Van belang voor de praktijk, Rechtbank Noord-Nederland 7 november 2014,
ECLI:NL:RBNNE:2014:5503:
Bijvoorbeeld de rechtsoverwegingen:
4.5. De gemeente is als aanbestedende dienst
verder onderworpen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de
werking van de redelijkheid en billijkheid in precontractuele verhoudingen. In
dat kader dient zij ook het transparantiebeginsel jegens de inschrijvers in
acht te nemen.
4.6. Naar het oordeel van de
voorzieningenrechter brengt het gelijkheidsbeginsel en de precontractuele goede
trouw mee dat de gemeente gehouden is inschrijvers een redelijke gelegenheid
tot een effectieve rechtsbescherming te bieden.
Zonder de mogelijkheid
om het gunningsvoornemen van de aanbestedende dienst te laten heroverwegen door
de aanbestedende dienst zelf danwel te laten toetsen door de rechter, zijn de
beginselen waaraan een aanbestedende dienst zich bij het volgen van een
aanbestedingsprocedure (de beginselen ingevolge de Aanbestedingswet, de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur en/of de beginselen van de
precontractuele goede trouw) dient te houden, illusoir.
4.7. Gebleken is dat reeds bij brief d.d. 24
september 2014 aan Beneluxsalt de opdracht is verleend voor het leveren van de
in dit geding bedoelde hoeveelheid wegenzout. Bovendien is door de gemeente
aangevoerd dat dit zout inmiddels daadwerkelijk is geleverd.
Door deze handelwijze
van de gemeente heeft zij een effectieve rechtsbescherming in feite onmogelijk
gemaakt. Aldus heeft de gemeente gehandeld in strijd met het gelijkheids- en zorgvuldigheidsbeginsel
die zij als aanbestedende dienst in acht heeft te nemen.
Zie in dat verband ook mijn eerdere Blogs:
En vergelijk bijvoorbeeld ook HvJEG 28 oktober 1999 in zaak C-81/98 (Alcatel Austria
AG e.a.):
33. Uit
de eerste en de tweede overweging van de considerans van richtlijn 89/665
blijkt immers, dat zij enkel de op nationaal en communautair niveau bestaande
voorzieningen versterkt teneinde een daadwerkelijke naleving van de
gemeenschapsrichtlijnen inzake overheidsopdrachten te waarborgen, in het
bijzonder in een stadium waarin de schendingen nog ongedaan kunnen worden
gemaakt (zie arrest van 11 augustus 1995, Commissie/Duitsland, C-433/93,
Jurispr. blz. I-2303, punt 23).
34. Dienaangaande
legt artikel 1, lid 1, van richtlijn 89/665 de lidstaten de verplichting op,
ervoor te zorgen dat doeltreffend en zo snel mogelijk beroep kan worden
ingesteld, teneinde de inachtneming van de gemeenschapsrichtlijnen inzake
overheidsopdrachten te verzekeren.
43. Mitsdien
moet artikel 2, lid 1, sub a en b, juncto lid 6, tweede alinea, van richtlijn
89/665 aldus worden uitgelegd, dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat tegen
het aan het sluiten van de overeenkomst voorafgaande besluit waarbij de
aanbestedende dienst kiest met welke inschrijver hij de overeenkomst wil
sluiten, in elk geval beroep kan worden ingesteld waarin de verzoeker de
nietigverklaring van dit besluit kan vorderen wanneer aan de voorwaarden
daarvoor is voldaan, los van de mogelijkheid om na het sluiten van de
overeenkomst schadevergoeding te verkrijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten