woensdag 12 november 2014

(VNG Model) Inkoopvoorwaarden


Eigenlijk vind ik artikel 14.1 van het VNG Model Inkoopvoorwaarden nogal (of wellicht te) ver gaan:

“De Contractant vrijwaart de Gemeente tegen eventuele aanspraken van derden terzake van schade door deze derden geleden ten gevolge van de uitvoering door de Contractant van de Overeenkomst en het gebruik of toepassing van de geleverde Goederen of Diensten van de Contractant.”

Ik ben namelijk niet zo van de ‘vrijwaringen’.

En ook de redactie van het artikel lijkt niet helemaal, zoals ‘eigenlijk bedoeld’. Indachtig bijvoorbeeld de ‘afdrukapparatuur (multifunctionals, repro-machines en printers)-branche’: Stel dat een burger daadwerkelijk schade lijdt door een onrechtmatig besluit, waarvan hij (als vanzelfsprekend) een ‘print’ (of desnoods een kopie) heeft ontvangen. Lees dan de bepaling nog maar eens na….. Ik zou eerder denken aan ‘ten gevolge van de niet deugdelijke uitvoering door de Contractant’. O.i.d.

En dit lijkt inmiddels ook een ‘verplicht nummertje’ (antwoord) in de Inlichtingenronde (dat niet altijd wordt ‘geaccepteerd’):

“Het VNG-Model volgt qua aansprakelijkheid het BW. Gelet op de betreffende bepalingen in het BW en de (eventuele) rol van de rechter is uitdrukkelijk geen sprake van ‘onbeperkte aansprakelijkheid’, noch van ‘onverzekerbaarheid’.

Artikel 14 van de Inkoopvoorwaarden handelt zowel om ‘wanprestatie’ als om ‘onrechtmatige daad’. In het onrechtmatige daad recht wordt geen onderscheid gemaakt tussen ‘directe’ en ‘indirecte’ schade. Ook in het (BW-) contractenrecht is ‘directe’ en ‘indirecte’ schade niet nader gedefinieerd.

Voorts kunnen de voorgestelde aanpassingen/zinnen de facto en/of in het voorkomend geval leiden tot een nagenoeg algehele uitsluiting van aansprakelijkheid. Het is zeer de vraag in hoeverre een en ander ook (on-) redelijk is voor de opdrachtgever.

Tevens zijn de voorgestelde aanpassingen/zinnen in beginsel (te) ongenuanceerd. De toerekenbaarheid van schade aan een ‘fout’ (onrechtmatige (daad-) handeling of contractuele tekortkoming) hangt mede af van de ‘fout’ en de concrete omstandigheden van het geval. Een schadepost die bijvoorbeeld bij de ene onrechtmatige (daad-) handeling of contractuele tekortkoming ‘direct’ is, is bij een andere mogelijk ‘indirect’. Daar bij voorbaat op ‘ingaan’ of ‘speculeren’ doet geen recht aan de (eventuele) concrete omstandigheden van het geval en/of aan de belangen van opdrachtgever in het (eventuele) concrete geval.

Tenslotte lijkt ons Afdeling 10 van Titel 1 van Boek 6 BW, waaronder bijvoorbeeld artikel 6: 98 BW, in alle redelijkheid voldoende aanknopingspunten in/voor het concrete geval voor betrokken partijen, waaronder in het voorkomend geval een rechter, te bieden.”

Maar, wellicht ‘helpt’ Rechtbank Zeeland-West-Brabant 6 november 2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:7530 vanaf nu:


R.o. 4.4 (gedeeltelijk):

“De gemeenten hebben, onder verwijzing naar antwoord 2 uit de tweede Nota van Inlichtingen, uitdrukkelijk betwist dat zij ten nadele van de inschrijvers zijn afgeweken van het wettelijke stelsel van het verbintenissenrecht. In dit antwoord is onder meer gesteld:

De verschillende onderdelen van artikel 14 dienen in samenhang gelezen te worden. Daaruit blijkt, dat geen sprake is van onbeperkte aansprakelijkheid/vrijwaring. Uit artikel 14.1 blijkt dat de opdrachtnemer slechts aansprakelijk is voor schade die ontstaat door een toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad van opdrachtnemer of personen waar opdrachtnemer voor aansprakelijk is. Dit is in lijn met het Nederlandse Burgerlijk Wetboek (“BW’) en hiermee zijn ook alle beperkingen uit het BW, bijvoorbeeld in verband met eigen schuld, van toepassing. Niet valt in te zien, waarom het Nederlandse wetgeving en algemene voorwaarden die daarbij aansluiten op dit punt disproportioneel zou moeten worden geacht .”

De voorzieningenrechter is van oordeel dat de gemeenten met dit antwoord duidelijk hebben aangegeven dat alle beperkingen van het BW van toepassing zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor de mogelijkheid tot matiging indien volledige schadevergoeding onaanvaardbaar is (artikel 6:109 BW), het beroep op eigen schuld (artikel 6:101 BW) en de beperking te vinden in artikel 6:98 BW. De voorzieningenrechter stelt dan ook vast dat de gemeenten geen verdergaande aansprakelijkheid dan die op grond van het BW als uitgangspunt nemen en deze vervolgens hebben gelimiteerd in artikel 14.2. Dat betekent dat de gemeenten, anders dan Canon stelt, geen ongelimiteerde aansprakelijkheid van de inschrijver verlangen, en in het bijzonder ook geen ongelimiteerde vrijwaring voor schade van derden verlangen. [-].”

Van strijd met Voorschrift 3.9 D lid 2 van de Gids Proportionaliteit blijkt ook geen sprake.

Althans, voor zover het de ‘afdrukapparatuur (multifunctionals, repro-machines en printers)-branche’ betreft.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten