Artikel I van de ‘Regeling van de
Minister van Economische Zaken van 23 juni 2016, nr. WJZ/16087848, tot
wijziging van de Regeling modellen eigen verklaring’ (Staatscourant 2016
nr. 34239, 30 juni 2016) luidt als volgt:
“De Regeling modellen
eigen verklaring wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 komt te
luiden:
Artikel 1
Als model voor de eigen verklaring, bedoeld in artikel
2.84 van de Aanbestedingswet 2012, wordt aangewezen het standaardformulier,
bedoeld in bijlage 2, van de Uitvoeringsverordening (EU), nr. 2016/7 van de
Commissie van 5 januari 2016 houdende een standaardformulier voor het Uniform
Europees Aanbestedingsdocument (PbEU 2016, L3), met uitzondering van deel IV,
onderdelen A tot en met D, van dat formulier.
B
De bijlagen 1 en 2
vervallen.”
Bijlage 2 van de ‘Uitvoeringsverordening
(EU), nr. 2016/7 van de Commissie van 5 januari 2016 houdende een
standaardformulier voor het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (PbEU 2016,
L3)’ voornoemd is het ‘STANDAARDFORMULIER
VOOR HET UNIFORM EUROPEES AANBESTEDINGSDOCUMENT (UEA)’.
In Deel II B van dat standaardformulier is, zie pag. 24 van de Uitvoeringsverordening
(EU) nr. 2016/7 voornoemd, opgenomen:
“[…] Volledige
naam;
samen met
geboortedatum en -plaats, indien voorgeschreven […]”
‘Indien voorgeschreven’. De
Europese Commissie schrijft dus niet voor, dat een ‘geboortedatum en -plaats’ verplicht (zouden) moeten worden vermeld/opgenomen
in het betreffende formulier.
In Deel II B van het ‘Interactieve
PDF-formulier’ (EZ, versie 1-juni 2017) is onder meer opgenomen:
Informatie over de vertegenwoordigers van de
ondernemer
Vermeld, indien van toepassing, naam/namen en
adres/adressen van de persoon/personen die gemachtigd is/zijn om de ondernemer
bij deze aanbestedingsprocedure te vertegenwoordigen:
Volledige naam:
Geboortedatum: Geboorteplaats:
[…]
Een motivering van/voor een en ander kan ik (echter) niet vinden. Het ‘indien van toepassing’ heeft, volgens de
toelichting, betrekking op:
“Alleen nodig indien
afgeweken
wordt van de
vertegenwoordigingsbevoegdheid
zoals opgenomen in
het KvK
Handelsregister.”
En in Deel II B van de ‘UEA-module
in TenderNed’ is onder meer opgenomen:
B: Informatie over de vertegenwoordigers van de
ondernemer
Vermeld, indien van toepassing, naam en adres van een
of meer personen die gemachtigd zijn om de ondernemer bij deze
aanbestedingsprocedure te vertegenwoordigen:
Voornaam
Achternaam
Geboortedatum
Geboorteplaats
Straat en huisnummer:
Postcode:
Plaats:
Land:
[…]
Ook hier mis ik (een) motivering.
Is de gevraagde informatie in het UEA voornoemd in overeenstemming met
het bepaalde in de ‘Verordening (EU)
2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de
bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van
persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot
intrekking van Richtlijn 95/46/EG’, de ‘algemene
verordening gegevensbescherming’ (‘AVG’)?
Denk daarbij bijvoorbeeld aan Overweging 4 van de AVG (gedeeltelijk):
De verwerking van persoonsgegevens moet ten dienste
van de mens staan. Het recht op bescherming van persoonsgegevens heeft geen
absolute gelding, maar moet worden beschouwd in relatie tot de functie ervan in
de samenleving en moet conform het evenredigheidsbeginsel tegen andere
grondrechten worden afgewogen. […]
Of aan artikel 5 lid 1 AVG (gedeeltelijk):
Persoonsgegevens
moeten:
[…]
b) voor
welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden worden
verzameld en mogen vervolgens niet verder op een met die doeleinden
onverenigbare wijze worden verwerkt; de verdere verwerking met het oog op
archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of
statistische doeleinden wordt overeenkomstig artikel 89, lid 1, niet als
onverenigbaar met de oorspronkelijke doeleinden beschouwd („doelbinding”);
c) toereikend
zijn, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden
waarvoor zij worden verwerkt („minimale gegevensverwerking”);
[…]
En/of aan artikel 6 lid 1 AVG:
De verwerking is alleen rechtmatig indien en voor
zover aan ten minste een van de onderstaande voorwaarden is voldaan:
a) de
betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking van zijn
persoonsgegevens voor een of meer specifieke doeleinden;
b) de
verwerking is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de
betrokkene partij is, of om op verzoek van de betrokkene vóór de sluiting van
een overeenkomst maatregelen te nemen;
c) de
verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting die op
de verwerkingsverantwoordelijke rust;
d) de
verwerking is noodzakelijk om de vitale belangen van de betrokkene of van een
andere natuurlijke persoon te beschermen;
e) de
verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang
of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan
de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen;
f) de
verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen
van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de
belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die
tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen,
met name wanneer de betrokkene een kind is.
De eerste alinea, punt f), geldt niet voor de
verwerking door overheidsinstanties in het kader van de uitoefening van hun
taken.
Wellicht. In de veronderstelling, dat de Memorie van toelichting bij
artikel 4.14a Aanbestedingswet 2012 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34
329, nr. 3, pag. 124-125) in combinatie met ‘(de) door betrokkene gegeven toestemming’ in kwestie relevant is.
Want, onverlet het bepaalde in bijvoorbeeld artikel 2.86 lid 3
Aanbestedingswet 2012, de ‘noodzaak’ en/of ‘evenredigheid’ van de in/middels
het UEA gevraagde gegevens voornoemd zie ik (eigenlijk) niet.
Meer weten over het UEA? Zie:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten