Wat men ook van ‘de opdracht’ en/of (het) aanbesteden (daarvan) vindt. De
aanbesteder bepaalt zelf zijn ‘behoefte’. Hij mag uitgaan van ‘normaal
oplettende en behoorlijk geïnformeerde inschrijvers’. De inlichtingenronde is
er (ook) niet voor niks. Klagen kan (altijd). En in aanbestedingsprocedures geldt
in beginsel (toch): ‘Doen wat de
aanbesteder vraagt’.
Want (anders), bijvoorbeeld Rechtbank Amsterdam 9 februari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:755:
4.3. Kern
van het geschil is dat Hand in Hand van mening is dat zij zonder het
inschakelen van onderaannemers in staat is volledig zelfstandig te voldoen aan
de zorgbehoefte van de jeugdigen in segment C, ondersteuningsprofiel 6, hetgeen
door de Gemeente in twijfel wordt getrokken.
4.4. […] Voor
zover Hand in Hand dit anders ziet, had het op haar weg gelegen in haar
implementatieplan goed onderbouwd uiteen te zetten dat de aanbestede opdracht
altijd en onder alle omstandigheden volledig kan worden uitgevoerd zonder
daarbij onderaannemers te betrekken. Zij heeft dit nagelaten. Ook ter zitting
is op dit punt een weinig overtuigende toelichting gegeven.
4.7. Het
standpunt dat het door Hand in Hand ingeleverde implementatieplan op twee
punten niet de informatie bevat die de Gemeente wilde hebben, is begrijpelijk,
mede gelet op de gegeven summiere toelichting. Hand in Hand heeft moeten merken
dat de eisen waaraan het implementatieplan moest voldoen, op twee punten
wrongen met haar werkwijze en het had op haar weg gelegen om daarover
opheldering te vragen bij - of tijdig te verschaffen aan - de Gemeente. Dat
heeft zij niet gedaan. Zij heeft een plan ingeleverd dat de Gemeente geen inzicht
biedt in de manier waarop Hand in Hand binnen het nieuwe systeem zal werken. De
beoordelingscommissie kon het implementatieplan van Hand in Hand dan ook in
redelijkheid als onvoldoende beoordelen.
(En) Zelfs wanneer het (allemaal) ‘niks voorstelt’:
Rechtbank Oost-Brabant 24 februari 2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:976:
4.8. Dat
aan het plan van aanpak van social return geen punten worden toegekend
(gunningscriterium is immers laagste prijs) en het plan dus geen invloed heeft
op de rangorde bij de gunning, leidt, anders dan Mouwrik veronderstelt, niet
tot een ander oordeel.
In de op deze aanbesteding van toepassing verklaarde
bepalingen ligt besloten dat een aanbesteder de inschrijvers mag vragen om
gegevens die nodig zijn om vast te kunnen stellen of de inschrijving conform is
aan de gestelde normen en eisen. De gemeenten hebben gemotiveerd toegelicht dat
de ideeën met betrekking tot social return onderdeel uitmaken van het aanbod
van de inschrijver, omdat de gemeenten de inschrijvers, bij aanvaarding van het
aanbod social return, in de uitvoeringsfase van de aanbesteding aan dit plan
van aanpak kunnen houden. De door de gemeenten gestelde eis van indiening van
een plan van aanpak social return bij inschrijving, op straffe van ongeldigheid
van de inschrijving, acht de voorzieningenrechter daarmee niet
disproportioneel. Het had bovendien op de weg van Mouwrik gelegen om, als zij
van oordeel was dat sprake was van een disproportionele eis in het bestek,
daarover in een eerder stadium te klagen en/of vragen te stellen. Dat heeft zij
nagelaten. Niet goed valt in te zien waarom Mouwrik niet simpelweg een plan van
aanpak heeft ingediend bij haar inschrijving, nu een dergelijk plan, zoals zij
zelf stelt, op grond van de door de gemeenten genoemde randvoorwaarden, niks
voorstelt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten