Het vonnis Rechtbank Amsterdam 13 juli 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4454 is voor de praktijk van belang, aangezien de inkoper doorgaans de gunningsbeslissingen opstelt:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2023:4454
4.5. Unique
heeft nog aangevoerd dat de beoordelingscommissies de mogelijkheid is ontnomen
om nog eens te reflecteren en heroverwegen of zij nog achter haar beoordeling
stond, door de senior inkoper de gunningsbrieven te laten opstellen. Door die
keuze is de dynamiek heel anders geworden dan zoals was aangekondigd, aldus
Unique, maar daarmee zoekt zij echt spijkers op laag water. Als de commissie
tijdens het plenaire overleg in consensus tot beoordeling van de inschrijvingen
is gekomen (uitstekend, goed, voldoende enz.) die na weging daarvan leidt tot
een ranking van de inschrijvers, is de beoordeling voltooid. Wat daarna volgt,
is verslaglegging van de beoordeling. Aanbestedingsrechtelijk is er geen
verplichting tot het bieden van gelegenheid voor reflectie en heroverweging.
Nog los van de vraag of de zorgvuldige beoordeling op die wijze niet achteraf
beïnvloed wordt door elementen die niet in de beoordeling betrokken dienen te
worden.
Een terecht oordeel.
Maar ik blijf er bij.
(De instelling van) Een beoordelingscommissie of beoordelingsteam o.i.d. is niet wettelijk voorgeschreven. En ook niet noodzakelijk.
En in het voorkomend geval (dus) slechts voer voor discussie en geschillen.
Zie (immers):
https://keesvandewater.blogspot.com/2020/09/consensus.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten