Een in beginsel subjectieve beoordeling wordt geobjectiveerd door een adequate invulling van het motiveringsbeginsel.
Zie bijvoorbeeld Rechtbank Midden-Nederland 29 januari 2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:285:
3.23. Omdat het hier gaat om kwalitatieve criteria is het onvermijdelijk dat de beoordeling van deze criteria door het beoordelingsteam een enigszins subjectief karakter heeft, maar dat levert niet per definitie strijd met het transparantiebeginsel op. De controleerbaarheid van de toegekende eindscore staat of valt met de deugdelijkheid van de motivering die het beoordelingsteam daaraan ten grondslag heeft gelegd. Alleen dan kan een inschrijver immers controleren op welke gronden het beoordelingsteam een bepaalde maatregel als uitstekend, goed, matig of slecht en al dan niet voldoende SMART heeft aangemerkt en om welke reden de effectiviteit van een bepaalde maatregel volgens het beoordelingsteam al dan niet onomstotelijk is aangetoond. Een deugdelijke motivering van de toegekende eindscore stelt de inschrijver ook in staat om met de aanbestedende dienst in discussie te gaan over de uitkomst van de beoordeling. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter biedt de gunningssystematiek de inschrijvers in dit geval voldoende mogelijkheid om te beoordelen of de inschrijvingen correct zijn beoordeeld, mits de gunningsbeslissing voldoende is gemotiveerd.
Lees ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten