donderdag 23 februari 2023

De drempelwaarde als prijsplafond

Terecht vonnis in Rechtbank Zeeland-West-Brabant 17 februari 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:1154:

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2023:1154

- Op 1 december 2022 heeft de Provincie aan [eiseres] een e-mail gestuurd waarin onder andere het volgende staat:

(…) bij het openen van uw prijsdocument constateerden wij dat u heeft ingeschreven voor een totaalprijs van € 253.746,-. Conform de Aanbestedingswet 2012 en de Europese drempelwaarde kan een (decentrale) overheidsorganisatie een opdracht niet middels een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure gunnen als deze de Europese drempelwaarde voor leveringen en diensten van € 215.000,- overschrijdt. Op dat moment zal de opdracht onrechtmatig worden gegund.

Wij vinden het dan ook spijtig u te moeten mededelen dat uw offerte niet in aanmerking komt voor gunning van de opdracht. Zeker omdat uw inschrijving op de kwalitatieve onderdelen de hoogste scores heeft behaald.

(…) De opdracht zal voorlopig worden gegund aan SODAQ Engineering BV.

- [eiseres] heeft tegen dit gunningsvoornemen bezwaar gemaakt. De Provincie heeft in reactie hierop het gunningsvoornemen gehandhaafd en onder andere het volgende geschreven:

In onze offerteaanvraag is geen plafondbedrag opgenomen omdat het voor alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers duidelijk is dat het conform de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit niet toelaatbaar is om een opdracht middels een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure in de markt te zetten als er verwacht wordt dat er een inschrijving gedaan zou worden boven deze Europese drempel. De vooraf gemaakte raming van de opdracht gaf geen aanleiding om een andere procedure te volgen dan nu is uitgevoerd.

[…]

4.1.         Tussen partijen is in geschil of de offerte van [eiseres] door de Provincie terecht is uitgesloten, omdat zij in een meervoudig onderhandse aanbesteding een inschrijving heeft ingediend die de van toepassing zijnde Europese drempelwaarde voor leveringen en diensten van € 215.000 te boven gaat. Dit is volgens de Provincie niet toegestaan en is de grondslag voor de terzijdelegging van de inschrijving door de Provincie. Daarmee is het geschil afgebakend. De geraamde waarde is voor dit geschil niet van belang omdat deze niet in de aanbestedingsstukken staat genoemd. Voor het overige is de inschrijving van [eiseres] geldig en zou deze volgens de Provincie kwalificeren als de economisch meest voordelige inschrijving.

4.2.         Er is geen wettelijke regel waaruit volgt dat in een nationale aanbesteding inschrijvingen met een prijs boven de Europese drempelwaarde om die reden ongeldig zijn. Voor een normaal oplettende en redelijk geïnformeerde inschrijver behoort duidelijk te zijn, dat de Provincie na raming van de waarde van de opdracht heeft gekozen voor deze aanbestedingsprocedure en daarmee de verwachting heeft, dat er in de markt ondernemers zijn die de opdracht kunnen uitvoeren voor een prijs onder de drempelwaarde.

Dat gaat niet zo ver dat ook duidelijk behoort te zijn, dat het drempelbedrag tevens een prijsplafond is waardoor inschrijvingen boven de drempelwaarde als ongeldig terzijde worden gelegd. Uit het transparantie- en gelijkheidsbeginsel volgt immers dat alle voorwaarden en modaliteiten van de gunningsprocedure in de aanbestedingsstukken worden geformuleerd op een deugdelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze. De Provincie had daarom de drempelwaarde als prijsplafond moeten opnemen in de aanbestedingsstukken. Dat heeft zij niet gedaan, zodat inschrijvers hierop niet bedacht hoefden te zijn. Door toch de inschrijving van [eiseres] terzijde te leggen, heeft de Provincie de inschrijving van [eiseres] uitgesloten op basis van een nieuw, niet vooraf bekendgemaakt knock-out criterium. Dat is in strijd met het gelijkheids- en tranparantiebeginsel en om die reden jegens [eiseres] onrechtmatig.

En, wat mij betreft, juist géén vertrouwen in haar eigen raming door de provincie (aanbestedende dienst).

Zie daartoe bijvoorbeeld artikel 2.3 Aanbestedingswet 2012:

Het bepaalde bij of krachtens deel 2 van deze wet is van toepassing op het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en diensten door aanbestedende diensten, anders dan de staat, waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan het in artikel 4, onderdeel c, van richtlijn 2014/24/EU genoemde bedrag, exclusief omzetbelasting.

En artikel 2.13 Aanbestedingswet 2012:

De aanbestedende dienst raamt de waarde van de voorgenomen overheidsopdracht of prijsvraag of het voorgenomen dynamisch aankoopsysteem of innovatiepartnerschap overeenkomstig de artikelen 2.14 tot en met 2.22.

Met een zorgvuldige raming zijn de uiteindelijke inschrijvingssommen immers (dus) niet relevant.

En is ‘de drempelwaarde als prijsplafond’ (dus) ook onzin.

Mogelijk volgt uit een en ander (echter) ook, dat middels de gunningscriteria uitgevraagde ‘kwaliteit’ geld kost, en (dus) ook de raming bepaalt.

Lees terzijde ook:

https://keesvandewater.blogspot.com/2021/07/onaanvaardbare-inschrijving.html 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten