Je kunt maar beter op tijd zijn in (rechtbank) Maastricht.
Een ‘onaanvaardbaarheidsberoep’ leidt (immers) niet tot een ‘onaanvaardbaarheidsoordeel’ in Rechtbank Limburg 11 maart 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:2310:
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2021:2310
4.4. […] De
eisen van de goede procesorde brengen dan met zich dat van een redelijk bekwaam
en redelijk handelende overheidsinstantie in een geval als het onderhavige waar
termijnen van groot belang zijn, mag worden verwacht dat zij, menende dat
sprake is van een processueel ondeelbare rechtsverhouding, haar kompanen meeneemt
ter zitting of een volmacht vraagt van haar kompanen of tijdig de tegenpartij
meedeelt waarom zij dit niet kan doen. Het gaat in elk geval niet aan dat,
indien slechts een van hen wordt gedagvaard, deze in een geval als het
onderhavige zich beroept op de stelling dat ook haar andere kompanen hadden
moeten worden gedagvaard en de gemeentes derhalve niet als eenheid kunnen
worden gezien. Een andere opvatting miskent dat de gemeentes er zijn om de
belangen van hun burgers te dienen. De uiterst formele opstelling die de
gemeente Maastricht hier heeft betrokken en die, was haar mening gevolgd, ertoe
had geleid dat niet wordt toegekomen aan een materiële beoordeling van het
geschil, levert in een geval als het onderhavige strijd op met een goede
procesorde. […]
4.5. Bij
de beoordeling wordt voorop gesteld dat Agapè Zorg aan haar vordering alleen
ten grondslag heeft gelegd dat sprake is van bijzondere omstandigheden ex art.
6:248 BW die maken dat de strikte tijdsbepaling (zie nr. 6.5 dagvaarding) moet
worden opzijgezet. Dit betekent dat moet worden getoetst of het naar maatstaven
van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de gemeente Maastricht
vast houdt aan de termijn. Het is hierbij aan Agapè Zorg om de feiten aan te
voeren en aannemelijk te maken die tot deze conclusie zouden moeten leiden.
Agapè Zorg heeft haar beroep wat dat betreft onderbouwd met de hiervoor in 3.2
onder a tot en met f genoemde feiten.
4.6. Bij
de toetsing heeft als uitgangspunt te dienen dat dat Agapè Zorg een fout heeft
gemaakt inhoudende dat zij over het hoofd heeft gezien dat Agapè Zorg kon
inschrijven voor tender 2 en wanneer dat diende te gebeuren. Deze fout is niet
te wijten aan de gemeente Maastricht. Deze heeft Agapè Zorg immers bij e-mail
van 24 november 2020 (productie 8 van Agapè Zorg) uitdrukkelijk uitgenodigd om
in te schrijven voor tender 2. Bij de toetsing staat verder voorop dat de lat
waarover Agapè Zorg moet springen voordat tot het oordeel kan worden gekomen
dat handhaving van de termijn door de gemeente Maastricht onaanvaardbaar is,
hoog ligt.
4.6. Het
onder 3.2 sub a aangevoerde feit kan niet als feit bijdragen aan het
“onaanvaardbaarheidsberoep”. Het is namelijk alleen al niet voldoende duidelijk
dat een eerder digitaal bericht aan Agapè Zorg dan het bericht van 24 november
2020 wel tijdig door haar zou zijn geopend (zie rov. 2.2). Agapè Zorg heeft
immers zelf aangevoerd dat zij pas na een telefoontje van een
indicatieambtenaar van de gemeente Vaals op 21 december 2021 op tender 2 heeft
gereageerd.
4.7. Het
onder 3.2 sub b aangevoerde feit kan ook niet bijdragen aan het
“onaanvaardbaarheidsberoep”. Het siert Agapè Zorg dat zij zich het lot van de
betreffende patiënten aantrekt, maar dat is niet haar verantwoordelijkheid maar
die van de gemeente Maastricht.
4.8. Ook
het onder 3.2 sub c aangevoerde kan niet bijdragen aan het
“onaanvaardbaarheidsberoep”. Agapè Zorg heeft gelijk met haar stelling dat
zonder meer een dienstverleningsovereenkomst voor het jaar 2021 met haar zou
zijn gesloten, maar zij heeft niet gelijk met haar stelling dat alsnog
toelating niemand benadeelt. Met haar toelating tot het “Open House” wordt
immers in elk geval de spoeling dunner in dat huis.
4.9. Het
onder 3.2 sub d aangevoerde voor zover inhoudende dat zij een kleine aanbieder
is, kan niet bijdragen aan het “onaanvaardbaarheidsberoep”. Het valt namelijk
zonder voldoende toelichting, die niet is gegeven, en mede gelet op het
gelijkheidsbeginsel, niet in te zien waarom kleine zorgverleners minder strak
aan termijnen zouden kunnen worden gehouden dan grote zorgverleners.
Voor zover kan worden gezegd dat een redelijk
handelend overheidsorgaan in de huidige corona-tijd enigszins coulant moet zijn
met toepassing van termijnbepalingen en handhaving (of bestraffing bij
overschrijdingen) daarvan, is dat hier niet de vraag die moet worden
beantwoord. Het gaat hier immers om de vraag of handhaving van een gegeven
termijn onaanvaardbaar is. Met inachtneming van het grote aantal tijdige
inschrijvers op de onderhavige tender valt echter niet in te zien waarom de
coronaproblematiek kan bijdragen om tot het “onaanvaardbaarheidsoordeel” te
komen. Aldus kan ook het onder sub d aangevoerde niet dienen tot onderbouwing
van het gevorderde.
4.10. In
abstracto kan het onder 3.2 sub e aangevoerde een bijdrage zijn om te komen tot
een “onaanvaardbaarheidsoordeel”. Het staat echter in concreto onvoldoende vast
dat alleen het verlies van deze tender voor de duur van één jaar zal leiden tot
het faillissement van Agapè Zorg. Aldus kan ook dit gestelde feit niet meewegen
bij de “onaanvaardbaarheidsbeoordeling”.
4.11. Ervan uitgaande dat de gemeente Maastricht haar eigen organisatie wat betreft de onderhavige zorg niet op orde heeft, valt niet in te zien waarom dat manco kan bijdragen tot het oordeel dat de door Agapè Zorg gemaakte fout van te late inschrijving door de vingers moet worden gezien. Het recht kent nu eenmaal niet de regel dat degene die zelf een balk in het oog heeft, niet mag afstraffen de persoon die een splinter in zijn oog heeft. Zo zijn rechters talloze malen te laat met hun uitspraken, maar dat betekent niet dat een termijnoverschrijding van een partij daarom door de vingers kan worden gezien.
Lees ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2021/03/niet-knock-out.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten