‘Grossmann’ gaat niet altijd
op.
Zie namelijk Rechtbank Midden-Nederland 27 september 2019,
ECLI:NL:RBMNE:2019:4581:
4.19.1. Uit het
Grossmann-arrest (HvJEG 12 februari 2004, C-230/02) en de daarop gebaseerde
jurisprudentie volgt dat van een adequaat handelend inschrijver/gegadigde mag
worden verwacht dat hij of zij zich proactief opstelt bij het naar voren
brengen van bezwaren in het kader van een aanbestedingsprocedure.
De eisen van redelijkheid en billijkheid die de
inschrijver/gegadigde jegens de aanbestedende dienst in acht heeft te nemen,
brengen mee dat hij zijn bezwaren duidelijk naar voren brengt en in een zo
vroeg mogelijk stadium aan de orde stelt, zodat eventuele onregelmatigheden
desgewenst kunnen worden gecorrigeerd met zo min mogelijk consequenties voor
het verdere verloop van de aanbestedingsprocedure.
4.19.2. Rivez
heeft zich proactief opgesteld. Zij heeft in het kader van de Nota van
Inlichtingen geklaagd over al deze klachten. Zij heeft Cedris ook uitdrukkelijk
verzocht om meer informatie te geven. Cedris was dus met deze klachten bekend
en was er ook mee bekend dat Rivez vond dat er te weinig informatie was
gegeven. Het is vervolgens aan Cedris, als aanbestedende dienst, om te
beoordelen of dit verzoek tot een aanpassing van de aanbestedingsprocedure moet
leiden of niet. Zij heeft in dit geval geantwoord dat de inschrijvers het
moeten doen met de informatie die is gegeven. Dat Rivez toen geen kort geding
is gestart en een inschrijving heeft ingediend, betekent niet dat Cedris erop
mocht vertrouwen dat zij haar vóór de inschrijving geuite klachten heeft
prijsgegeven.
Dat gaat te ver. Ook al is in de aanbestedingsstukken
vermeld dat een inschrijver door een inschrijving te doen zich conformeert aan
de voorwaarden zoals gesteld in de aanbestedingsstukken. Een inschrijver kan
niet anders dan dit te verklaren, want anders kan hij niet meedoen aan de
aanbesteding. Er kan hierover ook niet worden onderhandeld; het is de
aanbestedende dienst die de voorwaarden bepaalt waaronder de aanbesteding
plaatsvindt en het is daarbij “take it or leave it” en dat laatste is voor een
inschrijver geen optie, omdat het om grote commerciële belangen gaat. Cedris
heeft de kans gehad om op basis van de klachten van Rivez voor de
inschrijvingstermijn de aanbestedingsprocedure aan te passen, maar heeft ervoor
gekozen om dat niet te doen, omdat die procedure volgens haar geen
onregelmatigheden bevatte. Dan is het haar risico dat Rivez hetzelfde nog eens
naar voren brengt in een kort geding als nu wordt gevoerd.
Er werd bijvoorbeeld ook tijdig geklaagd in Rechtbank Noord-Nederland 2
februari 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:376, Rechtbank Gelderland 26 april 2017,
ECLI:NL:RBGEL:2017:2447, Rechtbank Midden-Nederland 29 april 2015,
ECLI:NL:RBMNE:2015:2954 en Rechtbank Den Haag 25 februari 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:2965.
Dat maakt het (wel) ‘inhoudelijk’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten