“Iedere voorziening te treffen
die de voorzieningenrechter passend acht en die recht doet aan de belangen van […]”
“(dan) verzoekt […] een andere
maatregel te nemen die in goede justitie redelijk is en recht doet aan de
belangen van […]”
“elke andere voorziening te
treffen die de voorzieningenrechter passend acht en die recht doet aan de
belangen van […]”
“elke andere voorziening te
treffen die de voorzieningenrechter geraden voorkomt en recht doet aan de
belangen van […]”
Enz.
Rechtbank Den Haag 20 februari 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:2971:
4.7. […] De
uiterst subsidiaire vordering om maatregelen te treffen die de
voorzieningenrechter juist en geraden acht, maakt het voorgaande niet anders.
Het is aan een eisende partij om weer te geven welk resultaat zij wenst te
bereiken door middel van het formuleren van concrete vorderingen die op haar
stellingen aansluiten.
Rechtbank Oost-Brabant 11 maart 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:1378:
4.2. De
meer subsidiaire vordering kan niet worden toegewezen omdat die er op neer zou
komen dat de voorzieningenrechter zou moeten bedenken welke vordering(en)
mogelijk toewijsbaar is/zijn, dan wel (zou)den kunnen zijn. Wat de
voorzieningenrechter betreft wordt het spel zo niet gespeeld. Het is (in
beginsel) aan partijen om niet alleen te bedenken welk resultaat zij wensen te
bereiken maar ook welke vordering(en) (met welke grondslag) bij het te bereiken
resultaat past dan wel passen en toewijsbaar zou(den) kunnen zijn. De meer
subsidiaire vordering, die op de keper beschouwd, inhoudsloos is, dient dan ook
te worden afgewezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten