woensdag 7 februari 2024

De RAW-systematiek

Het is bijna dagelijkse praktijk, dat de inschrijvingsstaat niet wordt ingevuld conform de, naar mijn mening, voor opdrachtgevers en aannemers waardevolle RAW-systematiek.

In verband met het behoud van de RAW-systematiek is het belangrijk, dat in de praktijk goed gevolg wordt gegeven aan onder meer, bij de RAW-raamovereenkomst, het bepaalde in artikel 01.01.06.02 van de Standaard RAW Bepalingen 2020:

“In elke op te geven prijs per eenheid moeten alle kosten zijn begrepen die voor het tot stand brengen van de resultaatsverplichting moeten worden gemaakt, met inbegrip van de tot die resultaatsverplichting behorende (gebundelde) bestekspost(-en), doch met uitzondering van de in lid 03 van dit artikel bedoelde kosten. […]”

Het bepaalde in artikel 01.01.06.03:

“In een prijs per eenheid mogen geen uitvoeringskosten, algemene kosten, winst en risico en korting zijn begrepen. Na het subtotaal mogen geen eenmalige kosten worden opgenomen. Uitvoeringskosten, algemene kosten, winst en risico en een eventueel door de inschrijver gegeven korting worden opgenomen na het subtotaal in de vorm van een percentage ten opzichte van het subtotaal afgerond op een tiende en met vermelding van het daaruit volgend bedrag.”

En het bepaalde in artikel 01.01.07.01 van de Standaard:

“De ontleding van de inschrijvingssom, ingediend door de inschrijver die voor het sluiten van de raamovereenkomst in aanmerking lijkt te komen, zal voorafgaand aan de bekendmaking van de gunningsbeslissing of, als een dergelijke bekendmaking niet plaatsvindt, voorafgaand aan het sluiten van de raamovereenkomst, door de aanbesteder worden beoordeeld op het voldoen aan het bepaalde in artikel 01.01.06.”

Zie voor de RAW-bestekken, de artikelen 01.01.03 en 01.01.04 van de Standaard RAW Bepalingen 2020.

In vorenbedoeld verband is Rechtbank Noord-Holland 7 februari 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:1119 een terecht en waardevol vonnis:

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2024:1119

4.4.         FAB heeft terecht gesteld dat het debat over de aangeboden eenheidsprijs voor bestekpost 150040 niet is verlopen zoals in 01.01.07 lid 02 RAW 2020 is voorgeschreven. Alleen al niet omdat de Gemeente FAB niet heeft verzocht om een schriftelijke toelichting. Dit betekent echter niet dat de beslissing om de inschrijving van FAB terzijde te stellen niet in stand kan blijven. Vast staat dat er tussen partijen een mondeling debat heeft plaatsgehad over vooraf schriftelijk door de Gemeente aan FAB kenbaar gemaakte onderdelen van de inschrijving. FAB heeft daarbij niet kenbaar gemaakt dat zij haar onderbouwing schriftelijk ter kennis van de Gemeente wilde brengen. Van het debat is door de Gemeente een verslag gemaakt, waar FAB vervolgens schriftelijk op heeft kunnen reageren. FAB heeft nadien geen nieuwe argumenten ingebracht ter onderbouwing van de desbetreffende eenheidsprijzen, ook niet in deze procedure. De voorzieningenrechter leidt hier uit af dat de inhoudelijke argumenten tijdig in de procedure tussen partijen zijn gewisseld en dat de Gemeente alle argumenten van FAB in haar beoordeling heeft kunnen betrekken. Dat maakt dat het enkele feit dat het debat niet volgens de voorschriften van bepaling 01.01.07 lid 2 RAW 2020 is gevoerd geen gevolg heeft voor de terzijdelegging van de inschrijving.

4.5.         FAB heeft daarnaast betoogd dat de Gemeente door af te wijken van bepaling 01.01.07 lid 2 RAW 2020 in strijd heeft gehandeld met de beginselen van gelijke behandeling en transparantie en met de bestuursrechtelijke beginselen van zorgvuldigheid en fair-play. Dit betoog wordt verworpen. Als niet weersproken staat vast dat de Gemeente met geen van de andere inschrijvers een verificatiegesprek heeft gehouden, zodat van een ongelijke behandeling ten aanzien van de wijze waarop dat gesprek heeft plaatsgevonden geen sprake is. Voorts heeft de Gemeente in het verificatiegesprek weliswaar ook vragen gesteld over eenheidsprijzen in de inschrijving van FAB die niet vooraf schriftelijk aan FAB kenbaar zijn gemaakt, maar deze hebben geen rol gespeeld bij de terzijdelegging van de inschrijving. FAB heeft geen andere feiten en omstandigheden gesteld die tot het oordeel kunnen leiden dat de Gemeente in strijd heeft gehandeld met de beginselen van gelijke behandeling en transparantie of dat sprake is van strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel of het beginsel van fair-play.

[…]

4.11.       In artikel 01.01.06 RAW is met zoveel woorden opgenomen dat in elke op te geven prijs per eenheid alle kosten moeten zijn begrepen die voor het tot stand brengen van de resultaatsverplichting moeten worden gemaakt, met inbegrip van de tot die resultaatsverplichting behorende (gebundelde) bestekspost(en). Daarmee is - zoals ook VdV+dG terecht heeft betoogd - de mogelijkheid uitgesloten om kosten behorende bij de ene bestekspost in een andere bestekspost te verdisconteren. Dat heeft FAB echter wel gedaan. De Gemeente heeft dit in haar brief van 14 december 2023 ter onderbouwing van de terzijdelegging (zie hierboven in 2.9) voldoende gemotiveerd. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de Gemeente dat ook juist gedaan. De opmerking van FAB dat zij ‘evt. verlies daarin’ neemt (zie 2.8) komt er in feite op neer dat korting wordt verleend, terwijl korting volgens de RAW-systematiek uitsluitend kan (en moet) worden verwerkt nĂ¡ het subtotaal en als percentage, wat FAB niet heeft gedaan.

[…]

4.13.       Met betrekking tot deze bestekspost heeft FAB in het verificatiegesprek - blijkens het daartoe opgestelde verslag - verklaard dat zij een ‘calculatiefout’ heeft gemaakt. Met de Gemeente is de voorzieningenrechter van oordeel dat dit geen ‘kennelijke’ fout is die zich voor eenvoudig herstel leent. Dat FAB voor 2 verkeersregelaars een prijs van € 55,- per uur heeft gerekend bij bestekspost 140030 (zie hierboven in 2.6) betekent immers niet dat de Gemeente daaruit heeft moeten (kunnen) afleiden dat het tarief voor de inzet van 4 verkeersregelaars ‘dus’ zou moeten worden verdubbeld ten aanzien van bestekspost 140040. Er kan immers net zo goed sprake zijn van een fout in de eenheidsprijs bij bestekspost 140030. Nu geen sprake is van een kennelijke fout, biedt de aanbestedingsprocedure geen ruimte voor herstel. Voor zover FAB heeft willen betogen dat zij het verlies van haar fout voor haar rekening neemt, geldt ook hier wat in 4.11 is overwogen over het verlenen van korting.

4.14.       Naar het oordeel van de voorzieningenrechter geven de bovenstaande gebreken in de inschrijfstaten van FAB ten aanzien van de besteksposten 150040 en 140040 - zowel ieder voor zich als in onderling verband beschouwd - de Gemeente voldoende aanleiding om de inschrijving van FAB als ongeldig terzijde te leggen.

Het is immers in niemands belang, dat de RAW-systematiek door/in de praktijk om zeep wordt geholpen.

Lees over de RAW-systematiek ook:

https://keesvandewater.blogspot.com/2022/10/eenmalige-korting-en-procentuele-korting.html

en

https://keesvandewater.blogspot.com/2022/01/uitvoeringskosten-in-de-raw.html

en

https://keesvandewater.blogspot.com/2022/02/de-bagatel-bij-de-raw-raamovereenkomst.html 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten