Rechtbank Midden-Nederland 27 maart 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:1299, met
verwijzing naar het ‘Roanne-arrest’, HvJEG 18 januari 2007 in zaak C-220/05 (Auroux
e.a.):
3.12. Voor
de berekening van die waarde moet niet alleen rekening worden gehouden met de
door de aanbestedende dienst betaalde bedragen, maar ook met de inkomsten die
de opdrachtnemer (de winnende inschrijver) van derden ontvangt. Dat kan worden
afgeleid uit het Auroux-arrest (HvJEG, C-220/05).
Dat dit arrest, zoals ParkeerService aanvoert,
betrekking heeft op levering van werken, maakt niet dat deze regel ook niet zou
gelden voor levering van diensten. Het gaat erom dat potentiële inschrijvers
die in de Europese Gemeenschap zijn gevestigd toegang hebben tot
overheidsopdrachten die voor hen van belang zijn. Om die reden moet voor de
berekening van de waarde van de opdracht van het standpunt van de potentiële
inschrijver worden uitgaan. Niet valt in te zien dat dit alleen bij een
overheidsopdracht voor levering van werken het geval zou zijn.
Het gaat er bij de raming van de waarde van de
opdracht dus om welke waarde de opdracht voor de opdrachtnemer heeft. Vaststaat
dat de opdrachtnemer alle heffingen en incassokosten bovenop de parkeerboete
mag houden. Met deze inkomsten moet dan ook rekening worden gehouden bij de
raming van de waarde van de opdracht.
Dat ParkeerService, zoals zij aanvoert, geen idee had
wat de omvang van deze inkomsten zou zijn, ontslaat haar niet van de
verplichting om daarmee bij de raming van de opdracht rekening te houden. Zij
zal deze informatie dan moeten zien te krijgen door bijvoorbeeld in de branche
daarnaar te informeren.
[…]
3.14. ParkeerService
heeft de waarde van de opdracht geraamd op € 90.000. Zij is daarbij uitgegaan
van een inschrijfprijs van € 0,75 per naheffing die in het kader van de
aanbesteding in 2015 is aangeboden en heeft vervolgens de volgende rekensom
gemaakt: 30.000 kentekens per jaar x 4 jaar = 120.000 x € 0,75 = € 90.000. Deze
raming klopt niet, omdat er rekening moet worden gehouden met de waarde die de
opdracht voor de opdrachtnemer heeft, in dit geval wordt die waarde bepaald
door alle inkomsten die de opdrachtnemer met de opdracht genereert en niet
alleen door de prijs die zij ontvangt voor het aannemen van de opdracht.
ParkeerService heeft de waarde van de opdracht dus verkeerd geraamd.
Is correct.
De praktijk gaat met een en ander wel vaker in de fout. Niet zelden is de
waarde van een opdracht, en daarmee ook het belang, vele malen groter, dan oorspronkelijk
door de aanbestedende dienst werd ingeschat.
Lees over de raming van overheidsopdrachten (ook):
En het vonnis is verder interessant, omdat daarin een beroep op
rechtsverwerking naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar
wordt geacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten