Er is plaats voor toepassing van het evenredigheidsbeginsel in Rechtbank
Den Haag 17 juni 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:6512:
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:6512
4.13. Groupmapping
heeft, net als overigens andere inschrijvers, als bewijsstuk een GVA van na 6
januari 2021, de uiterste datum van inschrijving, ingediend. Dit kan te wijten
zijn aan het feit dat in de brief van 5 maart 2021, waarin om het bewijsstuk is
verzocht, niet staat vermeld dat de GVA van uiterlijk 6 januari 2021 diende te
dateren. Daarin staat enkel dat de GVA niet ouder dan twee jaar diende te zijn.
4.14. Gezien
deze omstandigheid en de fase waarin de aanbesteding zich bevond, acht de
voorzieningenrechter een onmiddellijke uitsluiting in strijd met het
evenredigheids- en zorgvuldigheidsbeginsel, mede gezien de nadelige gevolgen
voor Groupmapping van uitsluiting. Het had op de weg van de Staat gelegen om
alle inschrijvers die een GVA van na 6 januari 2021 hadden ingediend, in de
gelegenheid te stellen alsnog een GVA in te dienen die aan de door de Staat
gestelde voorwaarden voldeed. Daarbij is van belang dat de Staat in dat geval
niet zou hebben gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel en Groupmapping
geen oneigenlijk concurrentievoordeel zou hebben verkregen ten opzichte van de
andere inschrijvers aan wie voorlopig was gegund. Alle inschrijvers die in
dezelfde situatie verkeerden zouden namelijk op een vergelijkbare manier in de
gelegenheid zijn gesteld om alsnog de vereiste stukken aan te leveren. Ook
andere inschrijvers zouden hierdoor niet zijn benadeeld, nu bij indiening van
een GVA die aan de gestelde voorwaarden voldoet geen sprake is van een nieuwe
inschrijving.
4.15. De
Staat heeft aangevoerd dat hij geen mogelijkheid tot herstel mocht bieden,
omdat in 3.5 van het Beschrijvend Document aan het niet indienen van een GVA
die niet voldoet, de sanctie van uitsluiting is verbonden. De
voorzieningenrechter volgt de Staat niet in dat betoog, nu deze sanctie in de
omstandigheden van dit specifieke geval in strijd met de fundamentele
beginselen van het aanbestedingsrecht en de algemene beginselen van behoorlijk
bestuur wordt geacht.
4.16. De voorzieningenrechter is gezien het voorgaande dan ook van oordeel dat de Staat alle inschrijvers aan wie voorlopig is gegund en die een GVA van na 6 januari 2021 hebben ingediend, de mogelijkheid diende te bieden alsnog een GVA in te dienen die aan de door de Staat gestelde eisen voldeed. In het onderhavige geval heeft Groupmapping haar omissie reeds hersteld door een GVA in te dienen die - onbetwist - aan de voorwaarden voldoet. Nu niet is gebleken van andere factoren die aan gunning in de weg staan, zal de primaire vordering als hierna bepaald worden toegewezen.
Let echter, uitdrukkelijk, wel op ‘en
de fase waarin de aanbesteding zich bevond’ en ‘nu bij indiening van een GVA die aan de gestelde voorwaarden voldoet
geen sprake is van een nieuwe inschrijving’.
Een wijziging van de inschrijving is dus wat anders (en was in kwestie niet aan de orde).
En wellicht speelt, mede in het kader van een belangenafweging, ook mee, dat zich in dit kort geding geen partij had gevoegd of tussengekomen.
Hoe dan ook. Er was in kwestie (dus) geen plaats voor (toepassing van) het gelijkheidsbeginsel. Het voelt, in dit geval, niet verkeerd.
Lees (echter) ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2020/12/evenredigheidsbeginsel.html