In de praktijk wordt aangenomen, dat een inschrijving van een
ondernemer geen zoektocht en/of zoekplaatje voor de aanbesteder kan en mag
zijn.
Het hoger beroep inzake Rechtbank Den Haag 26 juli 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:8416
in Hof Den Haag 19 december 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:3549:
17. Met
de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat hiermee in algemene zin is
voldaan aan de motiveringsverplichting van de Staat. Juist in het licht van
hetgeen in het Beschrijvend Document van de inschrijvers werd gevraagd, konden
[appellanten] uit de scores van henzelf en de factoren waarop die scores waren
gebaseerd, alsmede uit de scores van de winnende inschrijvers afleiden welke
onderdelen van hun inschrijvingen goed hadden gescoord en welke onderdelen
minder goed. Uit de (factoren waarop die) scores (waren gebaseerd) waren
daarmee ook de relatieve voordelen van de winnende inschrijvers af te leiden.
De Staat heeft er terecht op gewezen dat het hem niet is toegestaan
bedrijfsvertrouwelijke informatie van de andere inschrijvers met [appellanten]
te delen. [appellanten] hebben ook niet aangegeven hoe een nadere toelichting
ten aanzien van de scores van de winnende inschrijvers méér informatie had
kunnen bevatten dan de scores als zodanig in combinatie met de eigen gegevens,
een en ander afgezet tegen de eisen uit het Beschrijvend Document. Anders dan
[appellanten] betogen, gaat het vereiste van effectieve rechtsbescherming niet
zover dat de Staat [appellanten] in de gelegenheid zou moeten stellen de aan de
winnende inschrijvers gegevens scores te controleren. De beoordeling van een
inschrijving is immers aan de aanbestedende dienst. Het recht van een afgewezen
inschrijver om een gunningsbeslissing aan te vechten brengt niet mee dat hij
(i) kennis neemt van de andere inschrijvingen en (ii) aan de hand daarvan de
beoordeling door de aanbestedende dienst controleert.
Lijkt (daarentegen) wel een zoektocht en/of zoekplaatje voor de
inschrijver te (kunnen) veronderstellen.
Eerder:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten