Het opnemen van ‘eisen’ in een aanbestedingsprocedure is in veel
gevallen ‘formeel’, ‘spelregel-technisch’, ‘juridisch’ e.d. goed mogelijk. Dus
‘doet’ men het in veel gevallen (blijkbaar) maar….. Zonder (ook) bij voorbaat goed
naar de eventuele praktische gevolgen en consequenties van een en ander (tijd,
geld, moeite, frustratie e.d.) te kijken.
(Wel ‘gewonnen’ maar,) Kan dit bijvoorbeeld (ook) niet anders:
Rechtbank Overijssel 25 mei 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:1797:
2.9. Bij
brief van 10 maart 2016 hebben de gemeenten aan Connexxion bericht dat zij voor
de percelen 1, 2, 4, 5, 6, 7, 10 en 12 de economisch meest voordelige
inschrijving heeft ingediend en dat zij voornemens zijn om deze percelen aan
Connexxion te gunnen.
2.10. Ter
verificatie dat Connexxion voldoet aan onder meer de in paragraaf 1.2.8.
gestelde eis, hebben de gemeenten Connexxion verzocht de vereiste bewijsstukken
over te leggen.
2.11. Bij
brief van 5 april 2016 hebben de gemeenten Connexxion onder meer het volgende
bericht:
“Bij de
verificatie van het door Connexxion aangeleverde bewijsstuk voor vraag 1.2.8,
oftewel het meest recente bedrijfsoordeel van het Sociaal Fonds Taxi, is door
de gemeente Twenterand vastgesteld dat dit bedrijfsoordeel dateert van 25
november 2013. Ten tijde van de sluitingstermijn voor inschrijving, zijnde 23
februari 2016, was het meest recente bedrijfsoordeel van Sociaal Fonds Taxi
voor Connexxion derhalve ouder dan 2 jaar. Dit heeft tot gevolg dat
Connexxion niet voldoet aan de in de aanbesteding gestelde knock-out
eis bij vraag 1.2.8. Op basis van het voorgaande wordt de inschrijving van
Connexxion als ongeldig door de gemeente Twenterand ter zijde gelegd en kan
deze niet (meer) voor gunning van de eerdergenoemde percelen in aanmerking
komen. De gunningsbeslissing van 10 maart 2016 aan Connexxion wordt hierbij dan
ook ingetrokken. (…)”.
Ja, dan kan. Zie namelijk:
En als men weet heeft van, of (juist) zou moeten weten, dat ‘Formulier
Model K’ als sinds ‘de oorsprong’ (zie ARW 2004, bijv. art. 2.31.2) het nodige
‘gedoe’ oplevert, zou zo’n - inmiddels (ARW 2012) niet meer verplichte - eis
dan geen ‘speciale behandeling/vermelding’ vereisen ter voorkoming van omissies
in de inschrijvingen?
Ook ‘gewonnen’: Rechtbank Noord-Nederland 25 mei 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:2442:
4.8. Ook
het feit dat sommige andere vereiste documenten, die in bijlage 5 van de
aanbestedingsleidraad staan opgesomd, daarnaast nog expliciet in paragraaf 4.7
van de aanbestedingsleidraad worden genoemd, terwijl dat bij de model
K-verklaring niet het geval is, maakt niet dat het vereiste van de model
K-verklaring op een onvoldoende duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze
is geformuleerd. Gelet op de verwijzing in de aanbestedingsleidraad naar
bijlage 5 was voor iedere behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende
inschrijver duidelijk dat een model K-verklaring moest worden overgelegd. In
dit verband zij nog opgemerkt dat Vaessen wél een model K-verklaring heeft
overgelegd bij de inschrijving.
4.9. Gesteld
noch gebleken is dat Vaessen c.s. uit de aanbestedingstukken heeft mogen
afleiden dat in geval van een combinatie-inschrijving volstaan kon worden met
de overlegging van de model K-verklaring van slechts één van de combinanten.
Dat in geval van een combinatie-inschrijving door beide combinanten een verklaring
diende te worden overlegd, volgt ook uit artikel 2.22.3 ARW 2012, nu daarin is
bepaald dat de inschrijver, indien de aanbesteder dat heeft voorgeschreven, bij
de inschrijving een model K-verklaring dient over te leggen en dat in het geval
de inschrijver een samenwerkingsverband van ondernemers is, de inschrijver een
dergelijke verklaring van een bestuurder van iedere ondernemer verstrekt.
Ingevolge paragraaf 4.6.7 van de aanbestedingsleidraad dient een inschrijving
te voldoen aan de in de ARW 2012 gestelde eisen. Nu Vaessen c.s. zich op het
standpunt stelt dat zij als combinatie heeft ingeschreven, had derhalve bij de
inschrijving zowel een model K-verklaring van Vaessen als van Sportfondsen
Uranus moeten worden overgelegd, hetgeen niet is gebeurd.
Maar een specifieke (uitdrukkelijke) paragraaf in een
aanbestedingsdocument ter zake voorkomt wellicht bij voorbaat (ook) een hoop
gedoe en kosten ‘achteraf’. En levert wellicht (ook) een uitstekende
inschrijving op, waar de aanbesteder zijn voordeel mee kan doen……
Iets zegt mij, dat (bepaalde) rechtszaken in beginsel ook bij voorbaat
voorkomen (hadden) kunnen worden. Het vergt (dan) wel de nodige ervaring,
communicatief vermogen en praktisch inlevingsvermogen van de aanbesteder (en
zijn adviseurs)……..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten