Blijkbaar wordt artikel 28 lid 2 Richtlijn 2014/24/EU gedeeltelijk:
“Alleen de ondernemers die na beoordeling van de
verstrekte informatie door de aanbestedende dienst daartoe worden verzocht,
kunnen een inschrijving doen. […]”
Dat geïmplementeerd is middels artikel 1.1 Aanbestedingswet 2012 bij de
begripsbepaling van de ‘niet-openbare procedure’, ook wel het ‘identiteitsbeginsel’ genoemd.
Althans, volgens de Conclusie van AG M. Campos Sánchez-Bordona van 23 januari
2019 in zaak C-697/17 (Telecom Italia):
HvJEU 24 mei 2016 in zaak C-396/14 (MT Højgaard en Züblin) noemt het ‘identiteitsbeginsel’ niet als zodanig,
maar maakt concreet melding van ‘dat de
gepreselecteerde ondernemers feitelijk en rechtens identiek zijn aan de
ondernemers die de offertes indienen’ en van het ‘vereiste van juridische en feitelijke identiteit’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten