De oorsprong van de ‘doorgelegde
aanbestedingsplicht’ ligt in r.o. 100 van HvJEG 12
juli 2001 in zaak C-399/98 (Ordine
degli Architetti e.a.), het ‘Scala-arrest’:
Dat betekent niet, dat de richtlijn in
geval van aanleg van een infrastructurele voorziening slechts wordt nageleefd,
indien het gemeentebestuur zelf de in deze richtlijn omschreven
aanbestedingsprocedures toepast. Het nuttig effect daarvan zou evengoed worden
verzekerd, indien het gemeentebestuur op grond van de nationale wetgeving de
exploitant-vergunninghouder door middel van de met hem gesloten overeenkomsten
kon verplichten de overeengekomen werken uit te voeren volgens de in de
richtlijn omschreven procedures, zulks ter vervulling van de verplichtingen die
dienaangaande krachtens de richtlijn op het gemeentebestuur rusten. In dat
geval moet de exploitant krachtens de met de gemeente gesloten overeenkomsten
die hem vrijstellen van betaling van de bijdrage in de exploitatiekosten als
tegenprestatie voor de aanleg van een openbare infrastructurele voorziening,
worden beschouwd als houder van een uitdrukkelijke volmacht van de gemeente
voor de aanleg van deze voorziening. Deze mogelijkheid dat de voorschriften van
de richtlijn inzake bekendmaking worden toegepast door andere personen dan de
aanbestedende dienst, is in artikel 3, lid 4, van de richtlijn uitdrukkelijk
geregeld voor concessieovereenkomsten voor openbare werken.
Bij een ‘doorgelegde
aanbestedingsplicht’, zie voor de voorwaarden en (beperkte) mogelijkheden
overigens ook HvJEG 20 oktober 2005 in zaak C-264/03
(Commissie/Frankrijk), gaat een ondernemer (niet zijnde een
aanbestedende dienst) een aanbestedingsprocedure uitvoeren.
Het valt mij op, dat weinig mensen weet hebben van (het) ‘als houder van
een uitdrukkelijke volmacht van de gemeente’ uit
r.o. 100 voornoemd. En wat de eventuele gevolgen en risico’s van een en
ander (zouden) kunnen zijn.
Ik denk dan namelijk aan het bepaalde in artikel 3: 60 BW:
1 Volmacht
is de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de
gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten.
2 Waar
in deze titel van rechtshandeling wordt gesproken, is daaronder het in
ontvangst nemen van een verklaring begrepen.
En aan het bepaalde in artikel 3: 66 lid 1 BW:
Een door de gevolmachtigde binnen de grenzen van zijn
bevoegdheid in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in
haar gevolgen de volmachtgever.
Zou zo’n ondernemer bijvoorbeeld adequaat op de hoogte zijn van de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur? Werkt een door de gemeente ter zake
bedongen verbintenisrechtelijke vrijwaring (dan) ook in een politieke omgeving?
De ‘doorgelegde
aanbestedingsplicht’; makkelijker gezegd, dan gedaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten