Het opstellen van de (bewoordingen van de) aanbestedingsstukken
luistert nauw.
Zie bijvoorbeeld Rechtbank Den Haag 12 maart 2020,
ECLI:NL:RBDHA:2020:2788:
4.4. De
Aanbestedingsleidraad vermeldt dat het niet is toegestaan negatieve prijzen aan te bieden. Anders dan de
gemeente is de voorzieningenrechter van oordeel dat een korting niet kan worden
gelijkgesteld aan een prijs. Een korting kan een element zijn van een
uiteindelijke prijs, maar is op zichzelf geen prijs, omdat een prijs altijd is
gekoppeld aan een dienst of product. Uit voornoemde bepaling uit de
Aanbestedingsleidraad volgt dus niet dat het verboden was een korting aan te
bieden. Op dit punt wijkt deze aanbesteding dan ook af van de aanbesteding
waarover de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg heeft geoordeeld in
een vonnis van 24 april 2017 (ECLI:NL:RBLIM:2017:3763). In die aanbesteding
vermeldden de stukken immers dat het verboden was om negatieve bedragen aan te bieden. De verwijzing
naar dat vonnis van de gemeente in haar gunningsbeslissing gaat dan ook niet
op.
4.5. Bij
het voorgaande komt dat vaststaat dat de door de gemeente verstrekte
inschrijfstaat een post “korting” bevatte. De gemeente heeft aangevoerd dat het
verwijderen van die post uit de inschrijfstaat lastig is, maar de gevolgen
daarvan komen - nu de aanbestedingsstukken geen duidelijke instructie bevatten
dat geen korting mocht worden aangeboden - voor haar rekening en risico. Door
de post in de inschrijfstaat te laten staan, heeft de gemeente de indruk gewekt
dat inschrijvers een korting konden en mochten aanbieden.
Het vonnis Rechtbank Limburg 24 april 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:3763 is
hier te lezen:
En lees over ‘kosten’ en ‘prijzen’:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten