Vóór 1 juli 2016 luidde artikel 2.80 Aanbestedingswet 2012 als volgt:
Een aanbestedende dienst kan bijzondere voorwaarden
verbinden aan de uitvoering van een overheidsopdracht, mits dergelijke
voorwaarden met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
verenigbaar zijn en in de aankondiging of de aanbestedingsstukken vermeld zijn.
De voorwaarden waaronder de overheidsopdracht wordt uitgevoerd, kunnen verband
houden met sociale of milieuoverwegingen.
Thans luidt artikel 2.80 Aanbestedingswet 2012:
1. Een
aanbestedende dienst kan bijzondere voorwaarden verbinden aan de uitvoering van
een overheidsopdracht, mits dergelijke voorwaarden verband houden met het
voorwerp van de opdracht en in de aankondiging of de aanbestedingsstukken
vermeld zijn. De voorwaarden waaronder de overheidsopdracht wordt uitgevoerd,
kunnen verband houden met economische, innovatiegerelateerde,
arbeidsgerelateerde, sociale of milieuoverwegingen.
2. Artikel
2.115, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op bijzondere voorwaarden,
verbonden aan de uitvoering van een overheidsopdracht.
Ingevolge artikel 2.115, derde lid, Aanbestedingswet 2012 (uit §
2.3.8.4. Gunningscriteria) geldt::
Nadere criteria als bedoeld in het eerste lid houden
verband met het voorwerp van de overheidsopdracht wanneer zij betrekking hebben
op de in het kader van die overheidsopdracht te verrichten werken, leveringen
of diensten, in alle opzichten en in elk stadium van hun levenscyclus, met
inbegrip van factoren die te maken hebben met:
a. het
specifieke productieproces, het aanbieden of de verhandeling van deze werken,
leveringen of diensten, of
b. een specifiek proces voor een andere
fase van hun levenscyclus,
zelfs wanneer deze
factoren geen deel uitmaken van hun materiële basis.
Uit de Memorie van toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016,
34 329, nr. 3, pag. 62-63 volgt:
De voorgestelde wijzigingen in artikel 2.80 veranderen
de kern ten opzichte van het huidige artikel 2.80 niet. Enige aanpassingen zijn
nodig ter implementatie van artikel 70 van richtlijn 2014/24/EU, dat de
jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie codificeert.
Bijzondere voorwaarden als bedoeld in dit artikel zijn
voorwaarden waaraan de ondernemer die de opdracht gegund heeft gekregen moet
voldoen. Het zijn specifieke voorwaarden die zien op de uitvoering van de
opdracht. Deze voorwaarden dienen te zijn opgenomen in de aanbestedingsstukken
en kunnen verband houden met economische, innovatiegerelateerde, arbeidsgerelateerde,
sociale of milieuoverwegingen. Vaak worden deze voorwaarden uiteindelijk
opgenomen in de overeenkomst tussen de aanbestedende dienst en de inschrijver
die de opdracht gaat uitvoeren. In tegenstelling tot de gunningscriteria waarin
de aanbestedende dienst zijn wensen specificeert, en die de basis vormen voor
een vergelijkende beoordeling van de kwaliteit van de inschrijvingen, zijn de
bijzondere voorwaarden vaste, objectieve eisen die niet van invloed zijn op de
beoordeling van de inschrijvingen. De aanbestedende dienst kan dus zelf bepalen
of hij een eis wil opnemen als gunningscriterium of als bijzondere voorwaarde.
Het recyclen van het verpakkingsmateriaal van de te leveren goederen kan
bijvoorbeeld worden opgenomen als gunningscriterium. In dat geval kunnen
inschrijvers punten verdienen als zij over een dergelijk recycling systeem
beschikken. Als de aanbestedende dienst het recyclen van verpakkingsmateriaal
van de te leveren goederen daarentegen opneemt als een bijzondere voorwaarde,
dan dient een inschrijver over het gevraagde recycling systeem te beschikken.
Indien dat niet het geval is, dan kan hij niet meedingen naar de opdracht.
Evenals gunningscriteria, moeten bijzondere
voorwaarden verband houden met het voorwerp van de opdracht in de zin van
artikel 2.115, derde lid, en dienen zij in overeenstemming te zijn met het
gemeenschapsrecht, waaronder het beginsel van non-discriminatie. Bijzondere
voorwaarden die betrekking hebben op het algemene ondernemingsbeleid hebben
geen direct verband met het voorwerp van de opdracht en zijn dus niet
toegestaan.
Een voorbeeld van een bijzondere voorwaarde met
economische overwegingen is een voorwaarde die bepaalt dat een ondernemer
indien hij de opdracht voor een bepaalde datum afrondt, een percentage krijgt
uitgekeerd van de kosten die de aanbestedende dienst worden bespaard door de
afronding voor die datum.
Bijzondere voorwaarden betreffende arbeidsgerelateerde
en sociale aspecten van het productieproces dienen te worden toegepast in
overeenstemming met richtlijn 96/71/EG van het Europees parlement en de Raad
van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met
het oog op het verrichten van diensten (PbEG 1997, L 18, de
detacheringsrichtlijn) en zij mogen niet worden gekozen of toegepast op een
wijze die direct of indirect discriminerend is ten aanzien van ondernemers uit
andere lidstaten of uit derde landen die partij zijn bij de GPA-overeenkomst of
bij andere vrijhandelsakkoorden waarbij de Europese Unie partij is.
In welk verband kan worden opgemerkt, dat het huidige artikel 2.80 lid
2 Aanbestedingswet 2012 feitelijk een nadere definiëring inhoudt van ‘verband houden met het voorwerp van de
opdracht’ (uit lid 1), namelijk ‘betrekking
hebben op de in het kader van de overheidsopdracht te verrichten werken,
leveringen of diensten […]’.
Wel (zo) handig om te weten, waar het gaat om bijvoorbeeld (de rechtmatige
toepassing van) ‘SROI’ en ‘duurzaamheid’ in een aanbestedingsprocedure.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten