De leden 1 t/m 3 van artikel 2.127 Aanbestedingswet 2012 luiden als
volgt:
1. Een
aanbestedende dienst neemt een opschortende termijn in acht voordat hij de met
de gunningsbeslissing beoogde overeenkomst sluit.
2. De opschortende
termijn, bedoeld in het eerste lid, vangt aan op de dag na de datum waarop de
mededeling van de gunningsbeslissing is verzonden aan de betrokken inschrijvers
en betrokken gegadigden.
3. De
opschortende termijn, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten minste 20
kalenderdagen.
En artikel 2.130 Aanbestedingswet 2012 bepaalt in de leden 1 en 2:
1. De
mededeling van de gunningsbeslissing aan iedere betrokken inschrijver of
betrokken gegadigde bevat de relevante redenen voor die beslissing, alsmede een
nauwkeurige omschrijving van de opschortende termijn, bedoeld in artikel 2.127,
eerste lid, die van toepassing is.
2. Voor
de toepassing van het eerste lid wordt onder relevante redenen in ieder geval
verstaan de kenmerken en relatieve voordelen van de uitgekozen inschrijving
alsmede de naam van de begunstigde of de partijen bij de raamovereenkomst.
In voornoemd verband denk ik, dat de navolgende rechtsoverweging (gedeeltelijk) van Rechtbank Rotterdam 17 april 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:3293 aannemelijk is:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2023:3293
4.13. In
beginsel heeft een niet winnaar recht op en belang bij een motivering die mede
de namen van de begunstigden, de relatieve voordelen en kenmerken van hun
inschrijvingen bevat. De reden dat de gunningsbeslissing de relevante redenen
moet omvatten, is omdat de betrokken inschrijvers een gedegen afweging moeten
kunnen maken of zij een doeltreffend beroep kunnen instellen tegen de
gunningsbeslissing. In dit geval valt niet in te zien dat Baas verder
strekkende informatie zou moeten ontvangen dan de informatie die zij bij de
gunningsbeslissing en in een latere brief van Stedin van 27 januari 2023 (productie
15 bij dagvaarding) heeft gekregen. Uit de motivering van de gunningsbeslissing
volgt dat Baas kan afleiden wat de reden is voor terzijdelegging. Een hogere of
lagere score van een winnende inschrijver doet aan die terechte terzijdelegging
niet af. […]
Immers, als je bijvoorbeeld in de (mededeling van de) gunningsbeslissing bij (aan) een ongeldige inschrijver opneemt:
“Thans berichten wij u, dat wij voornemens zijn te
gunnen aan < naam >. Op deze
onderneming zijn geen uitsluitingsgronden van toepassing. Zij voldoet aan de
gestelde geschiktheidseisen. En zij toonde (ons) de economisch meest voordelige
geldige inschrijving vastgesteld op basis van de beste
prijs-kwaliteitverhouding in de
aanbestedingsprocedure.”
Dan is voor een inschrijver met een ongeldige inschrijving duidelijk (transparant), wat ‘de kenmerken en relatieve voordelen van de uitgekozen inschrijving’ zijn.
De ‘uitgekozen inschrijving’ is namelijk (wel) geldig.
Alsdan zijn de (gemotiveerde) scores van ‘de winnaar’ (dus) niet relevant.
Als vanzelfsprekend moet natuurlijk (nog) wel gemotiveerd worden, waarom sprake is van een ongeldige inschrijving, zodat ook dan/daar een effectieve rechtsbescherming gewaarborgd is.
Lees ook:
https://keesvandewater.blogspot.com/2019/05/relevante-redenen.html
en
https://keesvandewater.blogspot.com/2019/08/de-ongeldigheid-van-de-inschrijving.html