vrijdag 3 maart 2017

Niks voorstelt


Wat men ook van ‘de opdracht’ en/of (het) aanbesteden (daarvan) vindt. De aanbesteder bepaalt zelf zijn ‘behoefte’. Hij mag uitgaan van ‘normaal oplettende en behoorlijk geïnformeerde inschrijvers’. De inlichtingenronde is er (ook) niet voor niks. Klagen kan (altijd). En in aanbestedingsprocedures geldt in beginsel (toch): ‘Doen wat de aanbesteder vraagt’.

Want (anders), bijvoorbeeld Rechtbank Amsterdam 9 februari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:755:


4.3.        Kern van het geschil is dat Hand in Hand van mening is dat zij zonder het inschakelen van onderaannemers in staat is volledig zelfstandig te voldoen aan de zorgbehoefte van de jeugdigen in segment C, ondersteuningsprofiel 6, hetgeen door de Gemeente in twijfel wordt getrokken.

4.4.        […] Voor zover Hand in Hand dit anders ziet, had het op haar weg gelegen in haar implementatieplan goed onderbouwd uiteen te zetten dat de aanbestede opdracht altijd en onder alle omstandigheden volledig kan worden uitgevoerd zonder daarbij onderaannemers te betrekken. Zij heeft dit nagelaten. Ook ter zitting is op dit punt een weinig overtuigende toelichting gegeven.

4.7.        Het standpunt dat het door Hand in Hand ingeleverde implementatieplan op twee punten niet de informatie bevat die de Gemeente wilde hebben, is begrijpelijk, mede gelet op de gegeven summiere toelichting. Hand in Hand heeft moeten merken dat de eisen waaraan het implementatieplan moest voldoen, op twee punten wrongen met haar werkwijze en het had op haar weg gelegen om daarover opheldering te vragen bij - of tijdig te verschaffen aan - de Gemeente. Dat heeft zij niet gedaan. Zij heeft een plan ingeleverd dat de Gemeente geen inzicht biedt in de manier waarop Hand in Hand binnen het nieuwe systeem zal werken. De beoordelingscommissie kon het implementatieplan van Hand in Hand dan ook in redelijkheid als onvoldoende beoordelen.

(En) Zelfs wanneer het (allemaal) ‘niks voorstelt’:

Rechtbank Oost-Brabant 24 februari 2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:976:


4.8.        Dat aan het plan van aanpak van social return geen punten worden toegekend (gunningscriterium is immers laagste prijs) en het plan dus geen invloed heeft op de rangorde bij de gunning, leidt, anders dan Mouwrik veronderstelt, niet tot een ander oordeel.
In de op deze aanbesteding van toepassing verklaarde bepalingen ligt besloten dat een aanbesteder de inschrijvers mag vragen om gegevens die nodig zijn om vast te kunnen stellen of de inschrijving conform is aan de gestelde normen en eisen. De gemeenten hebben gemotiveerd toegelicht dat de ideeën met betrekking tot social return onderdeel uitmaken van het aanbod van de inschrijver, omdat de gemeenten de inschrijvers, bij aanvaarding van het aanbod social return, in de uitvoeringsfase van de aanbesteding aan dit plan van aanpak kunnen houden. De door de gemeenten gestelde eis van indiening van een plan van aanpak social return bij inschrijving, op straffe van ongeldigheid van de inschrijving, acht de voorzieningenrechter daarmee niet disproportioneel. Het had bovendien op de weg van Mouwrik gelegen om, als zij van oordeel was dat sprake was van een disproportionele eis in het bestek, daarover in een eerder stadium te klagen en/of vragen te stellen. Dat heeft zij nagelaten. Niet goed valt in te zien waarom Mouwrik niet simpelweg een plan van aanpak heeft ingediend bij haar inschrijving, nu een dergelijk plan, zoals zij zelf stelt, op grond van de door de gemeenten genoemde randvoorwaarden, niks voorstelt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten