Artikel 125 lid 1 Rv luidt als volgt:
“Het geding is aanhangig vanaf de dag van dagvaarding.”
Zo ook Rechtbank Den Haag 8 oktober 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:12506:
“5.1. De Staat en Concorde hebben als preliminair verweer
aangevoerd dat Manpower niet-ontvankelijk is in haar vorderingen omdat Manpower
de onderhavige procedure niet tijdig aanhangig heeft gemaakt (buiten de
zogenaamde 'Alcateltermijn'). De dagvaarding is immers uitgebracht op 21
augustus 2014, terwijl het kort geding uiterlijk op 20 augustus 2014 - door
middel van het betekenen van een dagvaarding aan de Staat - aanhangig had
moeten worden gemaakt. De voorzieningenrechter overweegt daarover het volgende.
5.2. Vooropgesteld wordt dat op grond van het bepaalde in
artikel 125 lid 1 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering een geding
'aanhangig' is vanaf de dag der dagvaarding. Mede gelet op hetgeen hierna nog
wordt overwogen, kan Manpower dan ook niet worden gevolgd in haar stelling dat
zij met de verzending op 19 augustus 2014 van het formulier "Aanvraag kort
geding" aan de rechtbank tijdig is opgekomen tegen de gunningsbeslissing.
[-]
5.6. Voor zover Manpower zich er op heeft beroepen dat de
rechtbank haar de datum waarop het kort geding kan plaatsvinden te laat heeft
doorgegeven, wordt ook dat bezwaar verworpen. Het is immers de eigen verantwoordelijkheid
van Manpower om tijdig een datum voor een kort geding te verkrijgen, zo nodig
middels het aan de advocaten bekende piketnummer, en vervolgens - binnen de
Alcateltermijn - over te gaan tot dagvaarding. Ten overvloede wijst de
voorzieningenrechter er nog op dat uit het griffiedossier volgt dat de
zogenaamde 'appointering' van de onderhavige zaak plaatsvond op dezelfde dag
als waarop het kort geding werd aangevraagd door Manpower, te weten 19 augustus
2014, alsmede dat de voor het kort geding bepaalde datum (8 oktober 2014)
diezelfde dag nog telefonisch is doorgegeven aan de (kantoren van de) advocaten
van Manpower en de Staat door de griffie van de rechtbank. Daar komt bij dat
uit een faxbericht van (de advocaat van) Manpower aan de rechtbank van 20
augustus 2014 blijkt dat zij op 20 augustus 2014 op de hoogte was de geplande
kort gedingdatum, alsmede dat haar op 20 augustus 2014 om 17.14 uur door de
voorzieningenrechter is medegedeeld dat zij tot dagvaarding kan overgaan, ook
al heeft zij het gebruikelijke bevestigingsformulier nog niet ontvangen van de
griffie van de rechtbank. Overigens geeft Manpower in dat faxbericht aan dat
zij het bevestigingsformulier enkel nodig heeft voor haar dossier. Ook uit het
voorgaande volgt dat Manpower de Staat nog op 20 augustus 2014 had kunnen
dagvaarden in kort geding. Dat zulks na 17.14 uur niet meer mogelijk zou kunnen
zijn, is niet geloofwaardig.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten