Het is bijna dagelijkse praktijk, dat de inschrijvingsstaat niet wordt
ingevuld conform de, naar mijn mening, voor opdrachtgevers en aannemers waardevolle
RAW-systematiek.
In verband met het behoud van de RAW-systematiek is het belangrijk, dat in de praktijk goed gevolg wordt gegeven aan onder meer, bij de RAW-raamovereenkomst, het bepaalde in artikel 01.01.06.02 van de Standaard RAW Bepalingen 2020:
“In
elke op te geven prijs per eenheid moeten alle kosten zijn begrepen die voor
het tot stand brengen van de resultaatsverplichting moeten worden gemaakt, met
inbegrip van de tot die resultaatsverplichting behorende (gebundelde)
bestekspost(-en), doch met uitzondering van de in lid 03 van dit artikel
bedoelde kosten. […]”
Het bepaalde in artikel 01.01.06.03:
“In een prijs per eenheid mogen geen
uitvoeringskosten, algemene kosten, winst en risico en korting zijn begrepen. Na
het subtotaal mogen geen eenmalige kosten worden opgenomen. Uitvoeringskosten,
algemene kosten, winst en risico en een eventueel door de inschrijver gegeven
korting worden opgenomen na het subtotaal in de vorm van een percentage ten
opzichte van het subtotaal afgerond op een tiende en met vermelding van het
daaruit volgend bedrag.”
En het bepaalde in artikel 01.01.07.01 van de Standaard:
“De ontleding van de inschrijvingssom, ingediend door
de inschrijver die voor het sluiten van de raamovereenkomst in aanmerking lijkt
te komen, zal voorafgaand aan de bekendmaking van de gunningsbeslissing of, als
een dergelijke bekendmaking niet plaatsvindt, voorafgaand aan het sluiten van
de raamovereenkomst, door de aanbesteder worden beoordeeld op het voldoen aan
het bepaalde in artikel 01.01.06.”
Zie voor de RAW-bestekken, de artikelen 01.01.03 en 01.01.04 van de Standaard RAW Bepalingen 2020.
In vorenbedoeld verband is Rechtbank Noord-Holland 7 februari 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:1119 een terecht en waardevol vonnis:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2024:1119
4.4. FAB
heeft terecht gesteld dat het debat over de aangeboden eenheidsprijs voor
bestekpost 150040 niet is verlopen zoals in 01.01.07 lid 02 RAW 2020 is
voorgeschreven. Alleen al niet omdat de Gemeente FAB niet heeft verzocht om een
schriftelijke toelichting. Dit
betekent echter niet dat de beslissing om de inschrijving van FAB terzijde te
stellen niet in stand kan blijven. Vast staat dat er tussen partijen een
mondeling debat heeft plaatsgehad over vooraf schriftelijk door de Gemeente aan
FAB kenbaar gemaakte onderdelen van de inschrijving. FAB heeft daarbij niet
kenbaar gemaakt dat zij haar onderbouwing schriftelijk ter kennis van de
Gemeente wilde brengen. Van het debat is door de Gemeente een verslag gemaakt,
waar FAB vervolgens schriftelijk op heeft kunnen reageren. FAB heeft nadien
geen nieuwe argumenten ingebracht ter onderbouwing van de desbetreffende
eenheidsprijzen, ook niet in deze procedure. De voorzieningenrechter leidt hier
uit af dat de inhoudelijke argumenten tijdig in de procedure tussen partijen
zijn gewisseld en dat de Gemeente alle argumenten van FAB in haar beoordeling
heeft kunnen betrekken. Dat maakt dat het enkele feit dat het debat niet
volgens de voorschriften van bepaling 01.01.07 lid 2 RAW 2020 is gevoerd geen
gevolg heeft voor de terzijdelegging van de inschrijving.
4.5. FAB
heeft daarnaast betoogd dat de Gemeente door af te wijken van bepaling 01.01.07
lid 2 RAW 2020 in strijd heeft gehandeld met de beginselen van gelijke
behandeling en transparantie en met de bestuursrechtelijke beginselen van
zorgvuldigheid en fair-play. Dit betoog wordt verworpen. Als niet weersproken
staat vast dat de Gemeente met geen van de andere inschrijvers een verificatiegesprek
heeft gehouden, zodat van een ongelijke behandeling ten aanzien van de wijze
waarop dat gesprek heeft plaatsgevonden geen sprake is. Voorts heeft de
Gemeente in het verificatiegesprek weliswaar ook vragen gesteld over
eenheidsprijzen in de inschrijving van FAB die niet vooraf schriftelijk aan FAB
kenbaar zijn gemaakt, maar deze hebben geen rol gespeeld bij de terzijdelegging
van de inschrijving. FAB heeft geen andere feiten en omstandigheden gesteld die
tot het oordeel kunnen leiden dat de Gemeente in strijd heeft gehandeld met de
beginselen van gelijke behandeling en transparantie of dat sprake is van strijd
met het zorgvuldigheidsbeginsel of het beginsel van fair-play.
[…]
4.11. In
artikel 01.01.06 RAW is met zoveel woorden opgenomen dat in elke op te geven
prijs per eenheid alle kosten moeten
zijn begrepen die voor het tot stand brengen van de resultaatsverplichting
moeten worden gemaakt, met inbegrip van de tot die resultaatsverplichting
behorende (gebundelde) bestekspost(en). Daarmee is - zoals ook VdV+dG terecht
heeft betoogd - de mogelijkheid uitgesloten om kosten behorende bij de ene
bestekspost in een andere bestekspost te verdisconteren. Dat heeft FAB echter
wel gedaan. De Gemeente heeft dit in haar brief van 14 december 2023 ter
onderbouwing van de terzijdelegging (zie hierboven in 2.9) voldoende
gemotiveerd. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de Gemeente dat
ook juist gedaan. De opmerking van FAB dat zij ‘evt. verlies daarin’ neemt (zie
2.8) komt er in feite op neer dat korting wordt verleend, terwijl korting
volgens de RAW-systematiek uitsluitend kan (en moet) worden verwerkt nĂ¡ het
subtotaal en als percentage, wat FAB niet heeft gedaan.
[…]
4.13. Met
betrekking tot deze bestekspost heeft FAB in het verificatiegesprek - blijkens
het daartoe opgestelde verslag - verklaard dat zij een ‘calculatiefout’ heeft
gemaakt. Met de Gemeente is de voorzieningenrechter van oordeel dat dit geen
‘kennelijke’ fout is die zich voor eenvoudig herstel leent. Dat FAB voor 2
verkeersregelaars een prijs van € 55,- per uur heeft gerekend bij bestekspost
140030 (zie hierboven in 2.6) betekent immers niet dat de Gemeente daaruit
heeft moeten (kunnen) afleiden dat het tarief voor de inzet van 4
verkeersregelaars ‘dus’ zou moeten worden verdubbeld ten aanzien van
bestekspost 140040. Er kan immers net zo goed sprake zijn van een fout in de
eenheidsprijs bij bestekspost 140030. Nu geen sprake is van een kennelijke
fout, biedt de aanbestedingsprocedure geen ruimte voor herstel. Voor zover FAB
heeft willen betogen dat zij het verlies van haar fout voor haar rekening
neemt, geldt ook hier wat in 4.11 is overwogen over het verlenen van korting.
4.14. Naar
het oordeel van de voorzieningenrechter geven de bovenstaande gebreken in de
inschrijfstaten van FAB ten aanzien van de besteksposten 150040 en 140040 -
zowel ieder voor zich als in onderling verband beschouwd - de Gemeente
voldoende aanleiding om de inschrijving van FAB als ongeldig terzijde te
leggen.
Het is immers in niemands belang, dat de RAW-systematiek door/in de praktijk om zeep wordt geholpen.
Lees over de RAW-systematiek ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2022/10/eenmalige-korting-en-procentuele-korting.html
en
https://keesvandewater.blogspot.com/2022/01/uitvoeringskosten-in-de-raw.html
en
https://keesvandewater.blogspot.com/2022/02/de-bagatel-bij-de-raw-raamovereenkomst.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten