Eigenlijk vind ik artikel 14.1 van het VNG Model Inkoopvoorwaarden nogal
(of wellicht te) ver gaan:
“De Contractant vrijwaart de Gemeente tegen eventuele aanspraken
van derden terzake van schade door deze derden geleden ten gevolge van de uitvoering
door de Contractant van de Overeenkomst en het gebruik of toepassing van de
geleverde Goederen of Diensten van de Contractant.”
Ik ben namelijk niet zo van de ‘vrijwaringen’.
En ook de redactie van het artikel lijkt niet helemaal, zoals ‘eigenlijk
bedoeld’. Indachtig bijvoorbeeld de ‘afdrukapparatuur
(multifunctionals, repro-machines en printers)-branche’: Stel dat een burger
daadwerkelijk schade lijdt door een onrechtmatig besluit, waarvan hij (als
vanzelfsprekend) een ‘print’ (of desnoods een kopie) heeft ontvangen. Lees dan
de bepaling nog maar eens na….. Ik zou eerder denken aan ‘ten gevolge van de
niet deugdelijke uitvoering door de Contractant’. O.i.d.
En dit lijkt inmiddels ook een ‘verplicht nummertje’ (antwoord) in de
Inlichtingenronde (dat niet altijd wordt ‘geaccepteerd’):
“Het VNG-Model volgt qua aansprakelijkheid het BW. Gelet op de
betreffende bepalingen in het BW en de (eventuele) rol van de rechter is
uitdrukkelijk geen sprake van ‘onbeperkte aansprakelijkheid’, noch van
‘onverzekerbaarheid’.
Artikel 14 van de
Inkoopvoorwaarden handelt zowel om ‘wanprestatie’ als om ‘onrechtmatige daad’.
In het onrechtmatige daad recht wordt geen onderscheid gemaakt tussen ‘directe’
en ‘indirecte’ schade. Ook in het (BW-) contractenrecht is ‘directe’ en
‘indirecte’ schade niet nader gedefinieerd.
Voorts kunnen de
voorgestelde aanpassingen/zinnen de facto en/of in het voorkomend geval leiden
tot een nagenoeg algehele uitsluiting van aansprakelijkheid. Het is zeer de
vraag in hoeverre een en ander ook (on-) redelijk is voor de opdrachtgever.
Tevens zijn de voorgestelde
aanpassingen/zinnen in beginsel (te) ongenuanceerd. De toerekenbaarheid van
schade aan een ‘fout’ (onrechtmatige (daad-) handeling of contractuele
tekortkoming) hangt mede af van de ‘fout’ en de concrete omstandigheden van het
geval. Een schadepost die bijvoorbeeld bij de ene onrechtmatige (daad-)
handeling of contractuele tekortkoming ‘direct’ is, is bij een andere mogelijk
‘indirect’. Daar bij voorbaat op ‘ingaan’ of ‘speculeren’ doet geen recht aan
de (eventuele) concrete omstandigheden van het geval en/of aan de belangen van
opdrachtgever in het (eventuele) concrete geval.
Tenslotte lijkt ons
Afdeling 10 van Titel 1 van Boek 6 BW, waaronder bijvoorbeeld artikel 6: 98 BW,
in alle redelijkheid voldoende aanknopingspunten in/voor het concrete geval
voor betrokken partijen, waaronder in het voorkomend geval een rechter, te
bieden.”
Maar, wellicht ‘helpt’ Rechtbank Zeeland-West-Brabant 6 november 2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:7530 vanaf nu:
R.o. 4.4 (gedeeltelijk):
“De gemeenten hebben,
onder verwijzing naar antwoord 2 uit de tweede Nota van Inlichtingen,
uitdrukkelijk betwist dat zij ten nadele van de inschrijvers zijn afgeweken van
het wettelijke stelsel van het verbintenissenrecht. In dit antwoord is onder
meer gesteld:
“ De verschillende
onderdelen van artikel 14 dienen in samenhang gelezen te worden. Daaruit
blijkt, dat geen sprake is van onbeperkte aansprakelijkheid/vrijwaring. Uit
artikel 14.1 blijkt dat de opdrachtnemer slechts aansprakelijk is voor schade
die ontstaat door een toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad van
opdrachtnemer of personen waar opdrachtnemer voor aansprakelijk is. Dit is in
lijn met het Nederlandse Burgerlijk Wetboek (“BW’) en hiermee zijn ook alle
beperkingen uit het BW, bijvoorbeeld in verband met eigen schuld, van
toepassing. Niet valt in te zien, waarom het Nederlandse wetgeving en algemene
voorwaarden die daarbij aansluiten op dit punt disproportioneel zou moeten
worden geacht .”
De voorzieningenrechter
is van oordeel dat de gemeenten met dit antwoord duidelijk hebben aangegeven
dat alle beperkingen van het BW van toepassing zijn. Dit geldt bijvoorbeeld
voor de mogelijkheid tot matiging indien volledige schadevergoeding
onaanvaardbaar is (artikel 6:109 BW), het beroep op eigen schuld (artikel 6:101
BW) en de beperking te vinden in artikel 6:98 BW. De voorzieningenrechter stelt
dan ook vast dat de gemeenten geen verdergaande aansprakelijkheid dan die op
grond van het BW als uitgangspunt nemen en deze vervolgens hebben gelimiteerd
in artikel 14.2. Dat betekent dat de gemeenten, anders dan Canon stelt, geen
ongelimiteerde aansprakelijkheid van de inschrijver verlangen, en in het
bijzonder ook geen ongelimiteerde vrijwaring voor schade van derden verlangen. [-].”
Van strijd met Voorschrift 3.9 D lid 2 van de
Gids Proportionaliteit blijkt ook geen sprake.
Althans, voor zover het de ‘afdrukapparatuur
(multifunctionals, repro-machines en printers)-branche’ betreft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten