Als ik thuis, los van de mogelijkheid om minder energie te gaan verbruiken, duurzaamheid op het gebied van milieu en klimaat wil, dan moet ik zelf bepalen en specificeren, wat dan precies. Bijvoorbeeld zonnepanelen en/of een warmtepomp.
En dan zal ik, om die duurzaamheid te (kunnen) realiseren, ook moeten betalen.
Ik zie niet in, waarom dat bij een gemeente anders zou (moeten/kunnen) zijn.
Het Europese aanbestedingsrecht maakt dat in ieder geval niet anders.
Het Europese aanbestedingsrecht omvat immers met name (slechts) coƶrdinatie- en procedureregels. En heeft geen geld (‘budget’). Het is dan ook niet aannemelijk, dat het Europese aanbestedingsrecht duurzaamheid zal (kunnen) realiseren.
Het Europese aanbestedingsrecht faciliteert duurzaamheid in het voorkomend geval wel. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid van toepassing van uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en gunningscriteria in een aanbestedingsprocedure.
Maar dat leidt niet per se tot duurzaamheid.
Een ondernemer kan bijvoorbeeld uitgesloten worden wegens schending van (de) verplichtingen op het gebied van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht volgens artikel 2.87 lid 1 sub a Aanbestedingswet 2012. Maar dat zegt nog niks over een duurzame uitvoering van de opdracht door een andere ondernemer.
In het kader van de geschiktheidseisen kan van een ondernemer een milieu- of duurzaamheidscertificering worden geĆ«ist volgens de artikelen 2.96 en 2.97 Aanbestedingswet 2012. Dat zegt echter (nog) niks over de uitvoering van de opdracht volgens zo’n certificaat. Of over het behoud van het certificaat tijdens de uitvoering van de opdracht.
En duurzaamheid kan en mag volgens artikel 2.115 lid 2 sub e Aanbestedingswet 2012 een rol spelen bij de gunningscriteria in de aanbestedingsprocedure. Maar ondernemers zijn niet verplicht om in te schrijven. En ook niet om aan een gunningscriterium, bijvoorbeeld een ‘wens’ van de gemeente, te voldoen.
Thuis faciliteert de bank ook door de mogelijkheid om een (duurzaamheids-) lening aan te gaan, maar dat leidt ook niet per se tot duurzaamheid.
De faciliterende rol van het Europese aanbestedingsrecht mist verder ook initiatief en control.
En in dat verband wordt duurzaamheid bij een gemeente, net als thuis, gerealiseerd door:
1. De inhoud van de opdrachtomschrijving (het ‘bestek’), en;
2. De bereidheid om voor duurzaamheid te betalen.
Het gaat daarmee dus om ‘inhoud’ en ‘geld’.
Je overwint uitdagingen doorgaans ook niet met ‘het proces’. En Sinterklaas bestaat evenmin.
Bij de ‘inhoud’ gaat het om de in het ‘bestek’ op te nemen ‘technische specificaties’ en eventueel keurmerken volgens het bepaalde in § 2.3.3.1. van de Aanbestedingswet 2012. Om de toepassing van ‘bijzondere voorwaarden’ volgens artikel 2.80 Aanbestedingswet 2012. Of om anderszins in het ‘bestek’ op te nemen ‘uitvoeringsvoorwaarden’ met betrekking tot de opdracht.
In dat verband is (heel) veel mogelijk. Pas bijvoorbeeld als gemeente de milieukostenindicator (MKI) zelf toe bij het maken van het ontwerp en het bestek.
Een ‘goed bestek’ bevat alle door de gemeente nodig geachte eisen aan de opdracht zodat (zelfs ) ook met gunning op ‘laagste prijs’, de ‘beste prijs-kwaliteitverhouding’ wordt verkregen.
‘Inhoud’ vereist (dus) ook kennis. De gemeente heeft personeel met kennis in dienst. Leidt haar personeel op. Of huurt (de) kennis ‘extern’ in.
Dat hoeft geen struikelblok te zijn.
En ‘geld’, om een opdrachtnemer te betalen en om personeel aan te nemen, op te leiden, of in te huren, is er in beginsel altijd, want dat wordt bepaald door (de) politieke wil (Raad en College afzonderlijk of tezamen). Denk daarbij ook aan geld lenen.
Met voldoende geld ten behoeve van een adequate en faire vergoeding zullen ook ondernemers daadwerkelijk in staat en bereid zijn om de duurzame technische specificaties, de duurzame bijzondere voorwaarden en de overige uitvoeringsvoorwaarden voor de gemeente uit te voeren.
En zullen ondernemers ook (willen) inschrijven op een aanbestedingsprocedure. De realisatie van duurzaamheid ten behoeve van een gemeente vereist (immers) ook geen disproportionele risicoverdeling.
Duurzaamheid realiseren bij een gemeente is dus in beginsel, los van externe problemen zoals bijvoorbeeld netcongestie, mogelijk.
Maar, de gemeentelijke ‘inkoper’ is doorgaans (slechts) ‘procesbegeleider’. En heeft geen geld (‘budget’). Het is dan ook niet aannemelijk, dat de gemeentelijke ‘inkoper’ duurzaamheid zal (kunnen) realiseren.
‘Inkoop’ als een functie, en daarmee als een bestuurs- en uitvoeringsaangelegenheid (zie deze Blog), kan dat echter wel.
Als duurzaamheid bij een gemeente niet gerealiseerd wordt, dan houdt dat dus ook verband met (de) democratie.
Je moet dat alsdan, in een na de verkiezingen gelegen bestuursperiode, dankbaar accepteren en respecteren.
Lees over duurzaamheid ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2023/05/de-overheidsopdracht-en-artikel-122.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten