Terecht vonnis in Rechtbank Zeeland-West-Brabant 17 februari 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:1154:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2023:1154
- Op 1 december 2022 heeft de Provincie aan [eiseres]
een e-mail gestuurd waarin onder andere het volgende staat:
“(…) bij het
openen van uw prijsdocument constateerden wij dat u heeft ingeschreven voor een
totaalprijs van € 253.746,-. Conform de Aanbestedingswet 2012 en de Europese
drempelwaarde kan een (decentrale) overheidsorganisatie een opdracht niet
middels een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure gunnen als deze de
Europese drempelwaarde voor leveringen en diensten van € 215.000,-
overschrijdt. Op dat moment zal de opdracht onrechtmatig worden gegund.
Wij vinden
het dan ook spijtig u te moeten mededelen dat uw offerte niet in aanmerking
komt voor gunning van de opdracht. Zeker omdat uw inschrijving op de
kwalitatieve onderdelen de hoogste scores heeft behaald.
(…) De
opdracht zal voorlopig worden gegund aan SODAQ Engineering BV.”
- [eiseres] heeft tegen dit gunningsvoornemen bezwaar
gemaakt. De Provincie heeft in reactie hierop het gunningsvoornemen gehandhaafd
en onder andere het volgende geschreven:
“In onze
offerteaanvraag is geen plafondbedrag opgenomen omdat het voor alle behoorlijk
geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers duidelijk is dat het conform
de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit niet toelaatbaar is om
een opdracht middels een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure in de
markt te zetten als er verwacht wordt dat er een inschrijving gedaan zou worden
boven deze Europese drempel. De vooraf gemaakte raming van de opdracht gaf geen
aanleiding om een andere procedure te volgen dan nu is uitgevoerd.”
[…]
4.1. Tussen
partijen is in geschil of de offerte van [eiseres] door de Provincie terecht is
uitgesloten, omdat zij in een meervoudig onderhandse aanbesteding een
inschrijving heeft ingediend die de van toepassing zijnde Europese
drempelwaarde voor leveringen en diensten van € 215.000 te boven gaat. Dit is
volgens de Provincie niet toegestaan en is de grondslag voor de terzijdelegging
van de inschrijving door de Provincie. Daarmee is het geschil afgebakend. De
geraamde waarde is voor dit geschil niet van belang omdat deze niet in de
aanbestedingsstukken staat genoemd. Voor het overige is de inschrijving van
[eiseres] geldig en zou deze volgens de Provincie kwalificeren als de
economisch meest voordelige inschrijving.
4.2. Er
is geen wettelijke regel waaruit volgt dat in een nationale aanbesteding
inschrijvingen met een prijs boven de Europese drempelwaarde om die reden
ongeldig zijn. Voor een normaal oplettende en redelijk geïnformeerde
inschrijver behoort duidelijk te zijn, dat de Provincie na raming van de waarde
van de opdracht heeft gekozen voor deze aanbestedingsprocedure en daarmee de
verwachting heeft, dat er in de markt ondernemers zijn die de opdracht kunnen
uitvoeren voor een prijs onder de drempelwaarde.
Dat gaat niet zo ver dat ook duidelijk behoort te
zijn, dat het drempelbedrag tevens een prijsplafond is waardoor inschrijvingen
boven de drempelwaarde als ongeldig terzijde worden gelegd. Uit het
transparantie- en gelijkheidsbeginsel volgt immers dat alle voorwaarden en
modaliteiten van de gunningsprocedure in de aanbestedingsstukken worden
geformuleerd op een deugdelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze. De
Provincie had daarom de drempelwaarde als prijsplafond moeten opnemen in de
aanbestedingsstukken. Dat heeft zij niet gedaan, zodat inschrijvers hierop niet
bedacht hoefden te zijn. Door toch de inschrijving van [eiseres] terzijde te
leggen, heeft de Provincie de inschrijving van [eiseres] uitgesloten op basis
van een nieuw, niet vooraf bekendgemaakt knock-out criterium. Dat is in strijd
met het gelijkheids- en tranparantiebeginsel en om die reden jegens [eiseres]
onrechtmatig.
En, wat mij betreft, juist géén vertrouwen in haar eigen raming door de provincie (aanbestedende dienst).
Zie daartoe bijvoorbeeld artikel 2.3 Aanbestedingswet 2012:
Het bepaalde bij of krachtens deel 2 van deze wet is
van toepassing op het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en
diensten door aanbestedende diensten, anders dan de staat, waarvan de geraamde
waarde gelijk is aan of hoger is dan het in artikel 4, onderdeel c, van
richtlijn 2014/24/EU genoemde bedrag, exclusief omzetbelasting.
En artikel 2.13 Aanbestedingswet 2012:
De aanbestedende dienst raamt de waarde van de
voorgenomen overheidsopdracht of prijsvraag of het voorgenomen dynamisch
aankoopsysteem of innovatiepartnerschap overeenkomstig de artikelen 2.14 tot en
met 2.22.
Met een zorgvuldige raming zijn de uiteindelijke inschrijvingssommen immers (dus) niet relevant.
En is ‘de drempelwaarde als prijsplafond’ (dus) ook onzin.
Mogelijk volgt uit een en ander (echter) ook, dat middels de gunningscriteria uitgevraagde ‘kwaliteit’ geld kost, en (dus) ook de raming bepaalt.
Lees terzijde ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2021/07/onaanvaardbare-inschrijving.html