vrijdag 6 november 2015

Een zorgvuldige raming


Overheidsopdrachten moeten hoe dan ook worden geraamd. De ‘methoden voor de berekening van de geraamde waarde (van een opdracht)’ zijn immers vastgelegd in artikel 9 Richtlijn 2004/18/EG, de artikelen 2.13 t/m 2.22 Aanbestedingswet 2012 en artikel 5 Richtlijn 2014/24/EU.

Maar een zorgvuldige raming is ook uiterst doelmatig om in het voorkomend geval ‘bewegingsruimte’ te creëren. Mocht (immers) in een ‘reguliere’ aanbestedingsprocedure ‘onaanvaardbaar hoog’ zijn ingeschreven, dan kan de zorgvuldige raming van de aanbestedende dienst daartoe als bewijs dienen. En kan worden overgestapt op bijvoorbeeld een Onderhandelingsprocedure. Zonder deugdelijke raming rest er geen andere mogelijkheid, dan ‘afbreken’ en met een ‘wezenlijk gewijzigd bestek’ opnieuw aanbesteden. Tenminste zonde van de (alsdan reeds verspilde) tijd en moeite.

Men zie bijvoorbeeld ook (en voor meer) Rechtbank Zeeland-West-Brabant 5 november 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:7113:


4.4.        Als uitgangspunt heeft te gelden dat noch de Europese, noch de Nederlandse regelgeving het een aanbesteder verbiedt een lopende aanbesteding af te breken. Een aanbestedende dienst mag uit eigen beweging besluiten tot stopzetting van de aanbestedingsprocedure. De gemeente heeft dit ook vastgelegd in paragraaf 3.4 van het aanbestedingsdocument, waarin zij zich het recht voorbehoudt om de opdracht onder meer niet te gunnen bij overschrijding van het budget.
4.5.        Deze bevoegdheid wordt echter beperkt door de algemene beginselen van aanbestedingsrecht, de precontractuele redelijkheid en billijkheid en (bij een overheidslichaam zoals hier de gemeente) de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het beginsel van gelijke behandeling en het daarvan afgeleide beginsel van transparantie (welke beginselen tot doel hebben elke vorm van favoritisme en willekeur uit te bannen, HJEG C-496/99 P, Succhi di Fruta) kunnen met zich brengen dat de aanbestedende dienst na het staken van een aanbestedingsprocedure de opdracht, of een op ondergeschikte punten gewijzigde opdracht, niet (opnieuw) mag aanbesteden. Bij heraanbesteding bestaat immers het risico van (ongeoorloofde) manipulatie. Een aanbestedende dienst zou een winnende, maar hem onwelgevallige inschrijver kunnen trachten te passeren door opnieuw een aanbesteding ten aanzien van (vrijwel) dezelfde opdracht uit te schrijven, met een beoordelingskader dat nader toegesneden is op de gewenste ondernemer (vgl. ECLI:NL:RBNNE:2013:BY8197). Als een of meer passende inschrijvingen zijn gedaan en er geen procedurele gebreken zijn die maken dat een rechtmatige gunning niet mogelijk is, zal een aanbestedende dienst dan ook alleen tot heraanbesteding mogen overgaan als de opdracht wezenlijk wordt gewijzigd. Dan is sprake van een nieuwe opdracht.
4.6.        Een wezenlijke wijziging is echter niet vereist als de aanbestedingsprocedure als ‘mislukt’ moet worden beschouwd. Daarvan is sprake als er procedurele gebreken kleven aan de aanbesteding. Ook is dat het geval als de inschrijvingen onaanvaardbaar zijn. Daarvan is sprake als de inschrijvingen hoger zijn dan de zorgvuldige raming van de aanbesteder. In die situaties kan geen winnaar worden aangewezen; de hoogst scorende inschrijver mag er in die situatie ook niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat de opdracht aan hem wordt gegund.
4.7.        Indien geen sprake is van een zorgvuldige raming van de opdracht, dan geldt dat geen onderhandelingsprocedure mag worden gevolgd. Er mag dan ook niet in plaats daarvan een tweede reguliere procedure worden gehouden. Als de aanbestedende dienst niet zorgvuldig heeft geraamd mag in beginsel worden verondersteld dat de laagst biedende inschrijver een marktconforme prijs heeft geboden.
4.8.        Ter beoordeling staat of de gemeente een zorgvuldige raming van de opdracht heeft gemaakt. De gemeente heeft als verweer gevoerd dat het verwijt dat onzorgvuldig is geraamd door Bouwgroep Moonen ter zitting pas voor het eerst is aangevoerd en daarom te laat is. Dit verweer treft geen doel. Het budget is niet eerder door de gemeente bekend gemaakt, althans niet voor het uitbrengen van de dagvaarding, en om die reden kan Bouwgroep Moonen niet worden verweten dat zij thans op de zitting te laat is met dit verwijt. Het had op de weg van de gemeente gelegen om het budget in de aanbestedingsstukken bekend te maken. Het was de gemeente immers vooraf bekend dat de raming van de kosten 5% boven het budget uitging; om die reden heeft de gemeente ook aan de inschrijvers bezuinigingsmaatregelen gevraagd.
4.9.        Volgens Bouwgroep Moonen had de gemeente bij een zorgvuldige raming van de kosten in plaats van tarieven van de VNG de tarieven van BDB moeten toepassen, omdat de tarieven van de VNG meer liggen in de vergoedingensfeer en niet als reële bouwkosten kunnen worden aangemerkt. Bouwgroep Moonen licht toe dat het BDB een onafhankelijk instituut is dat ook indexcijfers produceert en stelt dat die indexcijfers eveneens afwijken van de indexcijfers die de VNG hanteert. Bouwgroep Moonen heeft toegelicht dat zij geen vragen heeft gesteld over het budget omdat haar uit het bestek duidelijk was dat de gemeente veel meer eisen heeft gesteld dan zij volgens de VNG-normen zou kunnen betalen. Door de keuze van de gemeente voor een prachtig ontwerp onder uitbundige architectuur en de omstandigheid dat de gemeente daar bovenop nog extra kwaliteitseisen heeft gesteld stelde meende Bouwgroep Moonen dat zij er vanuit mocht gaan dat het gemeentelijk budget niet was gebaseerd op de gebruikelijke normbedragen van VNG. Volgens Bouwgroep Moonen is helder dat door geen enkele inschrijver voor een bedrag van 1,1 miljoen aan de eisen van de gemeente kan worden voldaan.
4.10.      De gemeente heeft ter onderbouwing van haar stelling dat haar raming zorgvuldig was uitsluitend een tabel overgelegd waarin het bouwbudget en de raming van de kosten zijn opgenomen. Uit deze tabel, die niet op enige wijze nader is onderbouwd, blijkt dat de geraamde kosten 5,08% boven het beschikbare budget uitkomen. Volgens de gemeente zijn de ramingen vastgelegd in zeer omvangrijke documenten en moet het feit dat de raming door deskundige partijen is opgesteld voldoende zijn. Ter zitting heeft de gemeente toegelicht dat zij Aerde advies & bouwmanagement opdracht heeft gegeven om de bouwkosten voor de nieuwbouw te berekenen. Aerde heeft aan de hand van tarieven van de VNG en referenties van schoolgebouwen de bouw- en stichtingskosten vastgesteld. De gemeente heeft architectenbureau DAT in de arm genomen voor het maken van het ontwerp en het technisch bestek. Gedurende het ontwerpproces heeft bouwkostendeskundige Winket BV de bouwkosten in opdracht van DAT inzichtelijk gemaakt. De architect heeft ter zitting medegedeeld dat een en ander uitvoerig is gedocumenteerd. De gemeente stelt voorts dat haar budget is gebaseerd op normbedragen en dat die bedragen worden geïndexeerd door het ministerie en de VNG die cijfers presenteert. Vanaf oktober 2013 tot 2014 was sprake van een indexering met -/- 6% en daarna met -/- 3%. Deze percentages komen overeen met de verordening huisvestingonderwijs van de gemeente die is gebaseerd op cijfers van de VNG, aldus de gemeente.
4.11.      Als algemeen bekend mag worden verondersteld, zeker bij de door de gemeente ingehuurde deskundigen die de berekeningen hebben uitgevoerd, dat de normbedragen van VNG sinds enkele jaren lager liggen dan de BDB tarieven en dat derhalve een budget dat op basis van die VNG-tarieven is berekend, slechts kostendekkend zal zijn voor een sober schoolgebouw. De VNG-tarieven gaan uit van vergoedingen door het ministerie aan de gemeente. De BDB-tarieven gaan uit van minimale wettelijke en functionele eisen voor onderwijsgebouwen (zoals het bouwbesluit). Bekend verondersteld wordt ook dat de normbedragen van de VNG afwijken van de marktconforme bedragen voor de bouw van een schoolgebouw. Door ondanks die wetenschap toch te kiezen voor een ontwerp van meer dan gemiddelde kwaliteit had de gemeente zich dienen te realiseren dat de kosten van een dergelijk schoolgebouw, in de woorden van Moonen “met toeters en bellen” (veel) hoger zouden uitvallen dan de gemeente zou kunnen financieren vanuit het budget dat daarvoor was bestemd en dat is gebaseerd op VNG-tarieven. De indruk wordt gewekt dat de gemeente heeft getracht een school te bouwen die zij niet kan financieren. De gemeente moet hebben geweten dat haar budget ontoereikend was, omdat het haar bekend moet zijn dat de door VNG vastgestelde bedragen voor bouwprojecten veel lager liggen dan de reële bouwprijzen. De gemeente heeft daar bovenop nog kwaliteitseisen gesteld, waaronder ‘Social return’, die kostenverhogend werken.
De raming van de kosten door de gemeente wordt dan ook aangemerkt als onvoldoende zorgvuldig. De uitkomst van de aanbesteding is een bevestiging dat sprake is een onzorgvuldige raming van de gemeente. Bouwgroep Moonen, die op grond van de door de gemeente gestelde criteria als economisch meest voordelige inschrijver is geëindigd, blijkt immers te hebben ingeschreven met een prijs die 30% hoger ligt dan het budget.
4.12.      Nu naar voorlopig oordeel sprake is van een onzorgvuldige raming mocht de gemeente de inschrijvingen niet onaanvaardbaar verklaren en opnieuw een meervoudig onderhandse procedure houden. Door de onzorgvuldige raming bestaat geen ruimte voor een tweede aanbesteding. Dat zou anders kunnen zijn ingeval van een wezenlijke wijziging, maar partijen zijn het erover eens dat daarvan geen sprake is. Indien de gemeente de opdracht nog wenst te gunnen, dan zal zij de opdracht dienen te gunnen aan Moonen.

Inschrijvers wordt niet zelden opportunistisch inschrijfgedrag verweten. Maar een hoge mate van opportunisme is blijkbaar een aanbesteder ook niet vreemd. En ik heb verder ook mijn ernstige bedenkingen bij (ook) deze ‘marktbenadering’ (r.o. 4.2 van het vonnis):

[-] De gemeente licht toe dat het uiteindelijke budget voor de bouw van basisschool Kameleon € 1.105.971,20 bedroeg en dat de geraamde bouwkosten van de definitieve bestekstukken het beschikbare budget met ongeveer 5% overstegen. De gemeente heeft besloten om de opdracht op basis van de definitieve bestekstukken toch in de markt te zetten omdat zij een aanbestedingsvoordeel verwachte. [-]

Is dat (dan) ‘zorgvuldig’? Die € 55.298,56 (5%) moet toch ergens vandaan komen? Dus (dan) maar van ‘de markt’? Dus dat is (dan) de gedachte bij, en ‘het doel’ of de insteek van aanbesteden?

Jammer.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten