April 2004:
HvJEU 29 april 2004 in zaak
C-496/99 P (Succhi di Frutta):
111 Het
beginsel van doorzichtigheid, dat er het corollarium van vormt, heeft in
essentie ten doel te waarborgen dat elk risico van favoritisme en willekeur
door de aanbestedende dienst wordt uitgebannen. Het impliceert dat alle
voorwaarden en modaliteiten van de gunningsprocedure in het
aanbestedingsbericht of in het bestek worden geformuleerd op een duidelijke,
precieze en ondubbelzinnige wijze, opdat, enerzijds, alle behoorlijk
geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers de juiste draagwijdte kunnen
begrijpen en zij deze op dezelfde manier interpreteren, en, anderzijds, de
aanbestedende dienst in staat is om metterdaad na te gaan of de offertes van de
inschrijvers beantwoorden aan de criteria welke op de betrokken opdracht van
toepassing zijn.
Juli 2019:
Rechtbank
Limburg 23 juli 2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:6843:
4.10. Dat
geen van de potentiële inschrijvers vooraf over de beoordelingssystematiek
vragen heeft gesteld, mag niet worden tegengeworpen aan de inschrijver(s). De
beoordelingssystematiek is niet transparant en dat dient voor rekening en
risico van de gemeenten te komen.
4.11. Alleen
al om de reden dat het beoordelingssysteem niet voldoet aan de eisen van
transparantie, die daaraan gesteld moeten worden, dienen de gemeenten over te
gaan tot heraanbesteding.
Augustus 2019:
Rechtbank Limburg 22 augustus 2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:7719:
4.7. De
voorzieningenrechter is van oordeel dat IGOM de factor -0.1 niet achteraf had
mogen introduceren in de bepaling van de score op het onderdeel prijs. Er is
echter geen aanleiding om te moeten oordelen dat (alleen al) vanwege het ten
onrechte hanteren van een van te voren onbekende factor in de berekening van de
score op prijs heraanbesteed moet worden. Bij een juiste toepassing van de
berekening van de prijsscore op basis van de wel van te voren bekende gegevens,
wijzigt de uitkomst van de aanbesteding immers niet.
[…]
4.12. Driessen
baseert haar betoog volledig op het feit dat zij vooraf geen inzicht heeft in
de urenaantallen en dat zij achteraf geconfronteerd wordt met urenaantallen per
fase (c.q. schaal), zoals die blijken uit productie 3 en 4 van de zijde van
IGOM. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dit inzicht in de
inlichtingenfase verkregen had kunnen worden door het stellen van (de juiste)
vragen. Nu dit niet is gebeurd, kan niet worden volgehouden dat het
beoordelingssysteem niet transparant is.
De voorzieningenrechter voegt daaraan toe dat omdat in
dit geval sprake is van twee inschrijvers de onderlinge verhouding gelijk
blijft onafhankelijk van het aantal uren dat wordt gehanteerd. Driessen zal als
laagste aanbieder op het onderdeel prijs altijd het beste scoren.
4.13. Er is
geen aanleiding om te moeten oordelen dat vanwege het hanteren van
urenaantallen die van te voren niet gedeeld zijn met de potentiële inschrijvers
heraanbesteed moet worden. Bij een correcte toepassing van de door de inschrijvers
opgegeven omrekenfactoren en opslagen (uren x factor /opslag) ligt de
onderlinge verhouding op de prijs van de aanbesteding met deze twee
inschrijvers vast. De stelling dat er geen maximumprijs is bepaald maakt dat
niet anders.
Het kan verkeren……………………………….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten