vrijdag 30 oktober 2015

Details (2)


Artikel 55 lid 1 Richtlijn 2004/18/EG (gedeeltelijk):

1.            Wanneer voor een bepaalde opdracht inschrijvingen worden gedaan die in verhouding tot de te verlenen dienst abnormaal laag lijken, verzoekt de aanbestedende dienst, voordat hij deze inschrijvingen kan afwijzen, schriftelijk om de door hem dienstig geachte preciseringen over de samenstelling van de desbetreffende inschrijving.
Deze preciseringen kunnen met name verband houden met: [-]

Artikel 2.116 leden 1 en 2 Aanbestedingswet 2012 (gedeeltelijk):

1.            Indien een inschrijving voor een overheidsopdracht wordt gedaan die in verhouding tot de te verrichten werken, leveringen of diensten abnormaal laag lijkt, verzoekt de aanbestedende dienst, voordat hij deze inschrijving afwijst, schriftelijk om de door hem noodzakelijk geachte verduidelijkingen over de samenstelling van de desbetreffende inschrijving.
2.            De verduidelijkingen, bedoeld in het eerste lid, kunnen onder meer verband houden met: [-]

Het gaat om ‘verzoekt de aanbestedende dienst’.

Zie ook HvJEU 29 maart 2012 in zaak C-599/10 (SAG ELV Slovensko a.s. e.a. / Úrad pre verejné obstarávanie):

27          Er zij aan herinnerd dat volgens artikel 55 van richtlijn 2004/18, wanneer voor een bepaalde opdracht inschrijvingen worden gedaan die in verhouding tot de te verlenen dienst abnormaal laag lijken, de aanbestedende dienst, voordat hij deze inschrijvingen kan afwijzen, „schriftelijk om de door hem dienstig geachte preciseringen over de samenstelling van de desbetreffende inschrijving [verzoekt]”.

28          Uit deze bepalingen, die in dwingende bewoordingen zijn geformuleerd, volgt duidelijk dat de Uniewetgever de aanbestedende dienst heeft willen verplichten om de samenstelling van abnormaal lage inschrijvingen te onderzoeken door hem in dat opzicht te verplichten de gegadigden te verzoeken de nodige motiveringen te verstrekken teneinde te bewijzen dat deze inschrijvingen serieus zijn (zie in die zin arrest van 27 november 2001, Lombardini en Mantovani, C-285/99 en C-286/99, Jurispr. blz. I-9233, punten 46-49).

Overweging 103 van de nieuwe Richtlijn 2014/24/EU:

Inschrijvingen die abnormaal laag worden bevonden in verhouding tot de werken, leveringen of diensten, kunnen gebaseerd zijn op technisch, economisch of juridisch ondeugdelijke veronderstellingen of praktijken. Indien de inschrijver niet voldoende uitleg kan verschaffen, moet de aanbestedende dienst het recht hebben de inschrijving af te wijzen. De aanbestedende dienst is verplicht de inschrijving af te wijzen indien hij heeft vastgesteld dat de abnormaal lage prijzen of kosten het gevolg zijn van niet-nakoming van dwingende sociaal-, arbeids- of milieurechtelijke voorschriften van het Unierecht, van met het Unierecht verenigbare voorschriften van nationaal recht, of van internationale arbeidsrechtelijke voorschriften.

Artikel 69 leden 1 en 2 nieuwe Richtlijn 2014/24/EU (gedeeltelijk):

1.            De aanbestedende dienst verplicht ondernemers ertoe de in de inschrijving voorgestelde prijs of kosten nader toe te lichten wanneer de inschrijving in verhouding tot de werken, leveringen of diensten abnormaal laag lijkt te zijn.
2.            De in lid 1 bedoelde toelichtingen kunnen met name betrekking hebben op: [-]

Het gaat (dus) om ‘verplicht ondernemers ertoe’.

Artikel 2.116 leden 1 en 2 van de ‘Geconsolideerde versie conceptwetsvoorstel Wijziging Aanbestedingswet 2012 ivm aanbestedingsrichtlijnen (courtesy versie t.b.v. internetconsultatie 3 april 2015 - wetsvoorstel is leidend)’ (gedeeltelijk):

1.            Indien een inschrijving voor een overheidsopdracht wordt gedaan die in verhouding tot de te verrichten werken, leveringen of diensten abnormaal laag lijkt, verzoekt de aanbestedende dienst om een toelichting op de voorgestelde prijs of kosten van de desbetreffende inschrijving.
2.            Een toelichting als bedoeld in het eerste lid kan onder meer verband houden met: [-]

Mede gelet op de (ook) maatschappelijke motieven en beweegredenen van Richtlijn 2014/24/EU - zie daartoe bijvoorbeeld Overweging 2 van de Richtlijn - zou daar (echter), naar mijn idee, (beter) kunnen/moeten staan:

‘verzoekt de aanbestedende dienst, en zijn ondernemers verplicht, om een toelichting op de voorgestelde prijs of kosten van de desbetreffende inschrijving te geven [-]’

Om een en ander dus ook een ‘wederzijdse’ (niet aanbesteder-eenzijdige) en daarmee feitelijk ook een ‘doelmatige verplichting’ te maken. Maatschappelijk relevante milieu-, sociale, arbeids- en onderaannemings-aspecten zijn immers aan de orde (en in het voorkomend geval: ‘in het geding’).

Daarbij: Anders zullen de aanbesteders, gelet op de Richtlijn-tekst, een en ander in hun ‘Aanbestedingsdocument’ moeten opnemen. En dat is doorgaans, mede als gevolg van de (bestaande) aanbestedingsregelgeving, al dik genoeg.


Ik wacht het wetsvoorstel (dus, ook hier zie http://keesvandewater.blogspot.nl/2015/06/details-1.html ) af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten