Rechtbank Den Haag 3 januari 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:483
4.2. Welke
kwalificatie aan het verstrekken van deze nieuwe informatie moet worden
gegeven, is in dit geval echter niet relevant. Ook als het een aanvulling
betreft met nieuwe redenen voor de afwijzing van GSN, kunnen die in dit geval
in aanmerking worden genomen. De Staat kan worden gevolgd in zijn stelling dat
het mogelijk moet zijn om, indien blijkt dat er misverstanden zijn ontstaan of
fouten zijn gemaakt, deze op te helderen dan wel te herstellen. De weg die in
een dergelijk geval gevolgd moet worden, is het intrekken van de gegeven
beslissing en het nemen van een nieuwe beslissing, met vermelding daarbij van
alle redenen voor die beslissing. Daartoe is de Staat weliswaar niet met zoveel
woorden overgegaan, maar uit haar inhoudelijke mededelingen blijkt genoegzaam
dat zij de opdracht nog steeds wil gunnen aan ISS World waartoe de in de brief
van 7 november 2017 genoemde motivering redengevend is. Daarbij heeft de Staat
aan GSN een nieuwe termijn van twintig dagen gegeven om bezwaar te maken tegen
die beslissing. Van enig inhoudelijk verschil met de voorgeschreven handelwijze
is dan ook geen sprake. Verder mag aangenomen worden dat een nieuwe beslissing
geheel gelijkluidend zal zijn, zoals de Staat ter zitting ook heeft verklaard.
GSN heeft voorts ruimschoots de tijd gehad na de verzending van de brief van 7
november 2017 en vóór de zitting van 19 december 2017 om zich hierover te
beraden. Er zijn dan ook geen gronden aanwezig om de nieuwe motivering als
ontoelaatbaar buiten beschouwing te laten.
“Daartoe is de Staat weliswaar
niet met zoveel woorden overgegaan, maar […]” verdient geen navolging in de
praktijk.
Immers, als ISS World (en/of mogelijke andere inschrijvers) bij brief van
7 november 2017 niet ter zake een intrekking (van het eerdere voornemen tot
gunning) en een nieuwe standstill
termijn is (zijn) bericht.
Dan is dit relevant:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten