HvJEU 7 september 2021 in zaak C-927/19 (Klaipėdos regiono atliekų tvarkymo centras):
123 Bij
deze afweging moet er bovendien rekening mee worden gehouden dat een afgewezen
inschrijver, wanneer hij niet over voldoende informatie beschikt op grond
waarvan hij kan verifiëren of het besluit van de aanbestedende dienst, waarbij
de betreffende opdracht aan een andere ondernemer is gegund, onjuist of
onrechtmatig is, in de praktijk geen gebruik kan maken van zijn recht op een
doeltreffende voorziening in rechte tegen een dergelijk besluit zoals bedoeld
in artikel 1, leden 1 en 3, van richtlijn 89/665, of dat nu - overeenkomstig
lid 5 van dit artikel - in het kader van een beroep bij de aanbestedende dienst
is, dan wel in het kader van een beroep bij de rechter. Om dit recht te
eerbiedigen moet de aanbestedende dienst dus niet alleen een motivering geven
van zijn besluit om bepaalde gegevens als vertrouwelijk te behandelen, maar
moet hij ook - voor zover mogelijk en voor zover die mededeling niet afdoet aan
het vertrouwelijke karakter van de specifieke gegevens waarvan bescherming
vanwege dat karakter gerechtvaardigd is - op neutrale wijze de essentie van de
inhoud ervan meedelen aan de inschrijver die erom verzoekt, in het bijzonder de
inhoud van de gegevens betreffende de doorslaggevende aspecten van zijn besluit
en de geselecteerde inschrijving.
124 De
verplichting van de aanbestedende dienst om de als vertrouwelijk beschouwde
informatie van de geselecteerde inschrijver te beschermen, mag namelijk niet zo
ruim worden opgevat dat het motiveringsvereiste daardoor volledig wordt
uitgehold (zie in die zin arrest van 15 juli 2021, Commissie/Landesbank
Baden-Württemberg en GAR, C‑584/20P en C‑621/20P, EU:C:2021:601, punt 120) en
dat deze verplichting afbreuk doet aan het nuttig effect van artikel 1, leden 1
en 3, van richtlijn 89/665, dat in het bijzonder de lidstaten verplicht om te
voorzien in doeltreffende beroepsprocedures. De aanbestedende dienst kan
daartoe, voor zover zijn nationale recht dat toelaat, met name bepaalde
aspecten en de technische kenmerken van een inschrijving van een gegadigde of
inschrijver samengevat meedelen, zodat de vertrouwelijke informatie niet kan
worden achterhaald.
Vindt terecht toepassing in Rechtbank Den Haag 15 oktober 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:14023:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:14023
5.26. Verder
heeft Wallaard zich op het standpunt gesteld dat de gunningsbeslissing niet met
inachtneming van artikel 3.39.4. ARW 2016 is gemotiveerd. In dat artikel is
bepaald dat de gunningsbeslissing ten minste de relevante redenen van de
beslissing, waaronder de kenmerken en relatieve voordelen van de uitgekozen
inschrijving dient te bevatten. In de gunningsbeslissing is ten aanzien van de
uitgekozen inschrijving, te weten de inschrijving van Dura, de
inschrijvingssom, de behaalde korting en de totaal fictieve inschrijvingssom
opgenomen. Volgens Wallaard had de Gemeente in de gunningsbeslissing ook moeten
vermelden waarom Dura het volgens de beoordelingscommissie beter heeft gedaan
dan Wallaard. De Gemeente heeft aangevoerd dat de gunningsbeslissing wel aan de
motiveringseisen voldoet, nu in de beslissing ten aanzien de geselecteerde
inschrijver enkel de eindscores bekend hoeven te worden gemaakt.
5.27. De
voorzieningenrechter is met Wallaard van oordeel dat de Gemeente niet aan haar
motiveringsplicht heeft voldaan.
5.28. Gelet
op het belang van een afgeschreven inschrijver om in de praktijk gebruik te
kunnen maken van zijn recht op een doeltreffende voorziening in rechte tegen
een gunningsbeslissing, dient de aanbestedende dienst - voor zover mogelijk en
voor zover die mededeling niet afdoet aan het vertrouwelijke karakter van de
winnende inschrijving - op neutrale wijze de inhoud van de gegevens betreffende
de doorslaggevende aspecten van de uitgekozen inschrijving in het voorlopige
gunningsbeslissing te vermelden. De aanbestedende dienst kan daartoe met name
bepaalde aspecten en de technische kenmerken van een inschrijving van de
winnaar samengevat meedelen, zodat de vertrouwelijke informatie niet kan worden
achterhaald. In dit geval blijkt uit het door de Gemeente in de motivering van
de voorlopige gunningsbeslissing vermelde overzicht van de (fictieve)
inschrijvingssommen en behaalde kortingen dat Dura bijna de maximaal haalbare
fictieve korting heeft gescoord. Hieruit volgt dat Dura op bijna alle
subgunningscriteria voor wat betreft de kwaliteit van de inschrijving (veel)
meerwaarde heeft geboden en dus ook veel meer dan Wallaard. Op basis hiervan
moet in redelijkheid aan Wallaard kunnen worden uitgelegd welke relatieve
voordelen de inschrijving van Dura volgens de Gemeente heeft.
5.29. De
Gemeente heeft hieraan niet voldaan. Dit brengt met zich dat de voorlopige
gunningsbeslissing niet in stand kan blijven. De Gemeente zal, indien zij de
aanbesteding wenst voort te zetten, op basis van de gedane beoordeling een
nieuwe voorlopige gunningsbeslissing kunnen nemen en daarbij die beslissing met
inachtneming van de eisen van artikel 3.39.4. ARW 2016 motiveren. In dat geval
zal weer een nieuwe rechtsbeschermingstermijn gaan lopen.
Het arrest van het HvJEU voornoemd is (reeds) bevestigd door HvJEU 21 december 2021 in zaak C‑497/20 (Randstad Italia).
Lees (eerder) ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2021/09/bekendmaking-van-de-eindscores.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten