Artikel 77 Richtlijn 2014/24/EU luidt als volgt:
1. De
lidstaten kunnen bepalen dat de aanbestedende diensten de deelname aan
procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten uitsluitend voor die
diensten op het gebied van gezondheid, sociale en culturele diensten bedoeld in
artikel 74, die vallen onder de CPV-codes 75121000-0, 75122000-7, 75123000-4,
79622000-0, 79624000-4, 79625000-1, 80110000-8, 80300000-7, 80420000-4,
80430000-7, 80511000-9, 80520000-5, 80590000-6, van 85000000-9 tot en met
85323000-9, 92500000-6, 92600000-7, 98133000-4, 98133110-8 aan bepaalde
organisaties mag voorbehouden.
2. Een
organisatie als bedoeld in lid 1 moet aan alle hierna volgende voorwaarden
voldoen:
a) haar
doel is het vervullen van een opdracht van algemeen belang die verband houdt
met de in lid 1 bedoelde diensten;
b) winsten
worden opnieuw geïnvesteerd met het oogmerk het doel van de organisatie te
behartigen. Wanneer winsten worden uitgekeerd of herverdeeld, dan moet dit op
grond van participatieve overwegingen geschieden;
c) de
beheers- of eigendomsstructuren van de organisatie die de opdracht uitvoert,
zijn gebaseerd op werknemersaandeelhouderschap of beginselen van participatie,
of vergen de actieve participatie van werknemers, gebruikers of belanghebbenden,
en
d) door
de betrokken aanbestedende dienst is uit hoofde van dit artikel in de laatste
drie jaar aan de organisatie geen opdracht voor de diensten in kwestie gegund.
3. De
opdracht heeft een maximale looptijd van drie jaar.
4. In
de oproep tot mededinging wordt naar dit artikel verwezen.
5. Niettegenstaande
artikel 92 evalueert de Commissie de effecten van dit artikel en brengt zij
daarover uiterlijk op 18 april 2019 verslag uit aan het Europees Parlement en
de Raad.
Zie ook artikel 2.82a Aanbestedingswet 2012:
1. De
aanbestedende dienst kan de deelneming aan een procedure voor de gunning van
een overheidsopdracht voorbehouden aan een organisatie als beschreven in het
tweede lid, mits de opdracht diensten betreft die vallen onder de CPV-codes,
genoemd in artikel 77, eerste lid, van richtlijn 2014/24/EU.
2. Een
organisatie als bedoeld in het eerste lid voldoet aan de hierna volgende
voorwaarden:
a. haar
doel is het vervullen van een taak van algemeen belang die verband houdt met de
in het eerste lid bedoelde diensten,
b. winsten
worden opnieuw geïnvesteerd met het oogmerk het doel van de organisatie te
behartigen of worden uitgekeerd of herverdeeld en uitkering of herverdeling van
winsten geschiedt op grond van participatieve overwegingen,
c. de
beheers- of eigendomsstructuren van de organisatie die de opdracht uitvoert,
zijn gebaseerd op werknemersaandeelhouderschap of beginselen van participatie
of vergen de actieve participatie van werknemers, gebruikers of
belanghebbenden, en
d. door
de aanbestedende dienst is uit hoofde van dit artikel in de drie jaar voor de
gunningsbeslissing aan de organisatie geen opdracht gegund voor de diensten in
de te gunnen opdracht.
3. De
looptijd van een overeenkomst, gegund overeenkomstig dit artikel, is niet
langer dan drie jaar.
4. De
aankondiging van de opdracht vermeldt een voorbehoud als bedoeld in het eerste
lid.
De artikelen blijken geen uitputtende regeling te bevatten (zijn) voor de (alle) gevallen waarin overheidsopdrachten voor het verlenen van (een) SAS-dienst (-en) kunnen worden voorbehouden aan bepaalde categorieën marktdeelnemers.
Zie namelijk HvJEU 14 juli 2022 in zaak C‑436/20 (ASADE):
79 In
casu vereist de in het hoofdgeding aan de orde zijnde nationale regeling, zoals
de bewoordingen van de eerste prejudiciële vraag bevestigen, dat de
mogelijkheid om deel te nemen aan de procedures voor gunning van akkoorden
betreffende externe socialedienstverrichting wordt voorbehouden aan private
non-profitorganisaties, zonder te eisen dat deze organisaties voldoen aan alle
voorwaarden van artikel 77 van richtlijn 2014/24.
80 Uit
deze omstandigheid kan echter niet worden afgeleid dat een dergelijke regeling
noodzakelijkerwijs onverenigbaar is met de vereenvoudigde regeling van de
artikelen 74 tot en met 77 van richtlijn 2014/24.
81 Artikel
77 van deze richtlijn heeft immers een zeer specifieke werkingssfeer, aangezien
het de lidstaten uitdrukkelijk de mogelijkheid biedt om de aanbestedende
diensten toe te staan om, voor bepaalde diensten die onder deze vereenvoudigde
regeling vallen, het recht om deel te nemen aan procedures voor het plaatsen
van overheidsopdrachten met betrekking tot deze diensten van rechtswege voor te
behouden aan marktdeelnemers die aan alle in dat artikel gestelde voorwaarden
voldoen.
82 Gelet
op de specifieke kenmerken van de juridische regeling waarin het voorziet en
rekening houdend met de opzet van de artikelen 74 tot en met 77 van richtlijn
2014/24, kan artikel 77 van deze richtlijn dus niet worden geacht uitputtend de
gevallen op te sommen waarin overheidsopdrachten voor het verlenen van een in
bijlage XIV bij deze richtlijn bedoelde dienst kunnen worden voorbehouden aan
bepaalde categorieën marktdeelnemers.
Wat ter zake mogelijk is volgt (onder meer) uit:
95 Hieruit
volgt dat het beginsel van gelijke behandeling van marktdeelnemers, zoals thans
neergelegd in artikel 76 van richtlijn 2014/24, de lidstaten toestaat het recht
om deel te nemen aan de procedure voor de gunning van overheidsopdrachten voor
sociale hulpverlening aan personen voor te behouden aan private
non-profitorganisaties, met inbegrip van die welke niet strikt vrijwillig zijn,
mits de eventuele winsten die voortvloeien uit de uitvoering van deze
opdrachten door deze organisaties worden geherinvesteerd met het oog op de
verwezenlijking van de sociale doelstelling van algemeen belang die zij
nastreven en verder aan alle in de punten 90 en 91 van het onderhavige arrest
genoemde voorwaarden is voldaan.
96 Hieraan
moet nog worden toegevoegd dat artikel 76 van richtlijn 2014/24 zich er
daarentegen tegen verzet dat dergelijke overheidsopdrachten rechtstreeks,
zonder oproep tot mededinging, kunnen worden gegund aan non-profitorganisaties
die geen vrijwilligersorganisatie zijn (zie in dit laatste verband arrest van
28 januari 2016, CASTA e.a., C‑50/14, EU:C:2016:56, punt 70). Dit artikel
vereist juist dat de aanbestedende dienst alvorens tot een dergelijke gunning
over te gaan de respectieve offertes van de verschillende
non-profitorganisaties die hun belangstelling hebben getoond, vergelijkt en
rangschikt, in het bijzonder rekening houdend met de prijs van deze offertes,
zelfs indien die prijs, zoals in het onderhavige geval, bestaat in het totaal
van de kosten die de aanbestedende dienst zal moeten vergoeden.
97 Wat
ten tweede het transparantiebeginsel betreft, dit vereist van de aanbestedende
dienst een passende mate van openbaarheid, waardoor een openstelling voor
mededinging en het toezicht op de onpartijdigheid van de aanbestedingsprocedure
mogelijk worden, zodat elke geïnteresseerde deelnemer kan beslissen in te
schrijven op basis van het geheel van relevante informatie en zodat elk risico
van favoritisme en willekeur door de aanbestedende dienst wordt uitgesloten. De
transparantieverplichting impliceert aldus dat alle voorwaarden en modaliteiten
van de aanbesteding duidelijk, precies en ondubbelzinnig worden geformuleerd
zodat, enerzijds, alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende
inschrijvers de juiste draagwijdte ervan kunnen begrijpen en deze op dezelfde
manier kunnen interpreteren en, anderzijds, de discretionaire bevoegdheid van
de aanbestedende dienst wordt afgebakend en deze in staat is om daadwerkelijk
na te gaan of de offertes van de inschrijvers beantwoorden aan de criteria die
op de betrokken procedure van toepassing zijn (zie in die zin arresten van 16 februari
2012, Costa en Cifone, C‑72/10 en C‑77/10, EU:C:2012:80, punt 73, en 4 april
2019, Allianz Vorsorgekasse, C‑699/17, EU:C:2019:290, punten 61 en 62 en aldaar
aangehaalde rechtspraak).
Het lijkt mij (vooralsnog) dus in beginsel mogelijk om, na een openbaar aangekondigde (via het Bureau voor publicaties van de Europese Unie) procedure, bijvoorbeeld besloten vennootschappen (BV’s) te weren (uit te sluiten) van de uitvoering van (een) SAS-dienst (-en).
In het voorkomend geval wellicht een aanpak voor zorgcowboys en zorgfraude?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten