Rechtbank Amsterdam 9 mei 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:4206 (zie
hier) spreekt mij aan:
4.8. Hierbij
komt dat het oordeel, en het daarin besloten verwijt - dat herhaaldelijk
terugkeert - inhoudend dat bepaalde antwoorden of beschrijvingen door Ricoh
niet SMART zijn onderbouwd, zo vaag en algemeen is dat hiermee voorshands niet
aan de (primair aan het beoordelingsteam en vervolgens) aan de Gemeente te
stellen motiveringseisen is voldaan.
In dit verband is mede van belang dat de specifieke
criteria die liggen besloten in de lettercombinatie SMART dermate algemeen en
voor de hand liggend zijn dat die criteria - als beschrijving van wat in de
context van een inschrijving een behoorlijke beantwoording van de vragen in het
algemeen dient in te houden - niet of nauwelijks meerwaarde hebben boven
hetgeen in dit opzicht toch al zou gelden als de eis van een SMART motivering
niet zou worden gesteld. Daarom kan de constatering/het verwijt dat Ricoh
bepaalde beweringen onvoldoende SMART heeft toegelicht, niet of nauwelijks
dienen als behoorlijke motivering waarom de inschrijving op deze punten zou
tekortschieten. Anders gezegd: deze constatering/dit verwijt ís geen motivering,
maar veronderstélt een motivering, die niet of onvoldoende is gegeven.
Lees namelijk over ‘SMART’ ook:
en
Het ‘resultaat’:
De
voorzieningenrechter
5.1. gebiedt
de Gemeente om de in het kader van de aanbestedingsprocedure voor Scannen en
Printen gedane inschrijvingen te laten beoordelen door een nieuw door de
Gemeente samen te stellen en onbevooroordeeld beoordelingsteam, met
inachtneming van de aanbestedingsstukken en dit vonnis,
[…]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten