maandag 14 mei 2018

Ongeldig


Het ‘speciale’ karakter van (het) aanbesteden en een aanbestedingsprocedure volgt bijvoorbeeld uit Rechtbank Den Haag 10 april 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:5486:


4.9.        Jungheinrich heeft tot slot betoogd dat zij geen afstand heeft willen nemen van de bepalingen in de raamovereenkomsten, maar slechts in haar eigen woorden een samenvatting heeft willen geven van de opzet daarvan. Zo stelt Jungheinrich dat zij hoe dan ook op grond van artikel 12 van de raamovereenkomst gehouden is interne transportmiddelen te herstellen of te vervangen die fouten of gebreken bevatten. Dat betoog kan haar niet baten. Indien Jungheinrich had willen aansluiten bij de bepalingen in de raamovereenkomsten, had zij kunnen volstaan met de mededeling daarvan. Dat Jungheinrich zich niet daartoe heeft beperkt, maar eigen definities en omschrijvingen heeft gehanteerd in haar inschrijving, komt voor haar eigen rekening en risico. Zoals hiervoor overwogen, is zij met die bepalingen in haar inschrijving afgeweken van de bepalingen in de raamovereenkomsten. Dat zij zich bij opdrachtverlening hoe dan ook dient te conformeren aan de bepalingen van de raamovereenkomsten, laat onverlet dat haar inschrijving hiermee onvergelijkbaar is geworden met andere inschrijvingen. De conclusie is dan ook dat de inschrijving van Jungheinrich terecht ongeldig is verklaard. Gelet hierop behoeven de nieuwe argumenten van de Staat, op grond waarvan Jungheinrich naar zijn oordeel eveneens zou moeten worden uitgesloten van deelname en zij dus hoe dan ook geen belang zou hebben bij herbeoordeling, geen bespreking.

Formaliteiten (-recht)?

Het is maar, wat je (dan) als uitgangspunt neemt. ‘Klant is koning’? ‘Doen wat de aanbesteder vraagt’?

Artikel 1 lid 2 Richtlijn 2014/24/EU:

Aanbesteding in de zin van deze richtlijn is de aankoop door middel van een overheidsopdracht van werken, leveringen of diensten door één of meer aanbestedende diensten van door deze aanbestedende diensten gekozen ondernemers, ongeacht of de werken, leveringen of diensten een openbare bestemming hebben of niet.

Artikel 2 lid 1 sub 5 Richtlijn 2014/24/EU:

„overheidsopdrachten”: schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel die tussen één of meer ondernemers en één of meer aanbestedende diensten zijn gesloten en betrekking hebben op de uitvoering van werken, de levering van producten of de verlening van diensten

Artikel 6: 217 lid 1 BW:

Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.

Een overeenkomst komt in het voorkomend geval tot stand door een inschrijving en de aanvaarding daarvan……..

Waarom zou de aanbestedende dienst een aanbod waar hij niet om heeft gevraagd, (moeten) aanvaarden?

Lees verder bijvoorbeeld ook:





Geen opmerkingen:

Een reactie posten