zondag 19 februari 2023

Daadwerkelijk bijdraagt tot het sociale doel

In mijn vorige Blog (zie hier) schreef ik onder meer:

“De uitvoeringsvoorwaarde ‘je mag geen / max. 8% winst maken met de opdracht’ betekent volgens een definitie van het begrip ‘winst’ praktisch en feitelijk: ‘Maak kosten’.


 Huur een pand.’ ‘Neem een leaseauto.’ ‘Betaal het personeel meer’. En dergelijke.


En dan wordt het betreffende geld dus niet aan zorg besteed. En dus ook niet aan ‘het betaalbaar houden van het Sociaal Domein’.


En dan kan zowel nationaal (Aanbestedingswet 2012 en Awb) als Europees (Richtlijn 2014/24/EU) ook sprake zijn van een onevenredige (disproportionele) voorwaarde, wanneer het motief van de uitvoeringsvoorwaarde (juist) verband houdt met het doel om publieke gelden slechts aan zorg te (willen) besteden of (juist) verband houdt met het doel ‘het betaalbaar houden van het Sociaal Domein’.


Er zijn immers andere, minder ingrijpende, maatregelen om zo’n doel te bereiken.”

Je zou daar nog aan toe kunnen voegen, dat alsdan ook niet wordt voldaan aan (het) ‘daadwerkelijk bijdraagt tot het sociale doel en tot het nastreven van de aan die regeling ten grondslag liggende doelstellingen van solidariteit en kostenefficiëntie’ zoals genoemd in het arrest HvJEU 14 juli 2022 in zaak C‑436/20 (ASADE):

https://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=262937&pageIndex=0&doclang=nl&mode=req&dir=&occ=first&part=1&cid=1888855

102         Uit een en ander volgt dat de artikelen 76 en 77 van richtlijn 2014/24 aldus moeten worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale regeling die enkel aan private non-profitorganisaties de mogelijkheid biedt om, door een oproep tot mededinging van inschrijvingen, akkoorden te sluiten op grond waarvan die organisaties sociale hulpverlening aan personen bieden, tegen vergoeding van de door hen gemaakte kosten, ongeacht de geschatte waarde van die hulpverlening, ook al voldoen deze organisaties niet aan de vereisten van dat artikel 77, mits het wettelijke en contractuele kader waarbinnen die organisaties werken daadwerkelijk bijdraagt tot het sociale doel en tot het nastreven van de aan die regeling ten grondslag liggende doelstellingen van solidariteit en kostenefficiëntie en mits het transparantiebeginsel, zoals met name verduidelijkt in artikel 75 van deze richtlijn, wordt nageleefd.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten