmethodiek ‘voor alle percelen gezamenlijk’ mogelijk is die (ook) verband houdt met het voorwerp van de opdracht (art. 67 lid 3 Nieuwe Richtlijn) waarop (concreet) wordt ingeschreven (een perceel), wat mij principieel een ‘uitdaging’ lijkt, is heel dat ‘percelengedoe’ in het voorkomend geval dus een wassen neus voor de - overigens ‘ongedefinieerde’ - ‘MKB-er’ die bijvoorbeeld qua capaciteit maar op maximaal 2 van de 10 percelen kan inschrijven.

Althans, ik kan in het voorkomend geval wel wat motiveringen bedenken, dat een gunning op alle percelen gezamenlijk ‘voordeliger’ is. In eerste instantie komt een ‘overheidsopdracht’ bijvoorbeeld ook niet zomaar ‘uit de lucht vallen’.

Over een ‘beperking van de administratieve lasten’ (art. 1.6 Aanbestedingswet 2012, Overweging 84 Nieuwe Richtlijn) zullen we het verder (ook) maar niet (meer) hebben.

Kees van de Water
KW Legal (2014)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten