De aanbestedende dienst is in beginsel gerechtigd om inschrijvers in
verband met hun inschrijving om een toelichting te vragen. Zie bijvoorbeeld
artikel 56 lid 3 Richtlijn 2014/24/EU:
Wanneer de door de ondernemers in te dienen informatie
of documentatie onvolledig of onjuist is of lijkt te zijn of wanneer specifieke
documenten ontbreken, kunnen de aanbestedende diensten, tenzij het nationale
recht dat deze richtlijn uitvoert anders bepaalt; de betrokken ondernemers
verzoeken die informatie of documentatie binnen een passende termijn in te
dienen, aan te vullen, te verduidelijken of te vervolledigen, mits dergelijke
verzoeken worden gedaan met volledige inachtneming van de beginselen van
gelijke behandeling en transparantie.
En artikel 2.55 Aanbestedingswet 2012:
Een aanbestedende dienst kan een ondernemer vragen om
zijn inschrijving of verzoek om deelneming nader toe te lichten of aan te
vullen, met inachtneming van de artikelen 2.84, 2.85 en 2.102.
De inschrijver kan (mag) dan vervolgens in/met zijn toelichting geen
nieuwe (gewijzigde) inschrijving doen.
Zie bijvoorbeeld, naar analogie, het vonnis Rechtbank Midden-Nederland
5 juni 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:2662:
2.12. [eiseres]
heeft in haar bezwaarschrift tegen de voorlopige gunningsbeslissing toegelicht
dat het plaatsen van gestickerde borden is bedoeld als tijdelijke maatregel om
de termijn van levering van 2 à 3 weken van het unieke bord te overbruggen. De
voorzieningenrechter is het met RMN eens dat dit niet uit het Plan van Aanpak
blijkt. Deze nadere toelichting is daarom als een niet-toegestane aanvulling op
de inschrijving te beschouwen.
En het arrest HvJEU
29 maart 2012 in zaak C-599/10 (SAG ELV Slovensko e.a.):
40 Artikel 2 staat er in het bijzonder
evenwel niet aan in de weg dat, in uitzonderlijke gevallen, de gegevens van de
inschrijvingen gericht kunnen worden verbeterd of aangevuld, met name omdat
deze klaarblijkelijk een eenvoudige precisering behoeven, of om kennelijke
materiële fouten recht te zetten, mits deze wijziging er niet toe leidt dat in
werkelijkheid een nieuwe inschrijving wordt voorgesteld. Dat artikel verzet
zich er dus evenmin tegen dat het nationale recht een bepaling bevat, zoals
artikel 42, lid 2, van wet nr. 25/2006, volgens welke in wezen de aanbestedende
dienst de gegadigden schriftelijk kan verzoeken om hun inschrijving te
verduidelijken zonder evenwel een wijziging van de inschrijving te vragen of te
aanvaarden.
Voornoemd vonnis gaat er overigens (r.o. 2.10) vanuit, dat een ‘latere aanvulling van de relevante redenen’
van de gunningsbeslissing in kwestie mogelijk is/was ‘omdat de regels van het aanbestedingsrecht niet van openbare orde zijn
en de voorzieningenrechter deze regels dus niet ambtshalve moet toepassen’.
En lees verder ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten