Ingevolge artikel 2 lid 1 sub 5 Richtlijn 2014/24/EU geldt:
„overheidsopdrachten”: schriftelijke overeenkomsten
onder bezwarende titel die tussen één of meer ondernemers en één of meer
aanbestedende diensten zijn gesloten en betrekking hebben op de uitvoering van
werken, de levering van producten of de verlening van diensten.
Het gaat in het aanbestedingsrecht dus om ‘overeenkomsten’. ‘Aanbod en
aanvaarding’ in de zin van artikel 6: 217 lid 1 BW is (dus) bijvoorbeeld
relevant. En bijvoorbeeld ook het bepaalde in artikel 6: 227 BW:
De verbintenissen die
partijen op zich nemen, moeten bepaalbaar zijn.
Er zijn diverse soorten (denkbare) verbintenissen. Een verbintenis in
verband met de reiniging van een gevel door middel van zandstralen is
bijvoorbeeld een andere verbintenis dan de verbintenis in verband met de
reiniging van een gevel door middel van een (zachte) borstel en spons. Het gaat
daarbij (dan) ook om een concreet (inhoudelijk) verschil in bijvoorbeeld werkwijze,
te gebruiken (werk-) materiaal en het te bereiken resultaat.
Ingevolge artikel 23 lid 1 Richtlijn 2014/24/EU geldt:
Bij verwijzing naar nomenclaturen met betrekking tot
het plaatsen van overheidsopdrachten wordt gebruikgemaakt van de
„gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten”, hierna CPV (Common
Procurement Vocabulary) genoemd, die is vastgesteld bij Verordening (EG) nr.
2195/2002.
Artikel 1 lid 1 van Verordening (EG) nr. 2195/2002 voornoemd luidt als
volgt:
Er wordt één enkel classificatiesysteem voor overheidsopdrachten
vastgesteld: de Gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (Common
Procurement Vocabulary - CPV).
Daartoe is onder meer overwogen:
(1) Het
gebruik van verschillende nomenclaturen doet afbreuk aan de openheid en de
doorzichtigheid van Europese overheidsopdrachten. De gevolgen hiervan voor de
kwaliteit en voor de termijnen voor bekendmaking van de aankondigingen beperken
in de praktijk de toegang van de bedrijven tot overheidsopdrachten.
(3) Het
is zinvol de referenties waarmee de aanbestedende diensten en bedrijven het
voorwerp van overheidsopdrachten omschrijven door middel van één enkel
classificatiesysteem voor overheidsopdrachten te harmoniseren.
Verordening (EG) nr. 2195/2002 is laatstelijk gewijzigd door Verordening (EG) nr. 213/2008. De Overwegingen 1, 2 en 6 van
laatstgenoemde Verordening luiden:
(1) Bij
Verordening (EG) nr. 2195/2002 is de gemeenschappelijke woordenlijst
overheidsopdrachten (CPV) één classificatiesysteem voor overheidsopdrachten,
vastgesteld om de referenties te standaardiseren waarmee aanbestedende diensten
het voorwerp van hun opdrachten omschrijven.
(2) De
structuur, codes en omschrijvingen van de CPV moeten worden aangepast of
gewijzigd in verband met bepaalde ontwikkelingen in de markt en de behoeften
van de gebruikers. Daarbij moet rekening worden gehouden met een aantal
concrete suggesties van belanghebbende partijen en CPV-gebruikers om de CPV op
bepaalde punten te verbeteren. De structuur, codes en omschrijvingen van de CPV
moeten ook worden bijgewerkt om van de CPV een instrument te maken waarmee
overheidsopdrachten doeltreffend langs elektronische weg kunnen worden
geplaatst.
(6) De
structuur van de aanvullende woordenlijst moet volledig worden herzien. Deze
lijst moet logischer worden opgezet met secties die onderverdeeld zijn in
groepen die naast de basiswoordenlijst te gebruiken zijn. De aanvullende
woordenlijst moet ook worden uitgebreid met kenmerken van producten en diensten
omdat daarmee een vereenvoudiging mogelijk wordt in die zin dat het voorwerp
van een opdracht volledig kan worden omschreven en het aantal codes van de
basiswoordenlijst wordt teruggedrongen.
Uit een en ander kan worden opgemaakt, dat de CPV beoogt het voorwerp
van een overheidsopdracht (zo) volledig (mogelijk) te omschrijven.
Uit Bijlage I van Verordening
(EG) nr. 213/2008 volgt onder meer:
1. De CPV bestaat uit een
basiswoordenlijst en een aanvullende woordenlijst.
2. De
basiswoordenlijst heeft een boomstructuur met codes tot negen cijfers met
daarbij een omschrijving van de leveringen, werken of diensten die voorwerp van
de opdracht zijn.
De code bestaat uit acht cijfers en wordt ingedeeld
in:
- afdelingen,
aangeduid met de eerste twee cijfers van de code (XX000000-Y),
- groepen,
aangeduid met de eerste drie cijfers van de code (XXX00000-Y),
- klassen,
aangeduid met de eerste vier cijfers van de code (XXXX0000-Y),
- categorieën,
aangeduid met de eerste vijf cijfers van de code (XXXXX000-Y).
Elk van de laatste drie cijfers staat voor een extra
precisering binnen de categorie.
Een negende cijfer dient voor de verificatie van de
voorgaande cijfers.
[-]
En in Overweging 119 van Richtlijn 2014/24/EU is bijvoorbeeld (ter zake
de “lichte regeling”) opgenomen:
Deze diensten dienen te worden aangeduid onder verwijzing
naar de specifieke bepalingen van de „Gemeenschappelijke woordenlijst
overheidsopdrachten” (Common Procurement Vocabulary - CPV), zoals vastgesteld
bij Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad, die
een hiërarchisch gestructureerde nomenclatuur is met onderverdelingen in
afdelingen, groepen, klassen, categorieën en subcategorieën. Om
rechtsonzekerheid te voorkomen moet worden verduidelijkt dat een verwijzing
naar een afdeling geen impliciete verwijzing naar de daaronder vallende
onderverdelingen inhoudt. Indien een specifiekere verwijzing nodig wordt
geacht, moeten alle relevante referenties worden vermeld, eventueel in de vorm
van een reeks codes.
Uit een en ander volgt, dat een concreet te onderscheiden CPV-code, (ook)
een concreet te onderscheiden (‘losse’) overheidsopdracht veronderstelt. In
verband met bijvoorbeeld “de toegang van
de bedrijven tot overheidsopdrachten”, “dat
het voorwerp van een opdracht volledig kan worden omschreven” en “een extra precisering binnen de categorie”
voornoemd.
Zie bijvoorbeeld de navolgende CPV-codes uit
Bijlage III van Verordening (EG) nr. 213/2008 (Schakelschema tussen de CPV en
de NACE Rev 1):
45452000-0, Reiniging
van de buitenmuren van gebouwen, en;
45452100-1, Reinigen
van buitenmuren door middel van zandstralen.
‘Zandstralen’ betekent (inhoudelijk) wat anders, dan het gebruik van
bijvoorbeeld een spons of een hoge druk reiniger. De toelichting in Bijlage V (NACE) van Verordening (EG) nr. 213/2008 bij
de betreffende klasse 45.45 (‘Overige werkzaamheden in verband met de afwerking
van gebouwen’) vermeldt (dan) ook:
Deze klasse omvat:
[-]
- gevelreiniging met behulp van stoom,
door middel van zandstralen enz.;
[-]
De CPV (-codes) maakt (maken) door middel van een ‘extra precisering’
(laatste 3 cijfers) het verschil tussen ‘zandstralen’ en andere vormen van
reiniging duidelijk en mogelijk. Onverlet (dus) dezelfde ‘afdeling’ (45),
dezelfde ‘groep’ (454), dezelfde ‘klasse’ (4545) en dezelfde ‘categorie’
(45452).
Een en ander biedt in beginsel concrete mogelijkheden om bijvoorbeeld
op dezelfde dag twee inhoudelijk verschillende overeenkomsten met elk een
waarde onder de drempel met één ondernemer aan te gaan, terwijl de gezamenlijke
waarde van die overeenkomsten bijvoorbeeld wel boven de drempel uitkomt.
Vereist is (dan) wel, een feitelijk inhoudelijke onderbouwing aan de hand van
de concrete inhoud en invulling van de voorgenomen overeenkomst (-en) in
combinatie met (een) daarbij behorende CPV-code (s).
Een en ander is daarnaast echter ook een aandachtspunt, waar het
artikel 1.5 lid 1 Aanbestedingswet 2012 (‘clusterverbod’) betreft:
Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf
voegt opdrachten niet onnodig samen. [-]
En (dus) wellicht ‘interessant’ vanaf 18 april 2016, alle opgenomen in
Bijlage XIV van Richtlijn 2014/24/EU (drempel: € 750.000,-- ex BTW):
98513310-8,
Thuishulpdiensten;
98514000-9,
Huishoudelijke diensten;
85310000-5,
Maatschappelijke diensten;
85311100-3,
Welzijnszorg voor bejaarden;
85312310-5, Diensten
voor begeleiding;
85320000-8, Sociale
diensten.
In beginsel inhoudelijk verschillende overeenkomsten (denkbaar en mogelijk).
En ook verschillende ‘afdelingen’, ‘groepen’, ‘klassen’ en ‘categorieën’......
Onrechtmatig ‘knippen’ of ‘splitsen’?
Ik wil daar niet (al) te snel in mee gaan. ‘Alles aanbesteden’ (of ‘aankondigen’)
kan altijd nog…..
Enerzijds is de jurisprudentie waarbij een onrechtmatige ‘splitsing’
werd aangenomen (immers) met name ‘werken-gerelateerd’. Zie bijvoorbeeld: Gerecht
29 mei 2013 in zaak T-384/10 (Spanje/Commissie), HvJEU 15 maart 2012 in zaak
C-574/10 (Commissie/Duitsland), HvJEG 5 oktober 2000 in zaak C-16/98
(Commissie/Frankrijk) en Rechtbank Arnhem 25 januari 2010, ECLI:NL:RBARN:2010:BL2848. En waarbij
(verder) ook niet aan de hand van concrete CPV-codes lijkt te zijn
geprocedeerd.
Anderzijds
duiden Rechtbank Den Bosch 10 september 2012, ECLI:NL:RBSHE:2012:BX7223 en Rechtbank Den Haag 16 mei 2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BW7424, waarbij geen onrechtmatige ‘splitsing’ werd aangenomen,
op een inhoudelijke benadering van de betreffende overeenkomsten. Waarbij wel
moet worden opgemerkt, dat ook daar niet aan de hand van concrete CPV-codes lijkt
te zijn geprocedeerd.
En verder hebben we (ook) nog de ‘functionele uitleg’ van de (Europese)
aanbestedingsregels. Zie bijvoorbeeld HvJEU 15 maart 2012 in zaak C-574/10 (Commissie/Duitsland). En
de ‘economische en technische functie’ van een bepaalde overheidsopdracht. Zie
bijvoorbeeld (naar analogie) Hof Den Bosch 1 december 2015,
ECLI:NL:GHSHE:2015:4943 en Hof Arnhem-Leeuwarden 13 januari 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:122.
Maar ook zij zullen in het
voorkomend geval moeten ‘afrekenen’ met de inhoudelijke feitelijkheid van de (betreffende)
overeenkomsten in kwestie. En met nut, doel en strekking van de CPV
(-codes) zoals vastgelegd in Verordeningen (EG).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten