‘Meerwerk’ en ‘kostenvergoeding’ zijn geen vieze woorden. En ook niet
iets verkeerds.
‘Meerwerk’ en ‘kostenvergoeding’ zijn/worden namelijk in het voorkomend
geval contractueel overeengekomen. Daar heeft een ‘aannemer’ in het voorkomend
geval (dus) recht op.
Zie bijvoorbeeld § 35 lid 1 van de Uniforme administratieve voorwaarden
voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV
2012):
Verrekening van meer
en minder werk vindt plaats:
a. ingeval van bestekswijzigingen (§ 36);
b. ingeval van afwijkingen van de
bedragen van de stelposten (§ 37);
c. ingeval van afwijkingen van
geschatte hoeveelheden (§ 38, tweede lid);
d. ingeval van afwijkingen van
verrekenbare hoeveelheden (§ 39);
e. in
de gevallen waarin verrekening als meer en minder werk in deze UAV of in de
overeenkomst is voorgeschreven. In deze gevallen is het bepaalde in par. 36 lid
1a van overeenkomstige toepassing.
Bijvoorbeeld in combinatie met § 36 leden 1 en 1a UAV 2012:
1. Onder
bestekswijzigingen worden verstaan wijzigingen in het bestek, het werk of de
voorwaarden van uitvoering van het werk.
1a. In
geval van door de opdrachtgever gewenste bestekswijzigingen kan de aannemer
slechts dan een verhoging van de prijs vorderen, wanneer hij de opdrachtgever
tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende
prijsverhoging, tenzij de opdrachtgever die noodzaak uit zichzelf had moeten
begrijpen.
Of § 44 lid 1 van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor
geïntegreerde contracten 2005 (UAV-GC 2005):
Behoudens het bepaalde in § 45 heeft de Opdrachtnemer
uitsluitend recht op kostenvergoeding en/of termijnsverlenging indien:
(a) deze
UAV-GC 2005 daar uitdrukkelijk in voorzien en onder de voorwaarde dat kosten
en/of vertraging hun oorzaak vinden in een omstandigheid die niet aan de
Opdrachtnemer kan worden toegerekend, of
(b) kosten
en/of vertraging hun oorzaak vinden in een omstandigheid waarvoor de
Opdrachtgever krachtens de Overeenkomst verantwoordelijk is en waartegen de
Opdrachtnemer niet behoefde te waarschuwen gelet op diens in § 4 lid 7 genoemde
verplichting, of
(c) zich
een onvoorziene omstandigheid voordoet van dien aard dat de Opdrachtgever naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet mag verwachten dat de
Overeenkomst ongewijzigd in stand blijft.
Grote kans, dat een aanbestedingsprocedure waarin sprake is van onzekerheden
(denk bijvoorbeeld aan RO-aspecten (planologie en vergunningen), milieuaspecten
en -vervuilingen, bodemaspecten, nadere besluitvormingsaspecten, afhankelijkheden
en invloeden van derden en/of eigendomsaspecten) uiteindelijk tot (onder meer) ‘meerwerk’
of ‘kostenvergoeding’ in de uitvoering leidt.
Daar kan en mag men de ‘aannemer’ dan (ook) niet op aankijken. Daar is
de aanbesteder namelijk zelf bij (geweest).
Als het, overigens, al tot een uitvoering komt……………
Geen opmerkingen:
Een reactie posten