Artikel 55 lid 1 Richtlijn 2004/18/EG (gedeeltelijk):
1. Wanneer
voor een bepaalde opdracht inschrijvingen worden gedaan die in verhouding tot
de te verlenen dienst abnormaal laag lijken, verzoekt de aanbestedende dienst,
voordat hij deze inschrijvingen kan afwijzen, schriftelijk om de door hem dienstig
geachte preciseringen over de samenstelling van de desbetreffende inschrijving.
Deze preciseringen kunnen met name verband houden met:
[-]
Artikel 2.116 leden 1 en 2 Aanbestedingswet 2012 (gedeeltelijk):
1. Indien
een inschrijving voor een overheidsopdracht wordt gedaan die in verhouding tot
de te verrichten werken, leveringen of diensten abnormaal laag lijkt, verzoekt
de aanbestedende dienst, voordat hij deze inschrijving afwijst, schriftelijk om
de door hem noodzakelijk geachte verduidelijkingen over de samenstelling van de
desbetreffende inschrijving.
2. De
verduidelijkingen, bedoeld in het eerste lid, kunnen onder meer verband houden
met: [-]
Het gaat om ‘verzoekt de
aanbestedende dienst’.
Zie ook HvJEU
29 maart 2012 in zaak C-599/10 (SAG ELV Slovensko a.s. e.a. /
Úrad pre verejné obstarávanie):
27 Er
zij aan herinnerd dat volgens artikel 55 van richtlijn 2004/18, wanneer voor
een bepaalde opdracht inschrijvingen worden gedaan die in verhouding tot de te
verlenen dienst abnormaal laag lijken, de aanbestedende dienst, voordat hij
deze inschrijvingen kan afwijzen, „schriftelijk om de door hem dienstig geachte
preciseringen over de samenstelling van de desbetreffende inschrijving
[verzoekt]”.
28 Uit
deze bepalingen, die in dwingende bewoordingen zijn geformuleerd, volgt
duidelijk dat de Uniewetgever de aanbestedende dienst heeft willen verplichten
om de samenstelling van abnormaal lage inschrijvingen te onderzoeken door hem
in dat opzicht te verplichten de gegadigden te verzoeken de nodige motiveringen
te verstrekken teneinde te bewijzen dat deze inschrijvingen serieus zijn (zie
in die zin arrest van 27 november 2001, Lombardini en Mantovani, C-285/99 en C-286/99,
Jurispr. blz. I-9233, punten 46-49).
Overweging 103 van de nieuwe Richtlijn 2014/24/EU:
Inschrijvingen die abnormaal laag worden bevonden in
verhouding tot de werken, leveringen of diensten, kunnen gebaseerd zijn op
technisch, economisch of juridisch ondeugdelijke veronderstellingen of praktijken.
Indien de inschrijver niet voldoende uitleg kan verschaffen, moet de
aanbestedende dienst het recht hebben de inschrijving af te wijzen. De
aanbestedende dienst is verplicht de inschrijving af te wijzen indien hij heeft
vastgesteld dat de abnormaal lage prijzen of kosten het gevolg zijn van
niet-nakoming van dwingende sociaal-, arbeids- of milieurechtelijke
voorschriften van het Unierecht, van met het Unierecht verenigbare
voorschriften van nationaal recht, of van internationale arbeidsrechtelijke
voorschriften.
Artikel 69 leden 1 en 2 nieuwe Richtlijn 2014/24/EU (gedeeltelijk):
1. De
aanbestedende dienst verplicht ondernemers ertoe de in de inschrijving
voorgestelde prijs of kosten nader toe te lichten wanneer de inschrijving in
verhouding tot de werken, leveringen of diensten abnormaal laag lijkt te zijn.
2. De in lid 1 bedoelde toelichtingen
kunnen met name betrekking hebben op: [-]
Het gaat (dus) om ‘verplicht
ondernemers ertoe’.
Artikel 2.116 leden 1 en 2 van de ‘Geconsolideerde
versie conceptwetsvoorstel Wijziging Aanbestedingswet 2012 ivm
aanbestedingsrichtlijnen (courtesy versie t.b.v. internetconsultatie 3 april
2015 - wetsvoorstel is leidend)’ (gedeeltelijk):
1. Indien
een inschrijving voor een overheidsopdracht wordt gedaan die in verhouding tot
de te verrichten werken, leveringen of diensten abnormaal laag lijkt, verzoekt
de aanbestedende dienst om een toelichting op de voorgestelde prijs of kosten van
de desbetreffende inschrijving.
2. Een toelichting als bedoeld in het
eerste lid kan onder meer verband houden met: [-]
Mede gelet op de (ook) maatschappelijke motieven en beweegredenen van
Richtlijn 2014/24/EU - zie daartoe bijvoorbeeld Overweging 2 van de Richtlijn -
zou daar (echter), naar mijn idee, (beter) kunnen/moeten staan:
‘verzoekt de
aanbestedende dienst, en zijn ondernemers verplicht, om een toelichting
op de voorgestelde prijs of kosten van de desbetreffende inschrijving te geven
[-]’
Om een en ander dus ook een ‘wederzijdse’ (niet aanbesteder-eenzijdige)
en daarmee feitelijk ook een ‘doelmatige verplichting’ te maken. Maatschappelijk
relevante milieu-, sociale, arbeids- en onderaannemings-aspecten zijn immers
aan de orde (en in het voorkomend geval: ‘in het geding’).
Daarbij: Anders zullen de aanbesteders, gelet op de Richtlijn-tekst,
een en ander in hun ‘Aanbestedingsdocument’ moeten opnemen. En dat is doorgaans,
mede als gevolg van de (bestaande) aanbestedingsregelgeving, al dik genoeg.
Ik wacht het wetsvoorstel (dus, ook hier zie http://keesvandewater.blogspot.nl/2015/06/details-1.html
) af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten