Eén
van mijn uitgangspunten is: “Op echte opties
wordt niet gegund.”
Echte opties zijn niet nodig. Zij behoren dan ook niet tot de (scope van de) opdracht. Zonder de optie (s) kan de opdracht (nog) worden uitgevoerd.
Rechtsgeldige gunningscriteria houden verband met het voorwerp van de opdracht en (moeten) leiden tot een al dan niet zuiver economisch voordeel voor de aanbestedende dienst. Zie artikel 2.115 lid 2 Aanbestedingswet 2012, HvJEG 17 september 2002, zaak C-513/99 (Concordia Bus Finland) en HvJEG 4 december 2003, C-448/01 (EVN-Wienstrom).
Ik wil (dus) ook geen winnaar op, of vanwege, opties. Stel je voor, dat een optie tijdens de uitvoering niet wordt uitgeoefend, en er bij die wetenschap dan eigenlijk een andere winnaar in de aanbestedingsprocedure zou zijn geweest.
Zonde dus, het vonnis Rechtbank Rotterdam 4 oktober 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:9193:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2022:9193
4.7. Vaststaat
dat Palmbout op het moment van inschrijving heeft nagelaten een volledig
ingevuld Prijzenblad in te dienen. Zij heeft een aantal van de gele vlakken op
het Prijzenblad, namelijk die waarin prijsinformatie met betrekking tot de
optionele werkzaamheden (onder B.) moest worden ingevuld, leeg gelaten. In
zoverre heeft Palmbout dan ook niet voldaan aan de norm dat het Prijzenblad
volledig moest zijn ingevuld. Dat bijzondere voorschrift, in verbinding met
paragraaf 4.2.1, aanhef, van de Leidraad en bijlage D, dient immers, gelet op
de aard daarvan, te prevaleren boven de algemene bevoegdheidsregel in paragraaf
4.2.1 sub B, tweede alinea.
4.8. De
Gemeente heeft over de wijze waarop Palmbout het ingediende Prijzenblad heeft
ingevuld vervolgens verificatievragen gesteld. Het antwoord van Palmbout op die
vragen luidde, kort gezegd, dat zij met het leeglaten van de gele vlakken op
het Prijzenblad bedoeld heeft een nultarief in te voeren. De Gemeente heeft dit
antwoord als genoegzaam geaccepteerd en is tot voorlopige gunning van de
Opdracht aan Palmbout overgegaan.
4.9. De
voorzieningenrechter is van oordeel dat er in de verhouding tussen de Gemeente
en Palmbout geen plaats was voor het bieden van herstel in de vorm van
verificatie. De Gemeente heeft in de aanbestedingsstukken zelf bepaald dat het
Prijzenblad op straffe van terzijdelegging volledig moest zijn ingevuld (en
rechtsgeldig ondertekend) op het moment van indiening. Een behoorlijk
geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver had erop bedacht moeten zijn
dat dit dan ook gold:
- voor
de op het Prijzenblad (onder B.) in de gele vlakken in te vullen
prijsinformatie voor optionele werkzaamheden (ook al bestond de mogelijkheid
dat deze werkzaamheden tijdens de uitvoering van de Opdracht niet behoefden te
worden verricht); en
- terwijl
het format van het Prijzenblad zo was ingedeeld dat sprake was van deelposten
die, ook als niet in alle gele vlakken een bedrag werd ingevuld, tot een
rekenkundige totaalprijs, zonder weging, werden opgeteld en uiteindelijk
resulteerden in een inschrijfsom EMVI.
De Gemeente heeft zich dus niet aan haar eigen
voorschriften in de aanbestedingsstukken gehouden en een - ontoelaatbare -
ruimere uitleg geaccepteerd. Van een door Palmbout gegeven eenvoudige
precisering of verduidelijking is geen sprake. De achteraf gegeven toelichting
dat in de lege velden het cijfer nul moest worden gelezen, betekent niet zonder
meer dat de met de optionele werkzaamheden gemoeide kosten voor Palmbout ook
daadwerkelijk nul zijn; in het geval van de naleving van een fundamentele
instructie zou dat een te makkelijk aangenomen en gekunstelde conclusie zijn.
Daarmee heeft de Gemeente in strijd gehandeld met de aanbestedingsrechtelijke
beginselen van transparantie en gelijke behandeling. Dit leidt ertoe dat de
inschrijving van Palmbout niet in de verdere beoordeling door de Gemeente had
mogen worden meegenomen en aldus als ongeldig terzijde had moeten worden gelegd
(knock-out). Dat het voor Palmbout kennelijk lastig was om de gevraagde
prijsinformatie over optionele werkzaamheden te verstrekken is in het kader van
een in de aanbestedingsstukken voorgeschreven fundamenteel voorschrift geen
valide argument.
4.10. Op
grond van het hiervoor overwogene wordt de primaire vordering onder 3.1 sub 1
van Mecanoo die strekt tot intrekking van de Gunningsbeslissing, waarin
Palmbout op de eerste plaats is geëindigd, toegewezen. De termijn die de
Gemeente daarvoor wordt gegund, wordt op 48 uur na betekening van dit vonnis
gesteld. De toewijzing van de primaire vordering onder 3.1 sub 2 die neerkomt
op terzijdelegging van de ongeldige inschrijving van Palmbout leidt er
vervolgens toe dat de inschrijving van Mecanoo voorlopig op de eerste plaats is
geëindigd. De primaire vordering onder 3.1 sub 3 van Mecanoo die ertoe strekt
de Opdracht alleen aan haar te gunnen wordt in het verlengde daarvan eveneens
toegewezen, voor zover de Gemeente daartoe nog steeds wenst over te gaan.
Lees ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2018/09/de-bedoeling.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten