woensdag 10 mei 2017

Vaste prijs


Rechtbank Den Haag 12 januari 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:4854:


4.1.        De voorzieningenrechter overweegt allereerst dat op onderhavige aanbesteding het regime van artikel 2.38 en 2.39 Aw van toepassing is. Ingevolge lid 2 van artikel 2.39 Aw zijn bij toepassing van deze procedure uitsluitend de paragrafen 2.3.1.2, 2.3.2.1 en 2.3.3.1, afdeling 2.3.4 en paragraaf 2.3.8.9 van hoofdstuk 2.3 Aw van toepassing. Gelet hierop is artikel 2.114 Aw (dat is opgenomen in paragraaf 2.3.8.4 Aw) niet van toepassing. De stellingen die [eiseres] baseert op de toepasselijkheid van dit artikel kunnen derhalve reeds gelet hierop worden gepasseerd en het CJIB is derhalve ook niet verplicht om te gunnen op basis van laagste prijs of emvi.

4.2.        Artikel 1.4 Aw is wel op onderhavige aanbesteding van toepassing. Ingevolge lid 2 van dit artikel dient een aanbestedende dienst zorg te dragen voor het leveren van zo veel mogelijk maatschappelijke waarde voor de voor de publieke middelen bij het sluiten van de overeenkomst die aanleiding vormt voor de aanbestedingsprocedure. Anders dan [eiseres] betoogt (althans lijkt te betogen) impliceert dit niet dat inschrijvers in een aanbestedingsprocedure zich moeten kunnen onderscheiden op de prijscomponent. Uit dit artikel kan niet (in algemene zin) worden afgeleid dat een aanbesteding met een vaste prijs niet toelaatbaar is. Zoals het CJIB terecht aanvoert kan zo veel mogelijk maatschappelijke waarde ook worden gerealiseerd door inschrijvers te vragen voor het beschikbare vaste tarief zoveel mogelijk maatschappelijke waarde te leveren. Gelet hierop en omdat uit de eerdere (ingetrokken) aanbestedingsprocedures over dezelfde opdracht reeds is gebleken dat concurrentie op prijs ten aanzien van onderhavige opdracht niet of slechts zeer beperkt mogelijk lijkt te zijn (vgl. paragraaf 1.4 van het Beschrijvend Document), kan aan het CJIB niet worden tegengeworpen dat de prijs niet als gunningscriterium is aangemerkt.

Vergelijk artikel 67 lid 2 Richtlijn 2014/24/EU:

[…] Het kostenelement kan ook de vorm aannemen van een vaste prijs of vaste kosten op basis waarvan de ondernemers zullen concurreren op kwaliteitscriteria alleen. […]

En/of Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34 329, nr. 3, pag. 82 (artikelsgewijze toelichting op artikel 2.115 Aanbestedingswet 2012):

[…] Het is wel mogelijk het kostenelement vorm te geven door middel van een vaste prijs of vaste kosten op basis waarvan de ondernemers in een aanbesteding louter concurreren op kwaliteitscriteria. […]

Wat ‘Europees’ kan en mag, kan en mag ‘niet-Europees’ (‘nationaal’) ook.” O.i.d.

Zie ook:


Over (de) ‘maatschappelijke waarde’ (ook):




Geen opmerkingen:

Een reactie posten