Het komt in de praktijk (helaas) niet zelden voor, dat inschrijvers de (laatste) nota van inlichtingen niet meenemen, en daardoor verkeerde inschrijvingsdocumenten gebruiken bij hun inschrijving.
Ook komt het in de praktijk met regelmaat voor, dat een inschrijver bij een fout / gebrek in de inschrijving zich beroept op een door hem afgegeven verklaring die is opgenomen op (bijvoorbeeld) een inschrijvingsbiljet of een eigen verklaring, dat door hem ‘besteksconform’ met inachtneming van de aanbestedingsstukken is/wordt ingeschreven. Een en ander om de, voor een herstel van de fout / het gebrek vereiste, echte ‘bedoeling’ aan te geven. Daar redt men het echter doorgaans niet mee. En zeker niet wanneer in de aanbestedingsstukken ‘sancties’ zijn opgenomen.
Zie bijvoorbeeld Rechtbank Den Haag 12 januari 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:1927:
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:1927
5.2. Vaststaat
dat R&G een verkeerd prijsformulier met haar inschrijving heeft ingediend.
Het door R&G ingediende formulier betreft een oudere versie, die met de
eerste Nota van Inlichtingen is gepubliceerd. Deze versie is door de Staat op 4
augustus 2020 (opnieuw) gecorrigeerd, ten tijde van de verschijningsdatum van
de tweede Nota van Inlichtingen. De correctie betreft een aanpassing van de
bekleding van zogenoemde 24-uursstoelen. In het door R&G ingevulde
prijsformulier staan 24-uursstoelen uitgevraagd van het type “normaal” met
bekleding “kunstleer”, van het type “observatie” met bekleding “kunstleer”, van
het type “normaal” met bekleding “gestoffeerd” en van het type “observatie” met
bekleding “gestoffeerd”. Het aangepaste, juiste, prijsformulier vraagt om een
prijsopgave voor 24-uursstoelen van het type “normaal” met bekleding “leder”,
van het type “observatie” met bekleding “leder”, van het type “normaal” met
bekleding “combinatie leder/gestoffeerd” en van het type “observatie” met
bekleding “combinatie leder/gestoffeerd”.
5.3. Het
voorgaande betekent in feite dat de inschrijving van R&G onvolledig is;
haar inschrijving bevat - naar de letter - geen prijsopgave voor de
uitgevraagde stoelen met lederen bekleding. Dat R&G in haar inschrijfbiljet
heeft verklaard bereid te zijn de opdracht uit te voeren voor de geoffreerde
prijs, maakt dat niet anders. Anders dan R&G kennelijk betoogt, leidt die
algemene verklaring er niet toe dat voornoemde onvolledigheid is hersteld.
5.4. Het
Beschrijvend Document van deze aanbesteding bevat in paragraaf 4.2.3. de
bepaling dat een inschrijving ongeldig zal worden verklaard en uitgesloten zal
worden van de verdere procedure bij afwezigheid of onvolledigheid van de
prijsinvulformulieren. Om deze reden is geen plaats voor het bieden van
herstel. Volgens vaste jurisprudentie kan het bieden van een mogelijkheid tot
herstel immers niet aan de orde zijn als volgens de aanbestedingsstukken
ontbrekende stukken of ontbrekende informatie op straffe van uitsluiting
moet(en) worden verstrekt (Manova-arrest, HvJEU 10 oktober 2013, C-336/12).
5.5. R&G heeft betoogd dat zij er bij haar inschrijving van uit is gegaan lederen stoelen aan te bieden en dat de door haar ingevulde prijzen daar dus betrekking op hebben. Volgens R&G had de Staat dat zonder meer moeten begrijpen, omdat het prijsformulier nu juist op verzoek van R&G was aangepast. In dat standpunt volgt de voorzieningenrechter R&G niet, omdat een en ander niet uit de inschrijving zelf kenbaar is. De Staat diende bij de beoordeling alleen informatie uit de inschrijving zelf te betrekken. De primaire vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
En lees ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2018/09/de-bedoeling.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten