woensdag 28 november 2018

Bevestigingen


Het in het voorkomend geval door een aanbesteder te voeren ‘Grossmann-verweer’ kent zijn oorsprong in HvJEG 12 februari 2004 in zaak C-230/02 (Grossmann Air Service). Men zie bijvoorbeeld uit dat arrest:

36          Dienaangaande zij eraan herinnerd dat richtlijn 89/665, blijkens de eerste en de tweede overweging van de considerans ervan, bedoeld is ter versterking van de zowel op nationaal als op gemeenschapsniveau bestaande voorzieningen die de doeltreffende toepassing van de communautaire richtlijnen inzake het plaatsen van overheidsopdrachten moeten waarborgen, in het bijzonder in een stadium waarin de schendingen nog ongedaan kunnen worden gemaakt. Daartoe verplicht artikel 1, lid 1, van deze richtlijn de lidstaten te waarborgen dat tegen de door de aanbestedende diensten genomen onwettige besluiten doeltreffend en zo snel mogelijk beroep kan worden ingesteld (zie met name arresten van 28 oktober 1999, Alcatel Austria e.a., C-81/98, Jurispr. blz. I-7671, punten 33 en 34; 12 december 2002, Universale-Bau e.a., C-470/99, Jurispr. blz. I-11617, punt 74, en 19 juni 2003, Fritsch, Chiari & Partner e.a., C-410/01, Jurispr. blz. I-6413, punt 30).
37          Vastgesteld moet worden dat wanneer een persoon geen beroep instelt tegen een besluit van de aanbestedende dienst houdende vaststelling van de specificaties van een oproep tot inschrijving, ofschoon hij zich daardoor gediscrimineerd acht omdat zij hem beletten op zinvolle wijze deel te nemen aan de betrokken aanbestedingsprocedure, en de kennisgeving van het besluit tot gunning van de opdracht afwacht vooraleer deze juist op grond van de discriminerende aard van genoemde specificaties aan te vechten voor de verantwoordelijke instantie, zulks niet beantwoordt aan de doelstellingen van snelheid en doeltreffendheid van richtlijn 89/665.
38          Een dergelijke handelwijze belemmert immers de daadwerkelijke toepassing van de communautaire richtlijnen inzake het plaatsen van overheidsopdrachten, omdat zij de instelling van beroepsprocedures, waarvoor de lidstaten ingevolge richtlijn 89/665 moeten zorgen, zonder objectieve reden kan vertragen.

Om de zoveel tijd vindt, logischerwijs, een bevestiging plaats van ‘vaste jurisprudentie’. ‘Grossmann Air Service’ is in dat verband (wederom) bevestigd in HvJEU 28 november 2018 in zaak C-328/17 (Amt Azienda Trasporti e Mobilità e.a.):


Wel met een klein ‘slordigheidje’:

52          Desalniettemin zij eraan herinnerd dat dat beroep, om geen afbreuk te doen aan de zowel met richtlijn 89/665 als met richtlijn 92/13 beoogde doelstellingen van snelheid en doeltreffendheid, pas kan worden ingesteld nadat het besluit tot gunning van de opdracht door de aanbestedende dienst is vastgesteld (zie in die zin arrest van 12 februari 2004, Grossmann Air Service, C-230/02, EU:C:2004:93, punt 37).

Bedoeld is immers ‘[…] niet pas kan worden ingesteld […]’.

Zie bijvoorbeeld ook:

52          It must be pointed out that, so as not to undermine the objectives of speed and effectiveness laid down by Directive 89/665 and Directive 92/13, such an action cannot be brought after notification of the decision awarding the contract has been adopted by the contracting authority (see, to that effect, Grossmann Air Service, C-230/02, EU:C:2004:93, paragraph 37).

En voor het overige bevestigt het arrest, dat de aanbesteder in beginsel zelf zijn (eigen) inkoopbehoefte bepaalt:

57          […] Gelet op het feit dat de aanbestedende dienst vrij is in de beoordeling van zijn behoeften, kan niet van tevoren worden uitgesloten dat de keuze van de Regio om de vervoerdiensten op regionaal niveau te organiseren legitiem was omdat deze bijvoorbeeld was ingegeven door economische overwegingen, zoals de wens om schaalvoordelen te realiseren.

Wel (zo) handig in verband met bijvoorbeeld het ‘clusterverbod’.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten