donderdag 22 januari 2015

Vraagtekens


Het document van de Europese Commissie (EC) met kenmerk C(2014) 9548 final d.d. 18.12.2014 betreffende ‘Steunmaatregel SA.34646 (2014/NN) (ex 2012/CP) - Nederland - e-aanbestedingsplatform TenderNed’:


Roept bij mij vooralsnog wel een paar vraagtekens op. En overtuigt mij dus nog niet helemaal.

Zie bijvoorbeeld punt 62:

Precies binnen deze context moeten de inrichting van TenderNed en de activiteiten die zij verricht, worden getoetst aan artikel 107, lid 1, VWEU. De publicatiemodule van TenderNed zorgt ervoor dat aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven voldoen aan de transparantieverplichting uit hoofde van de Uniale en Nederlandse aanbestedingsregels en de inschrijvingsmodule van TenderNed zorgt ervoor dat overheidsopdrachten correct volgens die regels worden aanbesteed, terwijl met de e-gids wordt voldaan aan de verplichtingen van Nederland uit hoofde van de Unieaanbestedingsrichtlijnen om aanbestedende diensten en ondernemers informatie en ondersteuning te bieden, en de verschaffing van statistische informatie aan de Commissie ook is bepaald in die richtlijnen. De activiteiten van TenderNed zijn bijgevolg volledig terug te voeren op het ondersteunen van de aanbestedingsactiviteiten van Nederlandse overheidsinstanties en de verplichtingen van de Nederlandse Staat uit hoofde van de aanbestedingsrichtlijnen.

“[-] en de inschrijvingsmodule van TenderNed zorgt ervoor dat overheidsopdrachten correct volgens die regels worden aanbesteed [-]”.

Aanbesteden lijkt mij (immers) nog steeds mensen- en maatwerk. En in dat verband zorgen mensen er (in het voorkomend geval) voor, dat overheidsopdrachten correct volgens de regels worden aanbesteed. En (dus) niet de inschrijvingsmodule van TenderNed. En die mensen kunnen daartoe in beginsel (ook) gebruik maken van TenderNed, Aanbestedingskalender, CTM, Negometrix e.d. Toch?

En iets geeft mij het gevoel, dat (om wat voor reden dan ook) de suggestie wordt gewekt, dat de inschrijvingsmodule van TenderNed een noodzakelijke voorwaarde is om correct volgens de regels aan te (kunnen) besteden. Hetgeen mij (dan) wat (te) ver gaat.

En punt 63:

Die activiteiten zijn niet economisch van aard, maar vormen het middel waarmee aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven in Nederland hun wettelijke verplichtingen uit hoofde van de nationale aanbestedingsregels nakomen, die voortvloeien uit de Unieaanbestedingsrichtlijnen, en het middel waarmee Nederland zijn verplichtingen uit hoofde van die richtlijnen nakomt. In de aanbestedingsregels zijn specifieke regels voor de gunning van opdrachten vastgesteld, die ervoor moeten zorgen dat overheidsinkopen zo rationeel, transparant en eerlijk mogelijk verlopen. Deze regels zijn bedoeld om het grootst mogelijke aantal ondernemers te informeren over opdrachten, om voorkeursbehandelingen te voorkomen die bepaalde ondernemers boven andere zouden kunnen begunstigen en om gezonde concurrentie tussen ondernemers te borgen, hetgeen ervoor moet zorgen dat aanbestedende diensten de beste kwaliteit krijgen voor het geld van de belastingbetalers. Aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven moet deze aanbestedingsregels nauwgezet volgen omdat zij worden beschouwd als een onderdeel van de lokale, regionale of landelijke overheid, en zij bijgevolg geacht worden bij hun inkoopgedrag niet alleen met zuiver industriële of commerciële argumenten rekening te houden.

Bijvoorbeeld: “[-] hetgeen ervoor moet zorgen dat aanbestedende diensten de beste kwaliteit krijgen voor het geld van de belastingbetalers [-]”.

Daarmee lijkt mij een (uiteindelijk) ‘hoofddoel’ van de (Europese) aanbestedingsregels gesuggereerd. En dat lijkt mij niet helemaal ‘de waarheid’.

Ik wijs daartoe bijvoorbeeld op HvJEG 19 mei 2009 in zaak C-538/07 (Assitur Srl / Camera di Commercio, Industria, Artigianato e Agricoltura di Milano):

25          Dienaangaande dient eraan te worden herinnerd dat de gemeenschapsregels inzake het plaatsen van overheidsopdrachten zijn vastgesteld in het kader van de verwezenlijking van de interne markt, waarin het vrije verkeer is gewaarborgd en een einde is gemaakt aan de mededingingsbeperkingen (zie in die zin arrest van 21 februari 2008, Commissie/Italië, C-412/04, Jurispr. blz. I-619, punt 2).
26          In deze context van één interne markt en van daadwerkelijke mededinging is het in het belang van het gemeenschapsrecht om de grootst mogelijke deelneming van inschrijvers aan een aanbesteding te waarborgen.

Op HvJEU 8 mei 2014 in zaak C-15/13 (Datenlotsen Informationssysteme GmbH):

22          Overeenkomstig de rechtspraak van het Hof is het hoofddoel van de Unierechtelijke regels inzake overheidsopdrachten de openstelling voor onvervalste mededinging in alle lidstaten op het gebied van de uitvoering van werken, de levering van producten en de verrichting van diensten, hetgeen impliceert dat elke aanbestedende dienst de relevante Unierechtelijke regels moet toepassen wanneer is voldaan aan de daarin gestelde voorwaarden (zie in die zin arrest Stadt Halle en RPL Lochau, C-26/03, EU:C:2005:5, punt 44).

En op HvJEU 18 december 2014 in zaak C-568/13 (Azienda Ospedaliero-Universitaria di Careggi-Firenze):

34          Het Hof heeft in dat verband ook benadrukt dat een van de doelstellingen van de Unierechtelijke bepalingen inzake aanbestedingen de openstelling is voor een zo ruim mogelijke mededinging (zie in die zin arrest Bayerischer Rundfunk e.a., C‑337/06, EU:C:2007:786, punt 39), welke openstelling ook in het eigen belang van de betrokken aanbestedende dienst is, die aldus met betrekking tot de voordeligste en meest aan de behoeften van het betreffende publiek aangepaste aanbieding over een ruimere keuze beschikt. [-]

En zelfs in de overwegingen 1 en 2 van Richtlijn 2014/24/EU kan ik een en ander (eigenlijk) niet ‘direct’, ‘rechtstreeks’ of ‘expliciet’ terugvinden:

(1) Wanneer door of namens overheden van de lidstaten overheidsopdrachten worden gegund, moeten de beginselen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) worden geëerbiedigd, met name het vrije verkeer van goederen, de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverlening, alsmede de daarvan afgeleide beginselen, zoals gelijke behandeling, niet-discriminatie, wederzijdse erkenning, evenredigheid en transparantie. Voor overheidsopdrachten met een waarde boven een bepaald drempelbedrag moeten echter bepalingen worden opgesteld die nationale procedures voor aanbestedingen coördineren om te waarborgen dat deze beginselen in de praktijk worden geëerbiedigd en dat overheidsopdrachten worden opengesteld voor mededinging.

(2) Overheidsopdrachten spelen in de Europa 2020-strategie, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 3 maart 2010 met als titel „Europa 2020 - Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groeien” („Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei”), een belangrijke rol en zijn een van de marktinstrumenten die kunnen worden ingezet om een slimme, duurzame en inclusieve groei te bereiken en tegelijkertijd overheidsmiddelen zo efficiënt mogelijk te besteden. Met het oog daarop moeten de bestaande aanbestedingsregels, die zijn vastgesteld krachtens Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad, worden herzien en gemoderniseerd met het oog op een doelmatiger besteding van overheidsmiddelen, in het bijzonder door de deelneming van het midden- en kleinbedrijf (mkb) aan overheidsopdrachten te bevorderen, en om aanbesteders in staat te stellen overheidsopdrachten beter te gebruiken ter ondersteuning van gemeenschappelijke maatschappelijke doelen. [-]

Overigens ook niet in artikel 67 Richtlijn 2014/24/EU.

Aldus, motiveringsgebreken?

Althans, bijvoorbeeld voor (wat betreft) de periode tot 18 oktober 2018 (zie artikel 90 lid 2 jo. artikel 22 lid 1 Richtlijn 2014/24/EU)?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten